Nederlands Vaccinatie Instituut


Mazelen onder Utrechtse kinderen

zondag, 05 oktober 2008

Nederland kampt met een mazelenuitbraak. Bij achttien kinderen in Utrecht is onlangs de mazelen geconstateerd. De besmette kinderen waren vanwege levensbeschouwelijke motieven niet gevaccineerd. Eerder dit jaar was er al een mazelenuitbraak in Den Haag onder antroposofische kinderen. Nederland heeft een vrij hoge vaccinatiegraad voor mazelen: maar liefst 96% van de zuigelingen is ingeënt tegen de ziekte. De vaccinatiegraad voor de zogenoemde BMR-ziekten (bof, mazelen, rodehond) is daarmee één van de hoogste in Europa. Toch doet zich hier eens in de zeven à acht jaar een epidemie voor. De laatste was in 1999/2000, waarbij in ieder geval meer dan 3000 mensen (vooral kinderen) besmet raakten en drie kinderen overleden.

Eilanden met ongevaccineerden

De mazelenuitbraken in Nederland vinden vrijwel steeds plaats omdat de (weinige) kinderen die niet gevaccineerd zijn, meestal dicht op elkaar leven. Zowel bij de epidemie in 1999/2000 als bij de huidige uitbraak onder Utrechtse kinderen, gaat het om groepen die op levensbeschouwelijke gronden afzien van vaccinatie, zoals bevindelijk gereformeerden en antroposofen. 'Zo ontstaan eilanden met een zeer lage vaccinatiegraad', vertelt Susan Hahné van het RIVM in Vaste Prik van september 2008.

In de afgelopen zomer was er al een mazelenuitbraak in Den Haag. Deze uitbraak speelde zich voornamelijk af op twee scholen met een antroposofische identiteit. Hahné vreesde toen al dat de uitbraak zou overslaan naar de 'Bible belt'. 'Als dat gebeurt, is de kans op een nieuwe uitgebreide epidemie zeer groot', sprak zij toen. De uitbraak in Utrecht lijkt haar vrees te bevestigen. Tussen 28 april en 1 oktober 2008 werden 98 patiënten met mazelen gemeld: 53 in Den Haag en 18 (tot nu toe) in Utrecht. Het overgrote deel van deze patiënten was niet gevaccineerd tegen mazelen.

Ernstige complicaties

Mazelen kan op kinderleeftijd vrij onschuldig verlopen, maar kinderen kunnen van mazelen ook zeer ziek zijn. Voor volwassenen geldt dat nog veel sterker. Daarom worden kinderen in Nederland sinds 1976 ingeënt tegen mazelen via de BMR-prik. We vaccineren vooral tegen mazelen om ernstige complicaties te voorkomen zoals longontsteking, middenoorontsteking, bronchitis en hersenontsteking (encefalitis). In 5 tot 10 procent van de gevallen ontstaan secundaire bacteriële infecties, zoals oorontstekingen en longontsteking. Encefalitis is zeldzamer: één tot drie per 10.000 gevallen. Mazelen kan dodelijk zijn. Een geneesmiddel is er niet.

De meeste kinderen zijn tegen mazelen gevaccineerd via de zogeheten BMR-prik (bof, mazelen, rode hond), die in het
Rijksvaccinatieprogramma is opgenomen. Kinderen krijgen die BMR-vaccinatie bij 14 maanden en 9 jaar. De kans dat gevaccineerde kinderen de mazelen krijgen, is erg klein.

Bronnen:

AD, maandag 29 september 2008:

Mazelen onder Utrechtse kinderen

Cijfers: Nationale Atlas Volksgezondheid

Artikel Vaste Prik, nummer 03, september 2008:

Smeulende vuurtjes in Europa