Brussel, 3 oktober 2008
EU-verslag: ouders geconfronteerd met tekort aan kinderopvang
De kinderopvang in de EU beantwoordt niet aan de behoeften van de ouders,
ondanks de vooruitgang die is geboekt - dat blijkt uit een verslag dat de
Europese Commissie vandaag publiceert. Het verslag concludeert dat de meeste
landen de streefdoelen - kinderopvang voor 90% van de kinderen tussen drie
jaar en de schoolgaande leeftijd, en voor 33% van de kinderen onder de drie
jaar - die de EU-leiders in 2002 in Barcelona hebben vastgesteld, niet
halen. Deze "Barcelonadoelstellingen" maken een integrerend deel uit van de
EU-strategie voor groei en werkgelegenheid en moeten jonge ouders - en met
name vrouwen - in staat stellen te gaan werken. Het verslag van vandaag
maakt deel uit van een groter pakket maatregelen van de Commissie om het
evenwicht tussen werk en privéleven voor alle Europeanen te verbeteren (zie
IP/08/1450).
"Wij staan nog ver van onze doelstellingen inzake kinderopvang en we
moeten onze inspanningen opvoeren! Passende en toegankelijke
kinderopvang is van cruciaal belang om ouders in staat te stellen te
gaan werken, gelijke kansen van vrouwen en mannen te bevorderen en de
sociale inclusie te versterken", aldus Vladimír Spidla, commissaris
voor Werkgelegenheid, sociale zaken en gelijke kansen. "Kinderopvang
is een vitaal onderdeel van onze reactie op de vergrijzing van de
bevolking: als ouders niet op ondersteunende dienstverlening kunnen
rekenen, is de kans groot dat ze ervoor kiezen minder kinderen te
krijgen. De huidige dienstverlening is en blijft onvoldoende. De
nationale regeringen moeten hier werk van maken - de EU zal hun
inspanningen ondersteunen met een half miljard euro EU-steun tussen nu
en 2013 voor het uitbouwen van de kinderopvang."
Kinderopvang en de toegang van ouders tot een betaalde baan hangen
rechtstreeks met elkaar samen. Over de hele EU verklaren meer dan 6
miljoen vrouwen tussen 25 en 49 jaar dat zij zich verplicht zien niet
of slechts deeltijds te gaan werken vanwege hun gezinsverplichtingen.
Voor meer dan een kwart van hen is het gebrek aan - of de prijs van -
kinderopvang het voornaamste probleem. De toegang tot betaalbare
kinderopvang van goede kwaliteit tijdens de uren van de dag waarop
ouders en kinderen die nodig hebben is een sleutelfactor voor de
verbetering van de toegang van vrouwen tot de arbeidsmarkt.
Ouders in staat stellen te gaan werken kan ook armoede onder werkenden
voorkomen en armoede onder alleenstaande ouders, die een veel groter
armoederisico lopen (32%, tegen gemiddeld 17% voor gezinnen met een
kind), helpen terugdringen.
Tot slot is passende kinderopvang, in het licht van de huidige
vertraging van de bevolkingsgroei in Europa, ook een stimulans om een
gezin te stichten. De lidstaten met de hoogste geboortecijfers zijn
ook die waar het meest is gedaan om het evenwicht tussen werk en
privéleven voor ouders te verbeteren, en de arbeidsparticipatie van
vrouwen is daar ook het hoogst.
Het verslag van vandaag bevat voor het eerst geharmoniseerde en
vergelijkbare gegevens over het gebruik van "formele" vormen van
kinderopvang in de lidstaten. Uit deze cijfers blijkt dat in de meeste
landen van de EU bij lange niet wordt voldaan aan de vraag naar
kinderopvang, waardoor ouders (vooral vrouwen) problemen ondervinden
om te gaan werken. Hoewel er enige vooruitgang is geboekt, moet er nog
veel worden gedaan om te komen tot een bevredigend aanbod aan
kinderopvang, vooral voor kinderen onder de drie jaar.
De situatie zou kunnen worden verbeterd door nieuwe
kinderopvangplaatsen in te richten en de informele kinderopvang te
professionaliseren, bijvoorbeeld door kwaliteitsnormen op te stellen,
de arbeidsvoorwaarden en lonen te verbeteren en het
kinderopvangpersoneel op te leiden. Daarnaast moet aan de specifieke
behoeften van ouders met atypische werktijden of zieke kinderen worden
tegemoetgekomen.
Alle betrokkenen, met name de nationale en lokale overheden alsmede de
werkgevers en werknemers, moeten een actieve rol spelen bij het
uitbouwen van toegankelijke, betaalbare kinderopvang van goede
kwaliteit voor de jongste kinderen. De Commissie heeft geen directe
bevoegdheden inzake kinderopvang. Wel zal zij steun verlenen om
vooruitgang te boeken op weg naar de Barcelonadoelstellingen; met name
zal zij:
* alle betrokkenen aanmoedigen ten volle gebruik te maken van de
mogelijkheden van medefinanciering in het kader van het Europees
Sociaal Fonds;
* de vooruitgang op weg naar de Barcelonadoelstellingen op de voet
blijven volgen en ondersteuning bieden door vergelijkbare
statistieken van goede kwaliteit aan te leveren en zo nodig
bepaalde lidstaten specifieke aanbevelingen te doen;
* de uitwisseling van nationale ervaringen inzake kinderopvang
bevorderen via de diverse programma's voor de uitwisseling van
goede praktijken, en onderzoek naar de arbeidsomstandigheden in de
sector van de voorschoolse kinderopvang aanmoedigen.
Zie ook MEMO/08/592
European Union