Hoge Raad doet op dinsdag 7 oktober 2008 uitspraak in de
herzieningszaak Lucia de B
Den Haag, 3 oktober 2008 - Op 18 juni 2004 (LJN AP2846) heeft het hof
âs-Gravenhage in hoger beroep Lucia de B. voor zeven moorden, drie
pogingen tot moord, een aantal vermogens- en valsheidsdelicten en
meineed veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf en TBS.
Tegen deze uitspraak van het hof heeft Lucia de B. beroep in cassatie
ingesteld. Op 14 maart 2006 (LJN AU5496, NJ 2007, 345) heeft de Hoge
Raad de bestreden uitspraak vernietigd, maar uitsluitend wat betreft
de strafbaarheid en de sanctieoplegging, met verwijzing van de zaak
naar het hof Amsterdam. Het beroep is voor het overige verworpen.
Het hof Amsterdam, dat dus alleen over de strafoplegging moest
beslissen, heeft op 13 juli 2006 (LJN AY3864) Lucia de B. strafbaar
verklaard voor de bewezenverklaarde feiten en haar veroordeeld tot
levenslange gevangenisstraf.
Naar aanleiding van het strafproces tegen Lucia de B. heeft prof. dr.
A.A. Derksen zich gewend tot de Commissie Evaluatie Afgesloten
Strafzaken (hierna: CEAS), de zogenoemde commissie-Buruma, met het
verzoek een onderzoek te verrichten in deze zaak. De CEAS heeft een
onderzoek noodzakelijk geacht en een driemanschap benoemd. In zijn
rapport adviseerde het driemanschap het College van
procureurs-generaal om bij de Hoge Raad een herzieningsaanvrage in te
dienen.
Op 26 oktober 2007 heeft de procureur-generaal bij de Hoge Raad van
het College van procureurs-generaal het verzoek ontvangen om te
beoordelen of in het rapport van het driemanschap aanleiding kan
worden gevonden tot het indienen van een vordering tot herziening.
Naar aanleiding van dit verzoek heeft advocaat-generaal mr. G. Knigge
op 31 maart 2008 een rapport uitgebracht. Het onderzoek van de
advocaat-generaal is in het bijzonder gericht geweest op de moord op
een baby op 4 september 2001 in het Juliana Kinderziekenhuis in
âs-Gravenhage.
De advocaat-generaal heeft in de in het CEAS-rapport neergelegde
bevindingen geen grond gezien voor het indienen van een vordering tot
herziening.
De resultaten van het door de advocaat-generaal zelf geëntameerde
onderzoek zijn voor hem aanleiding geweest om op 17 juni 2008 een
vordering tot herziening in te dienen bij de Hoge Raad.
De raadsman van Lucia de B., mr. A.A. Franken, advocaat in Amsterdam,
heeft de eindconclusie van de advocaat-generaal onderschreven.
(Zie voor het verloop van deze zaak tot nu toe de website
rechtspraak.nl / dossiers / Lucia de B.)
Herzieningsprocedure
Onder bijzondere omstandigheden is het mogelijk dat inbreuk wordt
gemaakt op het uitgangspunt dat een onherroepelijk veroordeling door
de strafrechter definitief is. Dat is het geval als een aanvrage tot
herziening van zoân veroordeling wordt gedaan en na onderzoek gegrond
wordt bevonden. Dat kan, als het gaat om een nieuwe feitelijke
omstandigheid (een zogenaamd ânovumâ) die bij het onderzoek op de
terechtzitting de rechter niet is gebleken en die het ernstige
vermoeden wekt dat die, als de rechter daarmee bekend was geweest, tot
vrijspraak zou hebben geleid.
Uitspraak
De Hoge Raad zal op dinsdag 7 oktober 2008 om 12.00 uur uitspraak doen
in deze zaak.
Een samenvatting van de uitspraak zal rond 12.30 uur aan de pers
worden gestuurd en worden gepubliceerd op de website
hogeraad.nl/actualiteiten en de volledige uitspraak (met rolnr.
08/01492) wordt zo snel mogelijk daarna gepubliceerd op
rechtspraak.nl. onder LJN BD4153.
Persraadsheer mr. E.J. Numann is op dinsdag 7 oktober 2008 tussen
12.00 en 15.00 uur aanwezig voor het geven van een toelichting. Hij
kan telefonisch bereikt worden via het nummer 070-3611236.
In verband met te verwachten drukte hierbij het verzoek om, als media
aanwezig willen zijn bij deze uitspraak, dat uiterlijk maandag 6
oktober om 16.00 uur bij ondergetekende te laten weten, zodat gezorgd
kan worden voor een behoorlijke plaats in de zittingzaal etc.
Den Haag, 3 oktober 2008
mw. mr. E. Hartogs, griffier
tel 070-3611236
Bron: Hoge Raad der Nederlanden
Datum actualiteit: 3 oktober 2008 Naar boven
Gerechtelijke organisatie