Een hersenpan vol tegenstrijdigheden
Hoe werken puberhersens, en vooral: hoe werken ze samen? Ontwikkelingspsychologe Eveline Crone schreef een boek over de onevenwichtige groei van de puberhersens. Over de complexe relatie tussen het lerende, het emotionele, het creatieve, en het sociale brein van de puber. Medio volgende week ligt het in de boekhandel.
Eveline Crone, Het puberende brein. Over de ontwikkeling van de hersenen in de unieke periode van de adolescentie. Uitgeverij Bert Bakker, Paperback, 200 p. | ISBN: 9789035132696 | ¤ 17,95.
Bestellen:
Puberende brein
Crone, E.
Eerste verliefdheid
Was die allereerste verliefdheid nou echt zo bijzonder, of herinner je je die eigenlijk vooral omdat het de eerste keer was? Het zou best eens kunnen dat die eerste verliefdheid er echt onevenredig heeft ingehakt, denkt ontwikkelingspsychologe Eveline Crone van het Leiden Institute for Brain and Cognition. Ze heeft nog geen verliefde pubers in de scanner gelegd, maar weet uit onderzoek bij verliefde volwassenen wel dat bepaalde emotionele beloningsgebieden in de hersenen actief worden bij het kijken naar een foto van hun geliefde. En juist die beloningsgebieden zijn, onder invloed van hormonen, in de puberteit extreem gevoelig voor prikkels, veel gevoeliger dan bij volwassenen. Terwijl de hersengebieden die de vlinders een beetje in toom kunnen houden nog achterblijven in ontwikkeling.
Een van de minst begrepen fasen
Een puber ben je volgens officiële maatstaven van je tiende tot je vijftiende. Het is de periode van fysieke volwassenwording, en de eerste fase van de adolescentie, die doorloopt tot ongeveer je 22e. De adolescentie was lang een van de minst begrepen fasen in de ontwikkeling, maar sinds een jaar of tien wordt veel onderzoek gedaan naar de hersenontwikkeling van jongeren, en dat heeft al een schat aan nieuwe, en vaak verrassende informatie opgeleverd.
Brain & Development Lab
Zelf richtte Crone een jaar of drie geleden aan de Universiteit Leiden het Brain & Development Lab op. Met haar mede-onderzoekers publiceert ze geregeld resultaten over de ontwikkeling van het kinder- en adolescentenbrein in toptijdschriften als The Journal of Neuroscience. Nu was het tijd voor een boek voor het brede publiek. Want een puber kan best een beetje begrip gebruiken.
Planning
Wat is dat toch met die pubers?, verzucht Crone, met vele ouders. Zich aan een eenvoudige planning houden levert de grootste problemen op, maar hun hersens geven volop mogelijkheden voor inventieve internettoepassingen en technische hoogstandjes. Hoe komt dat? Waarom doen ze van die enge dingen, en waarom wisselen hun stemmingen zo snel?
Afbeelding: Eveline Crone is universitair hoofddocent ontwikkelingspsychologie, en werkzaam binnen het Leiden Institute for Brain & Cognition (LIBC). Zij zette daar in 2005 het Brain & Development laboratorium op. Crone kreeg in 2007 een Vidi-subsidie van NWO. Ze is lid van de Jonge Akademie van de KNAW.
Vooruitzicht van de kick is voldoende
Het komt vooral, zo blijkt uit fMRI-onderzoek, door de onevenwichtige ontwikkeling van de hersens. Bij jongere kinderen is die disbalans er nog niet. Weliswaar is ook hun planning & control systeem nog niet zo sterk ontwikkeld, maar de gevoeligheid voor bepaalde emotionele prikkels is ook nog niet zo groot. In het begin van de puberteit, vanaf een jaar of tien, wordt het systeem uit balans gebracht. Puberhersenen reageren bijvoorbeeld heel sterk op het idee van beloning; het vooruitzicht van de kick is al voldoende om onmiddellijk tot actie over te gaan.
Rondleiding door de hersenen
Vakkundig leidt Crone de lezer langs alle relevante hersengebieden die ons maken tot de denkende, voelende en sociale wezens die we zijn. Ze geeft een rondleiding in de hersenschors, het complexe hersengebied dat verantwoordelijk is voor ingewikkelde taken als langetermijnplanning, leren van je fouten, en verwerken van nieuwe informatie en het maken van abstracte morele afwegingen. Hierin zetelt ook ons nog grotendeels raadselachtige 'sociale brein', dat ervoor zorgt dat een mens zich kan verplaatsen in het standpunt van een ander. Maar ze toont ons ook de diverse gebieden die verantwoordelijk zijn voor de emoties, zoals het pleziercentrum. Ze vertelt welke experimenten er al zijn gedaan, of welke je zou kunnen doen om erachter te komen hoe al die hersengebieden samenwerken bij pubers.
Zwemmen met haaien
Een puber wordt weliswaar vaak heen en weer geslingerd tussen emoties, maar van een al te simpele tegenstelling tussen rationele en emotionele hersengebieden is ook weer geen sprake. Soms denken pubers juist te lang na, schrijft Crone: volwassenen hoeven niet lang stil te staan bij de risico's van het zwemmen met haaien. Ze voelen onmiddellijk dat dat niet zo'n prettige ervaring zal zijn. Bij hen zijn dezelfde hersengebieden actief die ook actief zouden zijn bij echt gevaar. Maar bij pubers blijft die automatische gevoelsreactie van 'haaien, no way' nog uit. Die gaan er juist wel uitgebreid over nadenken: 'Zwemmen met haaien, op zich gevaarlijk, maar het kan ook leuk zijn...
Creatief
En pubers kunnen ook veel dingen juist heel goed, schrijft Crone. Waarschijnlijk beter dan ooit. Door een overproductie van grijze stof in sommige hersengebieden zijn pubers vaak enorm creatief. Later wordt in die gebieden weer gesnoeid, omwille van de efficiëntie. Door die overproductie kunnen pubers nog allerlei zijpaden inslaan die volwassen hersenen, met hun ingebouwde censor, allang voor zichzelf hebben afgesneden. Ook de spiegelneuronen die maken dat je bewegingen gemakkelijk kunt nabootsen zijn in de puberteit uiterst gevoelig. In combinatie met een flinke hoeveelheid durf maakt dit dat sommige pubers supergoed in sport kunnen zijn.
Educational Neuroscience
Het puberende brein is geen handboek 'hoe ga ik met mijn puber om', en geen puber zal zich er iets van aantrekken. Maar dat wil niet zeggen dat de kennis over puberhersenen niet bruikbaar en nuttig is. De nieuwe inzichten hebben al een heel nieuw onderzoeksterrein in het leven geroepen: dat van de educational neuroscience. Die is erop gericht de leersituatie op school aan te passen aan de behoeften van de puber. De meeste probleemoplossingsfuncties in de hersenen rijpen tussen de vier en de twaalf jaar. Maar een puber houdt zich nog niet goed aan planningen. Werkt al dat zelfstandige plannen op de middelbare school dan niet contraproductief?
Brommers
En ook voor ouders heeft Crone wel een paar tips. Weid bijvoorbeeld tegenover je puber niet te veel uit over alle mogelijke risico's en gevaren van een actie. Daar doen ze toch niets mee. Brommerrijden onder de 16 is gewoon verboden omdat het gevaarlijk is. Punt. Lig zelf maar wakker van de gedachte aan die schedelbasisfractuur.
Universiteit Leiden