spoedritten: wat is de relatie tussen responstijden en
gezondheidswinst?'
Onderzoeksrapport 'Ambulance A1 spoedritten: wat is de relatie tussen
responstijden en gezondheidswinst?'
Kamerstuk, 6 oktober 2008
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
CZ-EKZ-2876149
6 oktober 2008
Hierbij doe ik u toekomen het onderzoek van de Nijmeegse onderzoeker,
dhr. P. Giesen, die op mijn verzoek een onderzoek heeft uitgevoerd
naar de relatie tussen responstijd en gezondheidswinst binnen de
ambulancezorg. Met dit onderzoek wordt invulling gegeven aan een
toezegging uit het algemeen overleg van 27 november 2007 aangaande
ambulancezorg. Toen heb ik toegezegd te willen kijken naar de
wetenschappelijke onderbouwing van de 15 minuten aanrijdtijd in
relatie tot een ook wel genoemde norm van 8 minuten. De norm van de 8
minuten wordt in de rapporten van de Raad voor de Volksgezondheid
(RVZ) "Schaal en Zorg" (2008) en Acute Zorg (2003) geadviseerd. Tevens
is met dit onderzoek invulling gegeven aan de motie van het kamerlid
mevrouw Arib met het kenmerk (29 835 32) over het aanscherpen van de
aanrijdtijden.
De norm in relatie tot gezondheidswinst
Het onderzoek heeft zich gericht op de relatie tussen gezondheidswinst
en aanrijdtijd. Momenteel hanteert de ambulancesector als veldnorm dat
bij spoed een ambulance binnen 15 minuten na melding ter plaatse moet
zijn. Deze 15 minuten is gebaseerd op de wettelijke 45 minuten norm
zoals vastgelegd in de Wet toelating zorginstellingen (Wtzi) voor het
bereiken van een Spoedeisende Hulp (SeH). De norm is opgebouwd uit 15
minuten aanrijdtijd voor de ambulance, 5 minuten voor stabiliseren van
de patiënt en daarna 25 minuten rijtijd om een SeH te bereiken. Het
rapport "Spreiding en bereikbaarheid 2008" van het Rijksinstituut voor
Volksgezondheid en Milieu (kenmerk cz-ekz-2854207) hanteert in het
verlengde hiervan ook de 15 minutennorm bij het vaststellen van de
ambulanceverdeling over Nederland en de benodigde ambulancecapaciteit.
Belangrijkste conclusie uit dit onderzoek is dat geen directe relatie
kan worden vastgesteld tussen bereikbaarheid (15 minuten aanrijdtijd)
en gezondheidswinst. Máár ook dat niet kan worden vastgesteld dat de
gezondheidswinst toeneemt als de aanrijdtijd wordt verlaagd naar 8
minuten. Deze conclusie is gebaseerd op een literatuurstudie,
(internationale) vragenlijst en interviews met deskundigen. Uit een
vergelijking tussen een aantal landen blijkt tevens dat de aanrijdtijd
in Nederland niet hoger ligt dan in andere landen. Alleen in Canada en
Australië wordt voor de verstedelijkte gebieden een norm van 9 minuten
gehanteerd. Echter, voor de plattelandsgebieden geldt in deze landen
geen norm. Uit het onderzoek blijkt dat er voor de 9 minuten norm ook
geen onderbouwing kan worden gegeven.
Acute hartstilstand
Wel blijkt uit het onderzoek dat bij een acute hartstilstand
wetenschappelijk kan worden vastgesteld dat de behandeling binnen zes
minuten moet worden gestart voor een goede kans op overleving. Zowel
een aanrijdtijd van 15 minuten als van 8 minuten is niet toereikend.
Hoewel ik het belangrijk vind dat bij acute hartstilstand snel wordt
gestart met behandeling vind ik het echter vanuit de aspecten van
kwaliteit en betaalbaarheid echter niet wenselijk om de ambulancezorg
in te richten op een aanrijdtijd van zes minuten. Naar mijn mening
komt de vakbekwaamheid van het ambulancepersoneel bij een aanrijdtijd
van 6 minuten onder druk te staan. Immers, ze zullen in verhouding
minder vaak moeten uitrukken waardoor ze ook minder vaak bepaalde
bekwaamheden kunnen uitoefenen. Daarnaast heeft het RIVM in 2003
uitgerekend dat er minimaal 323 mln. euro extra benodigd is om de
aanrijdtijd te verlagen naar 8 minuten en een dekking van 97% te
garanderen. Dit zou bijna een verdubbeling van het huidige
ambulancebudget inhouden.
Volgens mij kan beter worden gekeken naar andere instrumenten die
bijdragen aan een snelle hulpverlening bij acute hartstilstand. Ik
denk hierbij bijvoorbeeld aan initiatieven die momenteel in het land
ontstaan op het gebied van burgerhulpverlening met automatische
externe defibrillatoren (AED's) en de inzet van first responders als
brandweer, politie of huisarts/ huisartsenpost. Dit wordt ook
geadviseerd in het rapport van dhr. Giesen.
Tot slot
Hoewel uit het onderzoek blijkt dat de aanrijdtijd van de ambulance
slechts één van de determinanten is die van invloed zijn op de
gezondheidswinst van de patiënt blijft van belang om ervoor te zorgen
dat de ambulance snel ter plaatse is. Momenteel zie ik geen aanleiding
om de norm te verlagen naar 8 minuten. Wel vind ik het van belang om
in de discussie over bereikbaarheid en kwaliteit niet alleen te
focussen op het verlagen van de aanrijdtijden, maar om breder te
kijken naar aspecten die uiteindelijk leiden tot gezondheidswinst. Een
van de aanbevelingen uit dit rapport luidt ook dat er aanvullend
onderzoek nodig is om het complexe pallet aan determinanten die
gezondheidswinst bepalen in de spoedeisende ambulancezorg vast te
stellen. Het programma "Spoedzorg", dat ik heb belegd binnen ZonMw,
biedt mijns inziens hier een goede gelegenheid voor.
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport