Ingezonden persbericht


Alcoholgebruik onder jongeren in de regio Nijmegen gedaald

Het aantal jongeren dat alcohol drinkt, is in vier jaar tijd met 12% gedaald. Dit blijkt uit het jongerenonderzoek 'E-MOVO', dat in 2007-2008 onder 5.000 jongeren in de regio Nijmegen werd uitgevoerd. Waarschijnlijk hangt deze ontwikkeling samen met de veranderende houding van ouders: zij zijn minder tolerant ten aanzien van het alcoholgebruik van hun kind. Ook in andere opzichten zijn jongeren gezonder gaan leven. De regionale uitkomsten werden afgelopen vrijdag door Wim Keijzer, directeur GGD Regio Nijmegen, aangeboden aan de voorzitter van het Algemeen Bestuur: Lenie Scholten (tevens wethouder Zorg en Welzijn gemeente Nijmegen).

In 2003 had 63% van de jongeren alcohol gedronken in de voorgaande vier weken, in 2007 was dit percentage 51%. Deze daling is het meest opvallende resultaat uit het E-MOVO onderzoek (Elektronische Monitor en Voorlichting), dat door de GGD Regio Nijmegen eens per vier jaar wordt uitgevoerd onder jongeren in de regio. Ook op veel andere leefstijlaspecten is vooruitgang geboekt: jongeren zijn meer gaan bewegen, eten gezonder, roken en spijbelen minder en vrijen vaker veilig. Onderzoeker Marlene van der Star benadrukt dat het om lichte verbeteringen gaat en dat het gedrag van jongeren op veel fronten ver beneden de landelijk vastgestelde gezondheidsnormen blijft. "We hebben bijvoorbeeld nog steeds te maken met een groot aantal jongeren dat wél regelmatig drinkt, ook jongeren onder de 16 jaar. Een ander punt van zorg is hun geestelijke gezondheid: één op de vijf jongeren heeft te maken met psychosociale problemen en/of depressieve gevoelens."

Aandacht voor doelgroep en leefomgeving
Jongeren van alleenstaande ouders, jongeren van niet-Nederlandse herkomst, maar vooral ook jongeren met een vmbo-opleiding scoren gemiddeld slechter op een aantal leefstijlaspecten. Daarnaast maken de resultaten aannemelijk dat ouders een belangrijke invloed hebben op het (on)gezonde gedrag van hun kind. Doelgroepen dus die extra aandacht verdienen, vindt Van der Star. "De kans op succes is groter als we onze voorlichtingsactiviteiten richten op specifieke doelgroepen en hun leefomgeving." Als voorbeeld noemt ze het 'Traject VO en homoseksualiteit': een preventieprogramma voor scholen, waarbij op verschillende niveaus, met verschillende partijen wordt gewerkt aan de bewustwording bij leerlingen. "Op de scholen die met dit traject aan de slag zijn gegaan, wordt homoseksualiteit beter geaccepteerd, zo blijkt uit E-MOVO 2007-2008."

E-MOVO
E-MOVO wordt eens per vier jaar uitgevoerd door zes GGD'en in Gelderland en Overijssel en heeft als doel om gemeenten inzicht te geven in de gezondheid van de plaatselijke jeugd. Voor het recente onderzoek vulden leerlingen uit de klassen 2 en 4 van het (reguliere) voortgezet onderwijs via internet een lijst in van ruim 150 vragen. De vragen gingen over verschillende onderwerpen, zoals gezondheid, welzijn, beweging en voeding, genotmiddelen, seksualiteit en vrije tijd. Op basis van de anoniem ingevulde vragenlijsten ontving iedere leerling een persoonlijk leefstijladvies en handige tips en links voor een gezond leven.