Ministerie van Verkeer en Waterstaat

abcdefgh

Aan
de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG

Contactpersoon Doorkiesnummer
- - Datum Bijlage(n) 6 oktober 2008 - Ons kenmerk Uw kenmerk VenW/DGMo 2008/1635 2070827390 Onderwerp
kamervragen Arriva en CAO streekvervoer

Geachte voorzitter,

Hierbij ontvangt u de antwoorden op de vragen van het lid Jansen (SP) over het bericht dat Arriva in Groningen de afgesproken loonsverhoging voor buschauffeurs ter discussie stelt (ingezonden 14 augustus 2008).


1.
Wat is uw mening over het bericht dat Arriva in Groningen de, na lange en harde acties in het CAO-akkoord, afgesproken loonsverhoging voor buschauffeurs weer ter discussie stelt?


1.
CAO-onderhandelingen zijn een aangelegenheid tussen werkgevers en werknemers. De overheid is daar geen partij in en het past dan ook niet om daarover een mening te geven. Overigens heeft Arriva mij laten weten dat zij de deze zomer afgesloten CAO- streekvervoer zullen uitvoeren.


2.
Deelt u de mening dat het inleveren van ADV-dagen tot een verhoging van de arbeidsproductiviteit leidt? Zo ja, kunt u dit toelichten? Zo neen, bent u bereid Arriva op deze bewering aan te spreken?


2.
Zie het antwoord op vraag 1.

Postadres Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 351 61 71

Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Fax 070 351 78 95 bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)

VenW/DGMo 2008/1635


3.
Bent u bereid ­ wanneer Arriva voet bij stuk houdt ­ Arriva niet te laten delen in de eenmalige financiële bijdrage van het Rijk die onlangs werd vrijgemaakt om bij te dragen aan de oplossing van het CAO-conflict en andere problemen in het busvervoer? Zo neen, waarom niet?

3.
De financiële bijdrage van 16 miljoen euro, zoals gemeld in de brief aan uw Kamer op 18 juni 2008 (Kamerstuk 23645, nr. 219), is een beschikking aan provincies en stadsregio's. Hiermee worden zij in staat gesteld om bij te dragen aan het oplossen van knelpunten in het busvervoer, die deels te maken hebben met contractuele afspraken tussen decentrale overheden en vervoerders. Het is aan hen om, het geld te besteden. Het is derhalve niet aan mij om te bepalen welke vervoerder wel of geen deel van die bijdrage ontvangt.

Hoogachtend,

DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

J.C. Huizinga-Heringa


---