Schermers over een operatiestop in twee ziekenhuizen
Antwoorden op kamervragen van Schermers over een operatiestop in twee
ziekenhuizen
Kamerstuk, 6 oktober 2008
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
CZ-K-U-2880747
6 oktober 2008
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid
Schermers (CDA) over een operatiestop in twee ziekenhuizen (2008Z02840
/ 2080900550).
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Schermers over een
operatiestop in twee ziekenhuizen (2008Z02840/2080900550).
1
Bent u bekend met de berichten over de sluiting van de operatiekamers
van de IJsselmeerziekenhuizen?
1
Ja.
2
Hoe beoordeelt u het handelen van de Raad van Bestuur en de Raad van
Toezicht in dezen, mede in het licht van de constatering van de
Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) dat de operatiekamers niet aan
de eisen voldoen en dat in april jongstleden aan de Raad van Bestuur
heeft kenbaar gemaakt?
2
Het is ontoelaatbaar dat deze problematiek al geruime tijd bekend was
bij de Raad van Bestuur, maar dat noch ten aanzien van de
luchtbehandeling, noch ten aanzien van het regelen en nakomen van het
gedrag gericht op infectiepreventie maatregelen zijn genomen door de
Raad van Bestuur of medisch specialisten. De heersende cultuur in het
ziekenhuis heeft verantwoorde zorg in de weg gestaan. Ik maak me hier
ernstige zorgen over en ben van mening dat het op non-actief stellen
van de voorzitter van de Raad van Bestuur daarom onvermijdelijk en
noodzakelijk was. Daarnaast ga ik ervan uit dat de Raad van Toezicht
zich goed laat informeren en niet alleen afgaat op informatie vanuit
de Raad van Bestuur.
3
Wat is de bemoeienis geweest van de IGZ tussen april en september?
3
De IGZ is de onverantwoorde situatie op beide operatiekamercomplexen
(luchtbehandeling, gedrag rond infectiepreventie) op het spoor gekomen
in het kader van het landelijke thematische project "toezicht
postoperatief proces" (op 26 en 27 augustus 2008). Naar aanleiding van
verontrustende informatie is ook onderzoek gestart naar het
peroperatief proces. Dit onderzoek is op 12 september 2008 afgerond.
De IGZ heeft hierop direct actie ondernomen.
De Raad van Bestuur was al sinds april 2008 op de hoogte van deze
situatie, maar zij heeft hierop geen actie ondernomen. Zij heeft zelfs
de meetresultaten van de luchtbehandeling op de OK in Lelystad niet
intern bekend gemaakt, maar onder zich gehouden. De Raad van Bestuur
heeft noch de Raad van Toezicht noch de IGZ geïnformeerd over deze
onverantwoorde situatie.
4
Hoe gaat u ervoor zorgen dat de patiënten uit Lelystad en Emmeloord
tijdig zorg van goede kwaliteit krijgen?
4
Zie ook antwoord op vraag 5.
5
Is de bereikbaarheid van zorg van goede kwaliteit voor de patiënten
uit het verzorgingsgebied van de IJsselmeerziekenhuizen voldoende
gewaarborgd? Wat is de reistijd in acute gevallen van de plaats in het
verzorgingsgebied van de IJsselmeerziekenhuizen die het verste weg
ligt van de ziekenhuizen in Zwolle, Sneek, Almere en Harderwijk, die
de zorg voor de patiënten uit Lelystad zullen moeten overnemen?
4 en 5
Vorige week zijn afspraken gemaakt met de GGD Flevoland over het
overnemen van de acute en verloskundige zorg door de omliggende
ziekenhuizen binnen de wettelijke norm van 45 minuten. Ik heb hierbij
als voorwaarde gesteld dat het noodzakelijke ambulancevervoer voor
deze patiënten gegarandeerd moet zijn. Daarbij is ook afgesproken dat
voortdurend in de gaten wordt gehouden of de inzet van ambulances in
de praktijk daadwerkelijk voldoende is. De IGZ monitort de
aanrijtijden en de situatie in de omliggende ziekenhuizen scherp. In
de afgelopen dagen heeft de IGZ geen problemen geconstateerd. De IGZ
zal uiteraard ook de komende periode scherp toezicht blijven houden.
Ook de regionale ambulancevoorzieningen (RAV) monitoren momenteel een
paar keer per dag alle ritten. De conclusie is dat met de huidige
capaciteit de RAV de 45 minuten-norm aankan. Op het moment dat men het
niet meer aankan, kunnen afspraken gemaakt worden met de
zorgverzekeraars om de capaciteit uit te breiden, maar dit is
momenteel niet aan de orde.
6
Vindt u het nog verantwoord dat de afdeling verloskunde open blijft,
nu er geen keizersneden meer kunnen worden verricht? Zo neen, hoe
waarborgt u dan de kwaliteit en bereikbaarheid van de verloskundige
zorg voor de patiënten uit het verzorgingsgebied van de
IJsselmeerziekenhuizen?
6
De verloskunde heeft in dit traject bijzondere aandacht. Ook op het
gebied van de verloskunde is gezorgd voor alternatieve
opvangmogelijkheden binnen de wettelijke norm van 45 minuten. Dit
geldt zowel voor thuisbevallingen als voor de bevallingen in het
ziekenhuis die worden begeleid door de verloskundigen.Omdat er een
alternatief is, is plaatsing van een nood-OK-unit volgens de IGZ voor
de acute zorg en de verloskunde op dit moment niet noodzakelijk. Dit
laat onverlet dat partijen plaatsing wel wenselijk kunnen vinden. Uit
de brieven van de verloskundigen en de gynaecologen aan de IGZ begrijp
ik dat zij daar een sterke voorkeur voor hebben. Het is belangrijk om
te benadrukken dat de IGZ plaatsing van een mobiele OK-unit niet heeft
verboden. Als partijen (ziekenhuizen, chirurgen, gynaecologen,
verloskundigen, kinderartsen, zorgverzekeraar) in gezamenlijk overleg
en in afweging van de verschillende problemen en mogelijkheden
plaatsing van een mobiele OK-unit het meest wenselijk achten, dan is
dat hun verantwoordelijkheid en hebben ze alle vrijheid om dat te
regelen. De IGZ zal dan toetsen of deze unit verantwoord gebruikt kan
worden. Net zoals de IGZ zal toetsen hoe de verloskunde verloopt als
er géén unit is en de zorg wordt uitbesteed naar de omliggende
ziekenhuizen. De komende tijd zullen de beroepsgroepen, ziekenhuizen
en zorgverzekeraar deze afwegingen moeten maken.
1) Algemeen Dagblad, 18 september 2008
Toelichting: deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen
terzake van het lid Agema (PVV), ingezonden 19 september 2008
(vraagnummer 2008Z02783 / 2080900410) en van de leden Van der Veen en
Bouwmeester (beiden PvdA), ingezonden 22 september 2008 (vraagnummer
2008Z02836 / 2080900510)
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport