Het Koninklijk Huis
Toespraak van de Prins van Oranje bij het Hochwasserschutz-Seminar in
Hitzacker
Ein Königreich zwischen Land und Meer
Burgemeester, dames en heren,
Een van de mooie kanten van mijn werk is, dat ik de kans krijg om veel
van de wereld te zien. Dat ik in de gelegenheid ben om kennis te maken
met de meest bijzondere plekken en culturen. En tegelijkertijd wint
door die boeiende kennismaking met het exotische, het vertrouwde ook
aan bekoring. Deze omgeving en deze stad hebben voor mij dat
vertrouwde, alsof ik heel dicht bij huis ben.
Mijn vader heeft mij vaak verteld over de rust en de vriendelijkheid
van de Elbe Auen. Hij kon bijna dromerig uitweiden over de schoonheid
van de rivier in de ochtendnevel en het beeld van de ganzen in de
uiterwaarden. Hitzacker en de Elbe lagen hem in het hart gesloten.
En die liefde heeft hij op zijn kinderen overgedragen. Toen ik hier
vanochtend aankwam en de rivier voorbij zag stromen, schoten zijn
verhalen over de Elbe mij weer door het hoofd. Ik kon mijn vader bijna
zien staan, uitkijkend over het water. Het is voor mij dan ook heel
bijzonder om hier weer terug te zijn. Terug te zijn in zijn
geboortestad, in de omgeving die zoveel voor hem betekende.
Mijn vaders liefde voor het water en zijn passie voor
ontwikkelingssamenwerking hebben hun uitwerking op mij niet gemist. En
ik ben er trots op dat ik dankzij zijn inzichten en zijn overtuiging
nu zelf actief bezig kan zijn met watermanagement en de wereldwijde
aanpak van de problemen van drinkwater en sanitatie.
De zorg voor genoeg schoon water en de bescherming tegen te veel
water, dat is een niet alleen een boeiend onderwerp dat de hele wereld
aangaat, het is ook een basis voor een menswaardig leven en voor
persoonlijke, sociale en economische ontwikkeling.
Johann Wolfgang von Goethe kenschetste in zijn tijd het water al als
volgt:
"Das Wasser ist ein freundliches Element
für den, der damit bekannt ist und es zu
behandeln weiß."
De woorden van Goethe zijn vandaag de dag nog steeds bijzonder actueel
en toepasselijk! Op veel plaatsen en in veel situaties weten we nog
altijd niet goed hoe we met het water moeten omgaan. En op zulke
momenten, op zulke plaatsen wordt pas duidelijk hoe ónvriendelijk, hoe
uitgesproken vijándig het water kan zijn. De beelden van
overstromingen als in New Orleans, in Bangladesh, India en China
hebben we allemaal op het netvlies. We hebben allemaal gezien hoe
verwoestend een grote overstroming met veel slachtoffers en enorme
economische schade kan zijn.
Inwoners van Hitzacker en vele andere Elbe-anlieger hoef ik niet op de
gevaren van het water te wijzen. U bent net als uw Nederlandse buren
bekend met de kracht van het water en de ellende van overstromingen.
De overstromingen van 2002, 2003 en 2006 liggen hier een ieder nog
vers in het geheugen.
In Nederland, benedenstrooms van de Rijn, de Maas en de Schelde,
hebben we al vele eeuwen een haat-liefde-relatie met het water. Leven
tussen zee en rivier is geen vanzelfsprekendheid. Toch doen we dat in
mijn land al vele eeuwen. En eigenlijk vinden we het alweer decennia
`gewoon' dat we veilig met het water kunnen leven en wonen in het zo
laag gelegen Nederland.
Maar het is niet gewoon. In Nederland moet, net als hier in Hitzacker,
net als op vele plekken in de wereld, de veiligheid steeds opnieuw op
het water worden veroverd.
Er leeft bijna niemand meer die zich nog de Zuiderzeevloed van 1916
herinnert. Maar toch heeft die ramp heeft een enorme impact gehad op
de inrichting van Nederland. Want daarna is de Afsluitdijk gebouwd,
waardoor het IJsselmeer is ontstaan.
In 1953 werden we opnieuw verrast door de vernietigende kracht van de
zee, ditmaal in het zuidwesten. Na die dramatische watersnood is de
eerste Deltacommissie aan de slag gegaan, waarna er in de tweede helft
van de vorige eeuw enorme waterbouwkundige constructies zijn gebouwd
om Nederland te beschermen.
Wereldwijd heeft mijn land eer ingelegd met de zogenoemde deltawerken.
Daarmee hebben we de zee onder controle. Voor even. Maar niet voor de
eeuwigheid...
Het klimaat verandert wereldwijd. Dat heeft een gestage stijging van
de zeespiegel tot gevolg. Maar het leidt ook tot andere
neerslagpatronen en extremere rivierafvoeren.
In 1993 en in 1995 werd Nederland opgeschrikt door hoger water in de
rivieren dan lang voor mogelijk werd gehouden.
Gelukkig kwam het toen niet tot echte doorbraken of overstromingen.
Maar het was op het nippertje. En Nederland was in één keer wakker:
het gevaar van het water kwam niet alleen uit het westen, van de zee,
maar ook van de andere kant, van de rivieren.
Niet alleen het klimaat verandert. Dat wat moet worden beschermd tegen
het water - de mensen, het land - is ook veranderd. Hier en ook in
Nederland is de bevolking de afgelopen eeuw sterk toegenomen. Het land
met alles erop en eraan is eenvoudigweg meer waard genomen. En dus ook
het schadepotentieel in geval van een overstroming.
En we stellen andere, hogere eisen aan veiligheid. In onze landen is
ook het besef heel sterk dat we niet willen wachten onze veiligheid te
heroveren tot na een volgende ramp of bijna-ramp.
Daarom heeft de Nederlandse regering vorig jaar, ruim een halve eeuw
na de eerste Deltacommissie, een nieuwe Deltacommissie in het leven
geroepen. Deze commissie kreeg de taak aan te geven hoe Nederland
beschermd kan worden tegen de gevolgen van klimaatverandering. Hoe
Nederland ook op de lange termijn klimaatbestendig is, veilig tegen
overstromingen, en een aantrekkelijke plaats om te wonen, werken,
recreëren en investeren.
De commissie heeft enkele weken geleden haar bevindingen gepresenteerd
en de boodschap van deze commissie was meer dan duidelijk: de dreiging
is nog niet acuut, maar de opgave wél urgent.
Het advies laat zien dat Nederland een achterstand heeft in te lopen
omdat niet wordt voldaan aan de huidige geldende normen. Bovendien
zijn de normen achterhaald en moeten naar boven worden bijgesteld.
Daarnaast verandert het klimaat snel, stijgt de zeespiegel
waarschijnlijk sneller dan aangenomen en neemt de (extreme) variatie
in rivierafvoeren naar verwachting toe.
De Deltacommissie geeft aan dat er rekening moet worden gehouden met
een zeespiegelstijging van 0,65 tot 1,30 meter in 2100 en van 2 tot 4
meter in 2200. Het effect van bodemdaling door inklinking van het veen
in laagliggend NL is hierin meegenomen. De temperatuurstijging en
veranderende luchtcirculatie leiden voor de Rijn en de Maas tot
afnemende zomer- en toenemende winterafvoeren.
Een stijgende zeespiegel, afnemende rivierafvoeren in de zomer,
langduriger droogteperioden en indringend zout water via de rivieren
en het grondwater zetten de zoetwatervoorziening van het land onder
druk. Dit leidt tot schadelijke gevolgen voor de
drinkwater-voorziening, landbouw, scheepvaart en (koel)water
gerelateerde economische sectoren.
Bij de opgaven waar de klimaatverandering ons voor stelt speelt
onzekerheid een belangrijke rol. We moeten dus niet alleen goed omgaan
met het water, maar ook met de onzekerheid. Dat betekent: blijf
flexibel, speel vroegtijdig in op veranderingen en houd verschillende
mogelijkheden voor de toekomst open.
Het Nederlandse kabinet heeft de uitkomsten van het rapport van de
Deltacommissie ondertussen onderschreven en ook verklaard ook de
aanbevelingen voor de aanpak van de problemen als uitgangspunt voor
het beleid te nemen
Preventie, het voorkomen van een ramp is en blijft de belangrijkste
pijler voor de Nederlandse aanpak. Een krachtige kustverdediging met
zandsuppleties moet de veiligheid versterken. Daarbij zal gebruik
gemaakt worden van een nieuwe techniek de zogenoemde Zandmotor.
Daarbij wordt een grote hoeveelheid zand in de kustzone verspreid die
zich op een natuurlijke manier afzet langs de kust.
Voor de veiligheid langs de grote rivieren zal worden voortgebouwd op
de huidige aanpak met extra sterke rivierdijken en door de rivier waar
nodig en mogelijk ruimte te geven.
Preventie staat dus voorop, maar een overstroming is nooit helemaal
uit te sluiten. Een zorgvuldige ruimtelijke planning en inrichting in
heel Nederland kunnen ervoor zorgen dat de gevolgen van een eventuele
overstroming beperkt kunnen blijven.
En - zoals de orkaan Katrina ons geleerd heeft - er zullen uiteraard
ook voorbereidingen getroffen moeten worden voor het onwaarschijnlijke
geval dat er toch iet mis gaat.
Een heel opvallend punt uit het advies van de Deltacommissie, waarover
in mijn land nog heel wat gediscussieerd zal worden, is om het peil
van het IJsselmeer met anderhalve meter te verhogen. Het IJsselmeer is
onze grootste zoetwatervoorraad. Het is al een zoetwaterreservoir voor
de noordelijke helft van Nederland, maar zou ook die functie krijgen
voor West-Nederland. Dat wordt van belang vanwege de dieper
indringende zouttong in de Nieuwe Waterweg. Het laatste woord over de
betekenis van deze peilverhoging van anderhalve meter voor bewoners,
bedrijven en gemeenten langs het IJsselmeer is zeker nog niet
gesproken!
De primaire reden voor het verhogen van de waterstand is overigens de
wens om ook bij hogere zeewaterstanden onder vrij verval te kunnen
spuien en zo te voorkomen dat alleen maar meer en meer pompcapaciteit
geïnstalleerd moet worden.
De Deltacommissie wijst nadrukkelijk op de kansen die het water en de
klimaatverandering bieden. Nederland bestaat natuurlijk niet alleen
ondanks, maar ook dankzij het water. Er liggen kansen op het gebied
van natuur en landbouw, van wetenschap en de ontwikkeling van havens
en steden. Ik heb in Hamburg persoonlijk mogen ervaren dat ook in
Duitsland op dit terrein al veel in gang gezet is.
Nederland kan zich andermaal bewijzen als koploper in de wereld als
het gaat om veilig en verantwoord leven met het water. En daar ook
anderen mee van dienst te zijn. Want het is onze verantwoordelijkheid
als rijk Westers land met veel kennis van water om ook andere landen
die ook kampen met de gevolgen van klimaatverandering, de helpende
hand te reiken.
Het is nu zaak om de ambitieuze maar realistisch voorstellen door te
vertalen in concrete programma's en uitvoeringsprojecten. Het Kabinet
heeft aangekondigd dat er nog deze kabinetsperiode een nieuwe Deltawet
komt, waarin de financiële en bestuurlijke grondslag vastgelegd worden
voor het grote werk dat ons te wachten staat.
Als benedenstrooms land kunnen we dat natuurlijk niet alleen.
Internationale samenwerking is ontzettend belangrijk. Nederland ligt
aan de monding van een aantal grote rivieren die in andere landen
ontspringen. Het water van de Rijn komt uit Duitsland, dus het doen en
laten van uw land is van directe invloed op de situatie in Nederland.
Op het gebied van de aanpak van verontreiniging en het ecologisch
herstel hebben we daar al goede ervaringen mee. Daarom is het van
belang nu ook de waterveiligheid per stroomgebied bekijken en daar
afspraken over maken.
Basis daarvoor zijn de Europese Richtlijn Overtromingsrisico's en
natuurlijk de bewährte samenwerking in de Internationale Kommission
zum Schutz des Rheins.
Dames en heren,
Als gezegd, er staat ons een groots werk te wachten. Wij willen
allemaal ons land behouden als fijne plek voor de generaties na ons,
om te wonen, te werken en te leven. Laten we tegelijkertijd niet uit
het oog verliezen dat klimaatverandering wereldwijd speelt en dat de
middelen om daar mee om te gaan op andere plekken ter wereld veel
schaarser zijn dan in onze landen. Door kennis en ervaringen zoveel
mogelijk uit te wisselen kunnen we elkaar helpen om het water op de
goede manier te behandelen en het zo te vriend te houden.
Dank voor uw aandacht.
* © RVD