Kamerbrief inzake verslag van het bezoek aan Bulgarije, Roemenië en
Macedonië
07-10-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Graag bied ik u hierbij het verslag aan van mijn bezoek aan Bulgarije,
Roemenië en Macedonië, dat plaatsvond van 8-11 september jl.
In deze brief doe ik u tevens, mede namens de minister van
Buitenlandse Zaken, een overzicht toekomen van de nog lopende
bilaterale hulprelaties met Bulgarije en Roemenië, zoals door mij aan
Uw Kamer toegezegd in het AO op 3 september jl., alsook door de
minister van Buitenlandse Zaken in het VAO op 10 september jl.
De staatssecretaris voor Europese Zaken,
Frans Timmermans
1. Inleiding
Van 8-11 september jl. bracht ik bezoeken aan achtereenvolgens
Bulgarije, Roemenië en Macedonië.
Doel van het bezoek aan de eerste twee genoemde landen was de zorg van
het kabinet over te brengen over het gebrek aan voortgang na de
EU-toetreding van Bulgarije en Roemenië ten aanzien van de ijkpunten
van het Coöperatie- en Verificatiemechanisme (CVM) ten aanzien van
hervormingen op het terrein van justitie en goed bestuur; in het
bijzonder de bestrijding van corruptie en, in het geval van Bulgarije,
georganiseerde criminaliteit. Daarbij heb ik gewezen op de urgentie
van de onder het CVM-regime te nemen maatregelen. Indien het komende
half jaar concrete en aantoonbare resultaten uitblijven worden
maatregelen onvermijdelijk. Ik heb daarbij ook gewezen op de mogelijke
operationele en inhoudelijke verbanden met het
Schengen-toetredingsproces.
Daarnaast heb ik in beide landen aandacht kunnen schenken aan
vraagstukken op het gebied van sociale insluiting. In Bulgarije betrof
dit aandacht voor de verbetering van de jeugdzorg, mede ten vervolge
op mijn eerdere bezoek aan het Mogilino-kindertehuis, waarover ik uw
Kamer eerder berichtte (31 200 nr. 85). In Roemenië heb ik de
mogelijkheden onderzocht voor verdere - Europese - samenwerking op het
terrein van de Roma-problematiek.
In Bulgarije heb ik de hierboven genoemde zorgen over kunnen brengen
in mijn gesprekken met premier Stanishev, met de minister van
Buitenlandse Zaken Kalfin, en met mijn ambtgenote Grancharova. In een
werkdiner dat door mevrouw Grancharova werd georganiseerd, was ik ook
in de gelegenheid met minister van Binnenlandse Zaken Mikov, minister
van Justitie Tacheva, procureur-generaal Velchev, de voorzitter van
parlementscommissie Binnenlandse Veiligheid en Openbare Orde Spasov en
mevrouw Mingova van de Supreme Judicial Council te spreken over het
gebrek aan voortgang bij het bereiken van de CVM-ijkpunten.
In Boekarest heb ik eveneens openhartige gesprekken gevoerd met de
Roemeense ambtelijke staatssecretaris voor Europese Zaken, Matache,
minister van Buitenlandse Zaken Comanescu en met de minister van
Justitie Predoiu, waarbij ik de Nederlandse zorg overbracht over
onvoldoende vooruitgang in Roemenië ten aanzien van de CVM ijkpunten
(in het bijzonder onafhankelijke rechtspraak en aanpak corruptie).
Voorts had ik een informeel diner met Roemeense autoriteiten en NGO's
gewijd aan actuele thema's, een werkontbijt met vertegenwoordigers van
het Nederlandse bedrijfsleven en een bijeenkomst over sociale
insluiting van Roma met verantwoordelijke autoriteiten en NGO's.
Terugkijkend op deze twee bezoeken ben ik ervan overtuigd dat ik de
noodzaak van verdere hervormingen en concrete resultaten binnen zes
maanden klip en klaar heb kunnen overbrengen. Zowel mijn Bulgaarse als
mijn Roemeense gesprekspartners leken nu goed te zijn doordrongen van
de urgentie hiervan.
Wat betreft onze bilaterale samenwerking met beide landen gaf ik aan
dat een aantal samenwerkingsinstrumenten, waaronder Matra-flex,
vooralsnog beschikbaar blijft.
Doelstelling van mijn bezoek aan Skopje was om de voortgang in het EU
pre-accessie proces van Macedonië te bespreken, met name de voortgang
op de 8 kernprioriteiten van het toetredingspartnerschap. Andere
gespreksonderwerpen betroffen de bilaterale relatie, de naamskwestie
en de binnenlandspolitieke ontwikkelingen. Het programma voorzag in
gesprekken met premier Gruevski, minister van Buitenlandse Zaken
Milososki en vice-premier Bocevski van Europese Integratie. Ook had ik
een onderhoud met Imer Aliu, secretaris-generaal van de
etnisch-Albanese oppositiepartij DPA.
Tijdens mijn gesprekken in de drie bezochte landen herhaalde ik de
Nederlandse strict but fair-benadering ten aanzien van de inspanningen
op CVM-gebied en in het kader van het pre-accessieproces van
Macedonië.
Hieronder volgt een verslag van mijn gesprekken in de drie genoemde
landen, gegroepeerd naar onderwerp, aangevuld met een overzicht van de
thans nog lopende bilaterale samenwerkingsprojecten in Bulgarije en
Roemenië, waaronder Matra-flex, zoals door mij toegezegd aan uw Kamer
tijdens het algemeen overleg op 3 september jl. (23 987 nr. 90),
alsmede door de minister van Buitenlandse Zaken in het debat naar
aanleiding van voornoemd algemeen overleg op 10 september jl. (110
8004-8009).
2. Bulgarije (8-9 september 2008)
CVM
Tijdens mijn gesprekken met premier Stanishev en met minister van
Buitenlandse Zaken Kalfin, een tête-à-tête met mijn Bulgaarse
ambtgenote Grancharova, alsmede tijdens hogergenoemd werkdiner, was
het CVM het centrale onderwerp. Hierbij heb ik klip en klaar de
noodzaak tot doortastend handelen van de Bulgaarse overheid
aangegeven. De tijd van beloftes en papieren actieplannen is voorbij;
over zes maanden moeten er concrete en aantoonbare resultaten zijn
geboekt. Zo niet, dan kunnen gevolgen niet uitblijven. Voorts gaf ik
naar aanleiding van het algemeen overleg van 3 september jl. aan welke
positie uw Kamer in dezen inneemt. Daarbij heb ik benadrukt dat,
alhoewel er geen formele koppeling is tussen Schengen-toetreding en
CVM-uitvoering, er in de praktijk wel degelijk een politieke en
inhoudelijke relatie ligt.
De Bulgaarse gesprekspartners gaven van hun kant aan dat ook bij hen
nu het gevoel van urgentie hoog is. Premier Stanishev gaf aan dat
Bulgarije zelf overtuigd is dat het zo niet langer kan: wij hervormen
niet voor u, maar voor onszelf. Hij zei te verwachten dat bij de
volgende conclusieve CVM-rapportage volgende zomer de vereiste
resultaten zullen zijn bereikt. Het CVM-rapport van juli jl. was heel
constructief naar zijn oordeel, maar het was niet altijd duidelijk wat
de Commissie precies wilde ten aanzien van noodzakelijke maatregelen.
Minister Kalfin sprak in dit verband van `bewegende doelen'.
De premier stak echter ook de hand in eigen boezem: het ministerie van
Binnenlandse Zaken en de openbare aanklager hadden hun oor tot
dusverre te zeer laten hangen naar de politie-top, die de noodzaak tot
doorpakken niet voldoende aangegeven heeft.
In reactie hierop heeft premier Stanishev zelf het initiatief genomen
tot de oprichting van het National Security Agency (DANS), dat zich
richt op effectieve opsporing van topcriminelen en mensen die zich
schuldig maken aan corruptie op hoog niveau.
Minister Kalfin gaf toe dat er na de EU-toetreding inderdaad sprake
was van enige hervormingsmoeheid, maar nu zou de regering weer terug
op het juiste spoor zijn.
Al het mogelijke wordt nu gedaan om de noodzakelijke resultaten te
boeken.
Premier Stanishev en minister Kalfin onderstreepten het belang van
bilaterale samenwerking op CVM-terreinen. Zo worden experts van het
Franse ministerie van Justitie ingezet om het toezicht op het
nationale wegenbouwfonds te verbeteren. Elders worden ook Duitse
experts ingezet. In dat verband toonden de gesprekspartners zich
dankbaar voor de Nederlandse inzet bij het Openbaar Ministerie in de
persoon van ex-PG Dato Steenhuis. Minister Kalfin hield een pleidooi
voor meer betrokkenheid van deskundigen uit de lidstaten bij de
opstelling van CVM-rapportage.
Minister Grancharova sprak van een laatste kans voor Bulgarije.
Tijdens het werkdiner gaven ministers Tacheva (Justitie) en Mikov
(BiZa) een overzicht van de hervormingsplannen. Minister Tacheva gaf
aan dat naar aanleiding van het CVM-rapport van de Europese Commissie
van juli jl. een actieplan met 80 punten is opgesteld. Daarnaast is er
nieuwe wetgeving in voorbereiding (wet op het voorkomen van
belangenverstrengeling, een nieuwe wet op de openbare aanbestedingen
en een wet inzake de financiering van politieke partijen). Minister
Tacheva zei goede hoop te hebben al voor het eind van het jaar
voortgang te kunnen melden; ook minister Grancharova liet zich in die
zin uit.
PG Velchev gaf aan binnen zes maanden concrete resultaten te willen
boeken bij de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit. De
grootste criminelen van het land `die de naam van Bulgarije te grabbel
gooien' zullen zich, als het aan Velchev ligt, binnenkort voor het
gerecht moeten verantwoorden.
Tijdens deze gesprekken kwamen op enkele concrete terreinen
mogelijkheden voor verdere bilaterale samenwerking aan de orde.
* In het licht van de verplichte bijscholing van Bulgaarse zittende
rechters op het gebied van Europees recht, heb ik aangeboden mijn
Bulgaarse gesprekspartners informatie te sturen over soortgelijke
cursussen EU-recht voor Nederlandse rechters.
* Minister Tacheva toonde zich voorstander van verdere bilaterale
samenwerking bij de bestrijding van mensenhandel. Daarop heb ik,
mede namens minister Hirsch Ballin, verdere Nederlandse hulp
aangeboden op dit gebied.
* Minister Mikov wees op het belang van regionale
politiesamenwerking en Bulgarije's toetreding tot Schengen. De
Bulgaarse samenwerking met Servische en Macedonische
politiediensten zou zoveel effectiever kunnen zijn als dit niet
enkel op basis Interpol-data geschiedt, maar ook op basis van
SIS-gegevens. Dit zou een grote voortgang kunnen betekenen in de
strijd tegen de mensensmokkel en drugshandel. Ook zou de Bulgaarse
toetreding tot Schengen bijdragen aan een verbetering van de
bewaking van de buitengrenzen van de EU. Ik zegde toe na te gaan
in hoeverre Nederland behulpzaam kan zijn t.a.v. de Schengen
questionnaire die Bulgarije binnenkort zal ontvangen.
* Volgens mevrouw Mingova (Supreme Judicial Council, SJC) is er
sprake van een groeiende wil tot samenwerking tussen rechterlijke,
wetgevende en uitvoerende macht. Het actieplan van minister
Tacheva kwalificeerde zij als een uiting van deze wil, die ook
binnen het SJC wordt gesteund. Met het oog op verdere versterking
van deze samenwerkingsbereidheid heb ik daarop een delegatie
Supreme Judicial Council uitgenodigd voor een werkbezoek aan
Nederland. Daarbij zouden Nederlandse ervaringen met de
implementatie van Europese regelgeving (regelgeving en
rechtspraktijk) en de uitwisseling van ervaringen tussen
rechterlijke macht en het OM kunnen worden gedeeld.
Social insluiting - jeugdzorg
Tijdens mijn bezoek werd, in aanwezigheid van de ministers Grancharova
en Maslarova (Werkgelegenheid en Sociaal Beleid), een overeenkomst
ondertekend met de UNICEF-vertegenwoordiging te Sofia ten aanzien van
de Nederlandse steun van EUR 0,3 mln uit het mensenrechtenfonds,
waardoor een proefproject voor de planning en verbetering van
jeugdzorgvoorzieningen op regionaal niveau mogelijk wordt gemaakt.
Vervolgens bezocht ik het internaat/beroepsopleiding `Knjaz Boris I',
waar één van de gehandicapte kinderen uit de Mogilino-documentaire,
waarover ik uw Kamer eerder berichtte (31 200 nr. 85), nu opgevangen
wordt en een opleiding krijgt. Uit alles werd duidelijk hoezeer de
opvang van dit soort kinderen verbeterd was. Ik benadrukte bij mijn
Bulgaarse gesprekspartners dat goede zorg voor dergelijke kinderen tot
de kernwaarden van de EU hoort en stelde dat Nederland zijn Europese
solidariteit zal tonen door steun te blijven verlenen aan de
inspanningen van de Bulgaarse regering op dit vlak.
Regionale onderwerpen
Naast de bespreking van de CVM-problematiek werd in mijn gesprekken
met premier Stanishev, minister Kalfin en minister Grancharova
gesproken over de wenselijkheid in EU-kader beter gebruik te maken van
de specifieke Bulgaarse expertise op het gebied van de relaties met de
Russische Federatie, Oekraïne, de Zwarte Zee-regio en de Westelijke
Balkan.
3. Roemenië (9-10 september)
CVM
Mijn gesprekken met ambtelijk staatssecretaris Matache (Europese
Zaken), minister Comanescu (Buitenlandse Zaken) en met minister
Predoiu (Justitie) werden gedomineerd door het CVM.
Minister Comanescu vond het CVM-rapport van juli jl. objectief. Hij
constateerde dat er een kritische massa is ontstaan van
hervormingsmaatregelen die hem het vertrouwen geven dat Roemenië de
einddoelen zal halen. Minister Comanescu was zich daarbij terdege
bewust van de kritiek op de rol van het Roemeense parlement t.a.v. de
bestrijding van corruptie. Volgens hem `sloot het net zich' rond
diegenen, die zich in hoge functies aan corruptie schuldig hadden
gemaakt.
Een verlenging van het CVM-regime zou volgens Comanescu `een klap
betekenen voor de geloofwaardigheid' ervan in Roemenië. Hier zou
eerder een ontmoedigende, dan een bemoedigende werking van uitgaan.
Het was niet fair de spelregels te veranderen tijdens de wedstrijd.
Ook de mogelijke koppeling tussen het CVM en o.a. Schengentoetreding
was volgens Comanescu uit den boze: voor beide processen gelden immers
andere mechanismen.
Ik repliceerde dat de uiteindelijke formulering van de
CVM-aanbevelingen een zaak van de Commissie zelf is. Voor wat betreft
het verband tussen CVM en Schengentoetreding: als op JBZ-terrein te
weinig voortgang wordt geboekt, bijvoorbeeld op het gebied van
corruptiebestrijding of het beheer van EU-fondsen, dan zal dat toch
zijn negatieve effecten hebben op de (politieke) beoordeling of
Roemenië al dan niet klaar is voor toetreding tot Schengen.
Bij een ontmoeting met de Roemeense Minister van Justitie Predoiu
sprak ik mijn teleurstelling uit over het gebrek aan resultaten op
JBZ-gebied en bestrijding van corruptie, zoals geconstateerd in het
laatste CVM-rapport. Er zijn meer inspanningen nodig om een beweging
in de goede richting te krijgen.
Minister Predoiou erkende dat het CVM een cruciaal instrument is voor
de justitiële hervormingen in Roemenië. Druk van buiten blijft nodig.
Gedurende langere tijd was er sprake geweest van een
`quasi-inactiviteit' op JBZ-gebied, waarin ook de noodzakelijke
dialoog met de rechterlijke macht was stilgevallen.
De problemen waren deels ontstaan door de gebrekkige financiering van
het justitieel systeem. In de jaren '90 werd er vrijwel niets in
geïnvesteerd, waardoor het systeem instortte. Daarna zijn er weliswaar
extra-fondsen vrijgemaakt, maar Predoiu stelde dat er nog steeds tijd
nodig was om de nodige maatregelen te nemen. Voor zomer 2009 zouden de
eerste resultaten te zien zijn; de uiteindelijke implementatie zou
plaatsvinden in de komende 2 jaar.
Minister Predoiu verwachtte dit najaar de nieuwe wetboeken van
Strafrecht (onder meer met Duitse twinningsassistentie tot stand
gekomen), Strafprocesrecht en Burgerlijke Rechtsvordering aan het
parlement voor te leggen waarmee een stap in de goede richting wordt
genomen bij het voldoen aan het eerste ijkpunt van het CVM.
De minister wil voorkomen dat deze wetsvoorstellen door middel van
`rubber stamping' door het parlement worden gejaagd; een actief debat
over deze voorstellen is zijns inziens noodzakelijk omdat een
inhoudelijk debat meer duidelijkheid kan bieden aan de rechterlijke
macht bij de uitvoering van deze wetten.
Tevens zal hij trachten het budget van het National Integrity Agency
(ijkpunt 2) verhoogd te krijgen. Voor wat betreft de strijd tegen
corruptie op hoog niveau (ijkpunt 3) stelde minister Predoiu dat zijn
bewegingsruimte beperkt is. Het parlement weigert ondanks zijn wens
daartoe de immuniteit van oud-minister van Transport Mitrea en
voormalig premier Nastase op te heffen. Minister Predoiu verwachtte
dat een nieuw verzoek tot opheffing van Nastase's immuniteit pas na de
komende verkiezingen, voorzien op 20 november a.s., door het parlement
zal worden behandeld.
Ik heb in mijn gesprekken verwezen naar de goede bilaterale
samenwerking bij de Roemeense hervormingsinspanningen in de justitiële
sector, zoals een project op het gebied van kennisvergroting van
Europees recht.
* Omdat van Roemeense zijde tevens werd aangegeven dat er behoefte
bestaat aan specifieke kennisoverdracht op het gebied van Europees
strafrecht, heb ik aangegeven dat samenwerkingsmogelijkheden op
dit terrein kunnen worden onderzocht.
* Mogelijkerwijs zal een nieuw project worden voorgesteld op het
gebied van integriteitsvraagstukken binnen de Nederlandse en
Roemeense magistratuur.
* Ook ondersteuning met een twinning karakter, zoals hogergenoemde
Duitse assistentie, zou tot de opties kunnen worden gerekend.
Regionale onderwerpen
In mijn gesprek met minister Comanescu (Buitenlandse Zaken) kwam een
aantal regionale onderwerpen aan de orde. Net als Bulgarije heeft
Roemenië ook grote ervaring met het omgaan met de Russische Federatie
en de landen in de Zwarte Zee-regio. Hiervan zou meer gebruik kunnen
worden gemaakt in EU-verband.
Werkontbijt met vertegenwoordigers Nederlandse bedrijfsleven
Tijdens een werkontbijt met vertegenwoordigers van het Nederlandse
bedrijfsleven in Roemenië concentreerde de discussie zich op het thema
corruptie. Het algemene gevoelen was dat er van onderop wel degelijk
veranderingen ten goede zichtbaar zijn. Dit heeft onder andere te
maken met verbeterde controles, stijgende inkomens en met de
ervaringen die inmiddels veel Roemenen in het buitenland hebben
opgedaan. Tegelijkertijd wordt gesignaleerd dat corruptie
geraffineerder wordt. Overigens worden ook vaak onkunde of angst om
beslissingen te nemen verward met corruptie, wat het beeld wel eens
vertroebelt.
Dinergesprek met autoriteiten en NGO's
Ook tijdens het dinergesprek met autoriteiten (Staatssecretaris van
Buitenlandse Zaken Buga en Staatssecretaris EU-coördinatie Ciobanu) en
non-gouvernementele organisaties (NGO's) kwam het CVM aan de orde.
Vanuit NGO-zijde (Institute for Public Policy) werd opgemerkt dat het
CVM in zijn huidige vorm `kwetsbaar' is, omdat de ijkpunten teveel op
het proces van juridische hervormingen als zodanig waren gericht,
terwijl de opbouw van uitvoeringscapaciteit onderbelicht bleef. Voorts
werd vanuit NGO-hoek scherpe kritiek geleverd op de CSM (Hoge Raad
voor de Magistratuur) en vooral op het parlement. Het parlement
speelde een kwalijke rol bij `high level'-corruptiedossiers en vormde
vaak een obstakel bij justitiële hervormingen.
Sociale insluiting - Roma
Tijdens een ontmoeting met vertegenwoordigers van NGO's en overheid
(de Roemeense ambtelijk staatssecretaris Matache en de met
Roma-aangelegenheden belaste staatssecretaris Bumbu) werd gesproken
over integratie van de Roma-minderheid in EU-perspectief. Hoewel door
de Roemeense overheid de nodige vooruitgang is geboekt op het gebied
van Roma-integratie, bijvoorbeeld op het terrein van gezondheidszorg
en onderwijs, gaan er ook nog veel dingen mis. Een gezamenlijke aanpak
binnen Europees verband is nodig. Zowel vanuit de EU als de Raad van
Europa zouden hiertoe initiatieven moeten worden genomen. Het is tijd
voor een politiek signaal dat als aanzet kan dienen naar meer
structurele samenwerking bij het delen van best-practices en kennis.
Volgens de NGO's is een deel van de EU-initiatieven tot dusver zonder
effect gebleven. In dit verband werd gewezen op het European Roma and
Travellers Forum. De grootste problematiek rondom Roma-integratie is
niet zozeer gekoppeld aan mensenrechtenaspecten maar aan sociale
problematiek.
Ik heb in dit verband gesteld dat het gebrek aan Roma-integratie kan
leiden tot misbruik hiervan door populistische partijen, zoals
recentelijk gebeurde in Italië. Sociale insluiting moet het
belangrijkste doel blijven, maar de eigen culturele identiteit dient
daarbij te worden gerespecteerd.
Alle partijen kwamen overeen om verder samen te werken bij de
totstandkoming van een gezamenlijke langetermijn strategie op Europees
niveau ter bevordering van Rome-integratie, mede met het oog op de
bijeenkomsten in het kader van de EU en de Raad van Europa.
4. Bilaterale post-accessie samenwerking met Bulgarije en Roemenië
Na de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie per 1
januari 2007 is begonnen met de geleidelijke uitfasering van de
diverse Matra-instrumenten.
De op de overheid gerichte instrumenten MPAP (Matra
pre-accessieprojecten) en Matra-flex (korte ambtelijke samenwerking)
zullen in het licht van de CVM-rapportages langer open worden gehouden
dan eerder voorzien. De aan CVM en sociale insluiting gerelateerde
activiteiten zullen onder MPAP nog tot en met 2009 kunnen worden
ingediend, wat betekent dat afronding uiterlijk in 2012 plaatsvindt.
De Matra-flex projecten kunnen tot en met 2011 worden ingediend met
afronding eveneens uiterlijk in 2012.
Ook de Matra-trainingen zullen langer voor Bulgarije en Roemenië
beschikbaar zijn: aanvragen kunnen tot en met 2011 worden ingediend
met deelname aan de opleidingen tot in 2012.
Een overzicht van de lopende samenwerkingsprojecten op het gebied van
CVM en sociale insluiting gerelateerde terreinen in Bulgarije en
Roemenië treft u aan in de bijlage bij deze brief, naast een
samenvattend overzicht van de Matra-activiteiten in beide landen sinds
het begin van de bilaterale samenwerking.
5. Macedonië (10-11 september 2008)
Aansluitend aan mijn bezoek aan Bulgarije en Roemenië heb ik op 10 en
11 september een bezoek aan Macedonië gebracht. Mijn bezoek was
oorspronkelijk gepland voor 12 juni jl. maar werd uitgesteld vanwege
de binnenlandspolitieke onrust in Macedonië in de periode na de
vervroegde parlementaire verkiezingen van 1 juni. Het bezoek aan
Skopje werd afgelegd mede met het oog op het volgende
voortgangsrapport van de Commissie in november.
Tijdens mijn bezoek ondertekenden minister Milososki en ik een MoU
waarin de intentie tot intensivering en verbreding van de bilaterale
relatie wordt uitgesproken. Met vice premier Bocevski ondertekende ik
eveneens een MoU, gericht op de openstelling van de Matra en
Government-to-Government programma's voor Macedonië. Daarnaast gaf ik
een korte toespraak bij de opening van een seminar over Public
Internal Financial Control dat werd gehouden in het kader van een
EU-twinningproject tussen het Nederlandse en het Macedonische
Ministerie van Financiën, waarin ik ben ingegaan op het belang van
transparant beheer van openbare financiën zowel voor individuele
lidstaten, als voor de EU zelf. Tenslotte nam ik deel aan een debat
met vertegenwoordigers van lokale NGO's over de rol van het
maatschappelijk middenveld in Macedonië.
Gesprekspartners van regeringszijde waren doordrongen van het belang
van snelle toenadering tot de EU. Zij betoogden dat Macedonië goede
voortgang boekt met de uitvoering van de 8 korte termijn
kernprioriteiten (beter bekend als de `benchmarks') uit het
Raadsbesluit van maart 2008. Driekwart van de benodigde maatregelen,
die gelden als voorwaarde voor het zetten van nieuwe stappen in het
pre-accessietraject, zou inmiddels zijn geïmplementeerd. Ook werd ik
geinformeerd over de uitvoering door de Macedonische regering van de
aanbevelingen van het ODIHR rapport over de recente verkiezingen,
waarbij m.n voorrang wordt gegeven aan het aanpassen van de kieswet en
de berechting van de schuldigen van de onregelmatigheden tijdens de
verkiezingen. Premier Gruevski gaf aan dat eind 2008 aan alle
voorwaarden zal zijn voldaan. In de visie van de regering Gruevski is
de naamskwestie met Griekenland in feite het belangrijkste resterende
obstakel voor verdere stappen in het integratieproces.
Ik heb gewezen op het brede draagvlak dat binnen de EU bestaat voor
het Europees perspectief van Macedonië en mijn waardering uitgesproken
voor de bereikte resultaten. Daarbij heb ik tegelijkertijd de
gebrekkige voortgang op de politieke benchmarks ter sprake gebracht,
m.n. het gebrekkig functioneren van de parlementaire democratie, het
ontbreken van een constructieve politieke dialoog en de toenemende
invloed van de coalitieregering op het ambtenarenapparaat en de
rechterlijke macht. Ook heb ik gewezen op de onregelmatigheden tijdens
de verkiezingen van juni dit jaar, een punt waar de internationale
gemeenschap zwaar aan tilt. Ik heb aangegeven dat Macedonië er dan ook
rekening mee moet houden dat de CIE in de komende voortgangsrapportage
voor 2008 nog geen positief advies voor de start van de
toetredingsonderhandelingen zal geven. Onder verwijzing naar de
ervaringen met Roemenië en Bulgarije heb ik daarbij benadrukt dat
duidelijkheid en striktheid ten aanzien van de toetredingscriteria
noodzakelijk is en de nadruk moeten liggen op een kwalitatief goed
hervormingsproces en dat nieuwe stappen in het uitbreidingsproces
daarom pas in 2009 zijn te verwachten. Tenslotte heb ik de
bewindspersonen gevraagd zich te blijven concentreren op het uitvoeren
van de benchmarks en de naamskwestie niet te gebruiken om
tekortkomingen in de voortgang op de benchmarks te verhullen. Met
betrekking tot de etnische problematiek in Macedonië (met name tussen
de etnisch-Macedonische en de etnisch-Albanese bevolkingsgroepen)
benadrukte ik dat het belangrijk is dat de regering aan de EU laat
zien dat Macedonië een thuis is voor alle minderheden en de regering
er is voor alle Macedoniërs. Uitvoering van het Ohrid Framework
Agreement, waarin afspraken zijn gemaakt over het garanderen van een
gelijkwaardige positie van alle bevolkingsgroepen, inclusief de
Albanese minderheid, is dan ook een blijvende randvoorwaarde.
Mijn gesprekspartners leken, ondanks hun positief getoonzette visie
ten aanzien van het verloop van het pre-accessie proces, er zich van
bewust dat ze geen al te hoge verwachtingen moeten koesteren t.a.v. de
begin november te verwachten voortgangsrapportage van de Europese
Commissie. Minister Milososki en vice premier Bocevski gaven aan dat
de bevolking desalniettemin een positieve prikkel nodig heeft na de
teleurstelling van de NAVO-top in Boekarest. In antwoord op de vraag
of Nederland in dat verband het visumliberalisatieproces kan
versnellen gaf ik aan dat Nederland graag bereid is hier welwillend
naar te lijken, mits Macedonië voldoet aan alle technische criteria
van de EU roadmap voor visumliberalisatie. Minister Bocevski bracht
aan mij een uitnodiging over voor mijn collega's van Justitie en
Binnenlandse Zaken om naar Skopje te komen om zich op de hoogte te
stellen van de voortgang.
In een kort gesprek met parlementariër Imer Aliu, van de etnisch
Albanese oppositiepartij DPA, werd vooral gesproken over de jongste
ontwikkelingen binnen zijn partij (waar zeer recent een afsplitsing
heeft plaats gevonden) en over het toetredingsproces van Macedonië tot
de EU en de NAVO.
Tijdens het ronde tafel debat met vertegenwoordigers van een aantal
NGO's ontstond een levendige discussie over de invloed die het
maatschappelijk middenveld heeft op het democratisch proces in
Macedonië. Er was veel kritiek op de regering, onder meer wordt deze
verweten geen uitvoering te geven aan de nationale strategie voor het
maatschappelijk middenveld, het maatschappelijk middenveld niet bij
beleidsprocessen te betrekken en democratisch beginselen te
verwaarlozen. De aanwezigen gaven aan behoefte te hebben aan een
structurele dialoog met de autoriteiten en riepen de internationale
gemeenschap op druk uit te blijven oefenen op de regering om dit tot
stand te brengen. Ik heb aangegeven dat het maatschappelijke
middenveld in Macedonië belangrijke resultaten heeft bereikt en dat
het door de jaren heen voortdurend een drijvende en bindende kracht
van de samenleving vormt,. Ik heb aangegeven dat Nederland het
maatschappelijk middenveld zal blijven ondersteunen.
Mijn bezoek had ook een duidelijk bilateraal tintje. In afzonderlijke
gesprekken met minister Milososki en vice premier voor Europese
Integratie Bocevski hebben we gesproken over het veranderende karakter
van de bilaterale samenwerking waarbij het accent verschuift van
ontwikkelingssamenwerking naar een bredere relatie met meer aandacht
voor economische en culturele samenwerking, politieke dialoog en
ondersteuning van het pre-accessieproces. Ik verwees in dat verband
naar de Nederlandse grondhouding ten aanzien van het toetredingsproces
van Macedonië: we zijn strikt ten aanzien van de toetredingcriteria
maar tegelijkertijd bieden we waar mogelijk concrete ondersteuning om
deze te vervullen. De ondertekening van de genoemde MoUs over
respectievelijk de intensivering en verbreding van de bilaterale
relatie en de openstelling van de Matra en Government-to-Government
programma's geven hier uitdrukking aan. Het blijkt dat er in Macedonië
al veel belangstelling bestaat voor het Matra-programma en een aantal
voorstellen, o.m. op terrein van publieke en - culturele samenwerking,
is in voorbereiding. Besproken werden ook eventuele mogelijkheden voor
samenwerking tussen de permanente vertegenwoordigingen bij de EU.
De opgedane indrukken stemmen mij op meerdere punten tot zorg. Het
ontbreken van een constructieve, inhoudelijke politieke dialoog (met
name tussen de verschillende etnische groeperingen), de beperkte rol
van het Macedonische Parlement daarin, de geleidelijk doch
onmiskenbaar toenemende greep van de coalitieregering (met name van
premier Gruevski's VMRO-DPMNE) op het ambtenarenapparaat en de
rechterlijke macht: het zijn ontwikkelingen die aantonen dat met name
het politieke klimaat in Macedonië er niet beter op wordt. De
Macedonische bewindslieden tonen zich in het dispuut met Griekenland
over de naamskwestie tot dusverre weinig compromisbereid.
De regering lijkt zich schoorvoetend neer te leggen bij een negatief
oordeel van de Europese Commissie bij de voortgangsrapportage begin
november a.s., ofschoon de publiekelijke retoriek de nieuwe inzichten
vooralsnog onvoldoende weerspiegelen.
Ter compensatie wordt naarstig aangedrongen op versnelling in het
proces naar visumliberalisatie en het alvast starten van het
`screening proces' ten aanzien van de stand van zaken betreffende de
implementatie van het acquis.
Bijlage
Samenvattend overzicht Matra-programma's en nog lopende bilaterale
projecten, gerelateerd aan het CVM en sociale insluitingsvraagstukken
in Bulgarije en Roemenië
Samenvattend overzicht Matra-programma's
Bulgarije
Sinds 1996 is Nederland met het Maatschappelijk Transformatie
Programma (Matra) actief in Bulgarije. In totaal heeft Nederland in
Bulgarije met Matra ca. EUR 20 miljoen ter beschikking gesteld voor
een groot aantal projecten in verschillende sectoren.
In het kader van Matra voor Goed Bestuur, dat zich in het bijzonder
richt op versterking van maatschappelijke organisaties, heeft
Nederland ongeveer EUR 12 miljoen ter beschikking gesteld voor
projecten op het gebied van wetgeving en recht, financiën, lokaal
bestuur, werkgelegenheid, sociaal beleid en cultuur. Aan projecten die
zich specifiek richtten op de verbetering van de situatie van
(gehandicapte) kinderen werd in totaal ca. EUR 3 miljoen besteed.
Onder Matra voor Goed Bestuur worden sinds begin 2008 geen nieuwe
voorstellen voor Bulgarije meer goedgekeurd.
Uit het Matra-KAP is een veelheid van kleine activiteiten
gefinancierd, waarbij prioriteit gegeven werd aan de sectoren JBZ en
sociale insluiting.
In het kader van Matra voor Europese Samenwerking (MES) heeft
Nederland vanuit het Matra-Preaccessieprogramma (MPAP) ca. EUR 5
miljoen ter beschikking gesteld voor projecten in onderwijs,
jeugdzorg, gehandicaptenzorg, welzijn, verbetering van de positie van
minderheden (Roma), evenals kinderrechten.
Uit het MPAP werden onder meer succesvolle projecten voor verbetering
van de rechtersopleiding en versterking van de ombudsman gefinancierd.
Op dit moment wordt een project ter verbetering van de bestrijding van
mensenhandel ontwikkeld. Uit het Matra-flex werd onder meer
strategisch advies voor de hervorming van het Openbaar Ministerie
gefinancierd. Binnenkort gaat een trainingsproject op het gebied van
kinderzorg voor de Social Assistance Agency van start. (afhankelijk
van stand van zaken parlementsproject: ook zal ondersteuning aan het
BG parlement in de interactie met burgers/maatschappelijk middenveld
worden gegeven.
Roemenië
Sinds 1995 is Nederland actief geweest in Roemenië met het
Matra-programma. Naast de samenwerking tussen Nederlandse en Roemeense
NGO's op het terrein van goed bestuur, is Nederland sinds 1999 ook
actief in bilaterale pre-accessiesamenwerking en EU Twinningsprojecten
met de Roemeense overheid op dat terrein.
Tot nu toe heeft het Matra Projecten Programma voor ruim EUR 26,8
miljoen steun gegeven aan ruim 80 projecten. Daarmee is Roemenië een
van de meest begunstigde Matra-landen. Een aantal projecten is nog in
uitvoering. Vanaf 2008 is het Matra Projecten Programma niet meer
toegankelijk voor Roemenië. De laatste lopende projecten zullen in
2010/11 beëindigd worden.
Aan bod kwamen de sectoren welzijn (kinderen en gehandicapten),
onderwijs, minderheden (Roma) en mensenrechten (homoseksuelen),
openbaar bestuur (hervorming gevangeniswezen), gezondheidszorg (onder
meer geestelijke gezondheidszorg), milieu, wetgeving en recht en
media.
Ook in Roemenië werd uit het Matra-KAP een veelheid van kleine
activiteiten gefinancierd, onder meer in de sectoren JBZ en sociale
insluiting.
Van 1999 tot en met 2007 is vanuit het Matra preaccessieprogramma ca.
EUR 6 miljoen besteed aan projecten op het gebied van justitie,
wetgeving en recht, financiën, binnenlandse zaken, werkgelegenheid en
sociaal beleid en cultuur.
Lopende en goedgekeurde bilaterale projecten, gerelateerd aan het CVM
en sociale insluitingsvraagstukken
Bulgarije
Matra projectenprogramma (MPP)
* `TRACE: Training, Research, Analysis, Consultation and Education'.
Samenwerkingsproject van het Nederlandse Jeugd instituut (Nji) en
de Bulgaarse afdeling van de internationale NGO FICE; betreft de
oprichting van een centrum voor training, onderzoek, analyse,
consultatie en onderwijs. Doelstelling van het project is opbouw
van expertise en ontwikkeling van diensten voor het ondersteunen
van verbeteringen in het Bulgaarse onderwijs-zorgsysteem.
Dit project is, mede als gevolg van het bezoek dat ik bracht aan het
weeshuis Mogilino in februari van dit jaar, versneld van start gegaan.
Looptijd : augustus 2008 - januari 2011.
Matrabijdrage: EUR 427.800
* `Strengthening Private Enforcement' Project van de Nederlandse
organisatie CILC (Centre for International Legal Enforcement) te
Leiden, gericht op versterking van de deurwaardersfunctie in
Bulgarije.
Looptijd: september 2008 - februari 2011.
Matrabijdrage: EUR 576.410
* Versterking Bulgarian Judges Association: Het Nederlands Helsinki
Comité te den Haag voert samen met haar Bulgaarse counterpart een
project ter versterking van de "Bulgarian Judges Association" uit.
Looptijd: juni 2008 mei 2011
Matrabijdrage: EUR 601.000
* `Safeguarding Refugee Protection Bulgaria' Project van
Vluchtelingenwerk Nederland te Amsterdam met als thema
mensenrechten en capaciteitsopbouw.
Looptijd : juni 2008 - september 2010.
Matrabijdrage: EUR 249.717
* `Training for Democracy' Het Instituut voor Publiek & Politiek te
Amsterdam voert met de Bulgaarse "School of Politics"
Looptijd: april 2008 - maart 2011 .
Matrabijdrage: EUR 533.062
* `Supporting life with dignity for people with disabilities'
Samenwerkingsproject tussen de Nederlandse Stichting De Passerel te
Apeldoorn en de Bulgaarse counterpart BALIZ. Het project heeft als
doelstelling verbetering van de kansen op een menswaardiger bestaan
voor mensen met een verstandelijke beperking.
Looptijd: januari 2008 - december 2010.
Matrabijdrage: EUR 564.911
* `The Creation of a National Referral Mechanism in Bulgaria'
La Strada International (LSI) te Amsterdam startte op 1 januari 2008
het project "The Creation of a National Referral Mechanism in
Bulgaria" Het project beoogt de realisatie van de Bulgaarse versie van
het National Referral Mechanism (NRM), zodat (potentiële) slachtoffers
van mensenhandel toegang krijgen tot humanitaire (bescherming- en
re-integratie) programma's in Bulgarije.
Looptijd: januari 2008 - december 2010
Matrabijdrage: EUR 539.368
Matra Pre-accessie Projecten (MPAP): lopende projecten
* `Establishing a European Union Law Documentation Centre for the
Judiciary'
Gecommitteerd budget: EUR 350.000
* `Technical assistance through training for increasing the
administrative capacity of national, regional, local authorities
and courts in the field of gender equality'
Gecommitteerd budget: EUR 349.617
* `Strengthening the capacity of the Ombudsman of the Republic of
Bulgaria and the local public mediators to protect human rights,
counteract corruption and promote good governance'
Gecommitteerd budget: EUR 346.186
* `Strengthening the capacity of the National Fund Directorate as a
Future Single Certifying Authority and Future Competent Body for
receiving payments made under the EU Structural and Cohesion
Funds'
Gecommitteerd budget: EUR 425.000
* `Strengthening of institutional capacity of SIRENE Bureau
Bulgaria, implementatie van het Schengen acquis and Schengen
Informatie System' Gecommitteerd budget: EUR 325.000
* `Strengthening the administrative capacity of the Audit of EU
Funds Directorates as the Audit Authority of the Republic of
Bulgaria'
Gecommitteerd budget: EUR 400.000
* `Strengthening of the administrative capacity of the National
Customs Agency for applying and exercising control over the
measures and mechanisms of Common Agricultural Policy'
Gecommitteerd budget: EUR 350.000
MPAP: goedgekeurde maar nog niet lopende projecten
* `Trafficking in human beings in Bulgaria and the Netherlands-
joint efforts in counteraction'
Gepland budget: EUR 375.000
* `Introduction of correctional and therapeutical programmes for
work with juvenile offenders at the reformatory in the town of
Boychinovtsi'
Gepland budget: EUR 300.000
Matra-flex: lopende projecten
* `Enhanced capacity in child protection sphere'
Gecommitteerd budget: EUR 100.000
* `Elaboration of a strategy for improvement of the mechanism for
delivery and payment of technical aids (TA) for disabled people
based on Dutch experience' Gecommitteerd budget: EUR 49.857
* `The rendering of advice on strategic issues relating to the
conceptual framework of the reforms of the Public Prosecutor's
Office of the Republic of Bulgaria'
Gecommitteerd budget: EUR 100.000
Non-ODA Kiesgroepsteun: lopende projecten
* `Technical assistance for building up national administrative
capacity in disaster prevention (Beautiful Bulgaria)'
Gecommitered budget: EUR 350.000
* `Technical assistance for building up national administrative
capacity of the central administration in EU policies'
Gecommitteerd budget: EUR 383.580
Roemenië
Matra Projectenprogramma (MPP)
* Introductie van taak- en werkstraffen in Roemenië door het
Nederlands Helsinki Comité i.s.m. de Roemeense reclassering
Looptijd: oktober 2005 - september 2008
Matra-bijdrage EUR 454.000
* Empowerment van kinderen m.h.o.o. het functioneren in een
democratische maatschappij door International Child Development
Initiatives en het Roemeense Civil Society Development Fund
Looptijd: juli 2005 - december 2008
Matra-bijdrage EUR 451.761
* Verbeteren van de kwaliteit van leven van mensen met
psychiatrische problemen door Healthnet-TPO i.s.m. lokale
GGZ-instellingen
Looptijd: december 2006 - november 2009
Matra-bijdrage EUR 693.152
* Verbetering van onderwijs voor doven en slechthorenden door
Viataal
Looptijd: maart 2007 - februari 2010
Matra-bijdrage EUR 345.679
* Ophelderen en vastleggen van eigendomsrecht van landbouwgronden
door het Kadaster i.s.m. Roemeense gemeenten en andere
organisaties
Looptijd: september 2007 - november 2009
Matra-bijdrage EUR 267.989
* Kwaliteitsverbetering van de ouderenzorg door de Stichting Sutfene
en Roemeense ouderenorganisaties
Looptijd: augustus 2008 - juli 2011
Matra-bijdrage EUR 553.835
Matra Pre-accessie Projecten (MPAP): lopende projecten
* `Reforming of institutional structures of the high security mental
hospitals in Romania'
Gecommitteerd budget: EUR 300.000
* `Preventing juvenile delinquency in the areas of scholar
facilities' Gecommitteerd budget: EUR 400.000
* `Improved functioning and structural modernisation of the Romanian
Naval transport Police with Constanta port'
Gecommitteerd budget: EUR 399.996
* `Increasing the involvement of the local authorities in the fight
against trafficking in persons'
Gecommitteerd budget: EUR 400.000
MPAP: goedgekeurde nog niet lopende projecten
* `Improvement of the technical and operational implementation of
the Schengen acquis'
Gepland budget: EUR 500.000
Matra-flex: lopende projecten
* `Creating the National Integrated Rehabilitation System for Drug
Addicted Offenders'
Gecommitteerd budget: EUR 94.000
* `Improving the budgetary process in Romania'
Gecommitteerd budget: EUR 100.000
* `The implementation of a quality monitoring model at the Romanian
police level'
Gecommitteerd budget: EUR 100.000
* `Prison-Star: Training Topmanagement Romanian Prison system'
Gecommitteerd budget: EUR 98.000
Matra-flex: goedgekeurde nog niet lopende projecten
* `Support for improving the capacity of the Ministry of Justice'
Gepland budget: EUR 36.000
Non-ODOA Kiesgroepsteun: goedgekeurde nog niet lopende projecten
* `Establishment of a pilot center for intervention and training in
community mental health'
Gepland budget: EUR 300.000
FSA/Mensenrechtenfonds
* `Building Legal Capacity and Empowering the Roma - Community Based
Paralegals Pilot' Ontwikkeling en implementatie van een model voor
laagdrempelige rechtshulp door vrijwilligers en rechtenstudenten
aan de Roma-gemeenschappen in Roemenië
Bijdrage: EUR 39.310
* `Can you hear us?' Studie naar jeugdcriminaliteit in relatie tot
kindermisbruik. Doel is een wijziging in de rechterlijke
organisatie verantwoordelijk voor de berechting van deze kwetsbare
groep waarbij de focus op kinderen jonger dan 14 jaar ligt.
Bijdrage: EUR 57.000
* `Towards a EU Roma policy' Ontwikkeling en introductie op
EU-niveau van een Roma Policy Paper opgesteld door experts uit
Roma gemeenschap ter ondersteuning van beleidsvorming en
beleidsbeslissingen op EU-niveau inzake Roma-integratie.
Bijdrage: EUR 30.000
* `Proposal to Create a Coalition of Stakeholders to Effect
Education Reform Measures for Romania's Poorest Children'
Organisatie van een actieve lobby en nationaal debat alsmede het
opzetten van een nationaal actieplan teneinde de negatieve trend
in schoolparticipatie bij kinderen afkomstig uit arme gezinnen
tegen te gaan.
Bijdrage: EUR 30.000
* `I need to be a pupil too!' Organisatie van een
bewustwordingscampagne en het starten van een lobby onder
beleidsmakers en -beslissers ter ondersteuning van het recht op
onderwijs voor met name geestelijke gehandicapte kinderen.
Bijdrage: EUR 35.250
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken