KAMERVRAGEN EN ANTWOORDEN
03-10-2008
Kamervragen over het werken met benzeen door defensiepersoneel
Vraagsteller: Leden De Wit en Poppe (SP)
Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de vragen van de leden De Wit
en Poppe over het werken met benzeen door defensiepersoneel
(ingezonden 16 september 2008 met kenmerk 2008Z02501).
DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE,
drs. J.G. de Vries
benzeen door defensiepersoneel | 100 kB
Ministerie van Defensie
Postbus 20701
2500 ES Den Haag
Telefoon (070) 318 81 88
Fax (070) 318 78 88
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Plein 2
2511 CR Den Haag
Datum 3 oktober 2008
Ons kenmerk D/2008025764
Onderwerp Antwoorden op vragen van de leden De Wit en Poppe over
het werken met benzeen door defensiepersoneel
Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de vragen van de leden De Wit en Poppe over het
werken met benzeen door defensiepersoneel (ingezonden 16 september 2008 met kenmerk
2008Z02501).
DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
drs. J.G. de Vries
Pagina 1/7
Ministerie van Defensie
Antwoorden op de vragen van de leden De Wit en Poppe (beide SP) over het werken
met benzeen door defensiepersoneel (ingezonden 16 september 2008 met kenmerk
2008Z02501).
1
Bent u op de hoogte van de zaak van de ex-Konstabel die in dienst is geweest bij het
ministerie van Defensie en in die functie mede als taak heeft gehad de wapens en
vuurmiddelen aan boord van een marinefregat schoon te maken met het
ontsmettingsmiddel/reinigingsmiddel PX 10? Bent u er voorts van op de hoogte dat de
betreffende persoon nu in een procedure is verwikkeld met het ministerie over het
vergoeden van de schade die is veroorzaakt door dit middel PX 10?
Ja.
2
Erkent u het oorzakelijk verband in deze kwestie tussen het werken met het middel PX
10 en de gezondheidsklachten van de ex-Konstabel? Zo ja, kunt u toelichten waarom
het zo lang moet duren voordat het ministerie overgaat tot het vergoeden van de
schade? Kunt u zich voorstellen dat gedupeerden zich in de steek gelaten voelen door
het ministerie van Defensie, als ex-werkgever, vanwege het trage handelen? Bent u
bereid nu haast te maken en niet langer te treuzelen in de procedures over
aansprakelijkheid?
Ja, want aangenomen wordt dat de arbeidsomstandigheden van betrokkene in het verleden
in belangrijke mate hebben bijgedragen aan het risico op de ziekte waar hij aan lijdt.
Op 7 januari 2008 is Defensie aansprakelijk gesteld. Na diepgaand medisch, historisch en
feitenonderzoek is de aansprakelijkheid op 10 juni 2008 erkend. Voor een complexe
letselschadeclaim, als de onderhavige, is een beslissingstermijn van vijf maanden niet lang of
ongebruikelijk, hoewel ik me kan voorstellen dat gedupeerden ook een termijn van vijf
maanden nog lang vinden.
Pagina 2/7
Ministerie van Defensie
Defensie laat gedupeerden niet in de steek. Voor betrokkene geldt dat nog tijdens zijn
dienstverband, en voordat sprake was van een schadeclaim tegen Defensie, hij geplaatst is
bij de Sociaal Medische Dienst Koninklijke Marine te Driehuis, waar hij de nodige zorg en
begeleiding ontving en is vanwege het ontvangen van zorg zijn ontslagdatum opgeschoven.
Na zijn leeftijdsontslag is de begeleiding en zorg overgenomen door een zorgcoördinator van
het Zorgloket voor militaire oorlogs- en dienstslachtoffers.
3
Is u bekend hoeveel medewerkers van het ministerie van Defensie in het verleden
hebben gewerkt met PX 10? In welke periode exact hebben defensiemedewerkers met
PX 10 gewerkt?
4
Is het waar dat het middel PX 10 benzeen en/of verwante stoffen als xyleen en tolueen
bevatte? In welke hoeveelheden is PX 10 toegepast? In welke omstandigheden is met
deze stof gewerkt?
5
Vanaf welk moment exact is het werken met PX 10 verboden voor
defensiemedewerkers? Wat waren destijds de redenen om het werken met dit middel
te verbieden? Is dit verbod gebaseerd op een wet of regel? Zo ja, welke? Is dit een
algemeen verbod of gold dit verbod alleen voor defensiepersoneel?
Het is niet precies bekend vanaf welk jaar PX-10 toegepast is. In ieder geval is het sinds
halverwege de zeventiger jaren gebruikt. PX-10 is vanaf begin jaren tachtig uitgefaseerd en
sinds 1995 niet meer in gebruik.
Het is niet precies bekend hoeveel personen daadwerkelijk met PX-10 hebben gewerkt.
Het werd door aangewezen personeel toegepast voor het gereedmaken van wapens voor
langdurige opslag (conserveren) en voor het gebruiksgereed maken van wapens na opslag
(deconserveren). Het is daarnaast door een groot aantal militairen bij de Koninklijke Marine
en Korps Mariniers, maar ook bij de andere krijgsmachtdelen, gebruikt als reinigingsvloeistof
voor wapens in het kader van onderhoud.
Pagina 3/7
Ministerie van Defensie
De exacte samenstelling van PX-10 laat zich lastig vaststellen. De samenstelling kon per
leverancier wisselen. Het is niet uit te sluiten dat in de zeventiger jaren en begin jaren tachtig
PX-10 naast benzeen ook xyleen en tolueen bevatte.
Voor hierboven beschreven toepassingen waren zowel in bewapeningswerkplaatsen,
wapenkamers, als aan boord van schepen (kabelgat) bakken met 200 tot 800 liter PX-10
opgesteld. Daarnaast werden voor het individuele wapenonderhoud kleine hoeveelheden ter
beschikking gesteld.
Voorschriften binnen Defensie omtrent het gebruik van PX-10 zijn in de loop der jaren
aangescherpt. Dit vloeit mede voort uit nieuwe Arbonormen in 1977 hoewel deze niet direct
van toepassing waren op Defensie. Echter het streven van Defensie is er op gericht om
conform civiele arbonormen te werken, tenzij daarbij de taakuitvoering van de krijgsmacht in
het gedrang komt. Vanaf begin jaren tachtig zijn voorschriften ingevoerd dat baden na
gebruik moesten worden afgesloten, tijdens gebruik moesten worden opgesteld in een
voldoende geventileerde ruimte respectievelijk open lucht en dat bij werkzaamheden steeds
beschermende handschoenen, voorschoot en beschermbril gebruikt moesten worden.
Notities, met betrekking tot meetgegevens van de Koninklijke Marine van na 1987, geven aan
dat er in die tijd vrijwel geen benzeen in PX-10 aantoonbaar was. Het reinigingsmiddel dat
defensiebreed vanaf 1989 gebruikt wordt, is een aromaatvrije koolwaterstof en bevat geen
benzeen.
Het Arbeidsomstandighedenbesluit van 1997 kent een benzeenverbod. Dit houdt in dat het
gebruik van benzeen of van een product waarvan het gehalte aan benzeen meer dan 1
volumeprocent bedraagt als oplos-, reinigings- of verdunningsmiddel niet is toegestaan, tenzij
zulks geschiedt in een gesloten systeem of op een andere wijze waardoor in ten minste
gelijke mate bescherming tegen blootstelling daaraan wordt geboden.
6
Bent u bekend met andere sectoren waar met oplos- en reinigingsmiddelen op basis
van benzeen of aanverwante stoffen werd gewerkt? Is men ook in die sectoren
overgegaan tot een verbod voor deze stof, en zo ja, vanaf welk moment?
Pagina 4/7
Ministerie van Defensie
Het benzeenverbod zoals hierboven bij het antwoord op vraag 5 beschreven geldt op grond
van het Arbeidsomstandighedenbesluit voor alle sectoren. De oorsprong voor dit verbod is te
herleiden tot de civiele arbonormen van 1977. Ik ben overigens niet bekend met het gebruik
van PX 10 in andere sectoren.
7
Is er een causaal verband aangetoond tussen de blootstelling aan de stof benzeen en
het krijgen van ernstige ziekten, waaronder leukemie? Bent u bekend met
(literatuur)onderzoek hiernaar?
De gegevens over kankerrisico's bij mensen vormden voldoende aanleiding voor het
Internationale Agentschap voor Onderzoek naar Kanker (IARC) om vast te stellen dat
benzeen kankerverwekkend is. Benzeen is bekend als kankerverwekkende stof in verband
met het ontstaan van leukemie, maar ook in verband met effecten op het beenmerg, zoals
het optreden van myelodysplastisch syndroom. Wanneer men zoekt naar causaal verband bij
leukemie dient overigens ook gekeken te worden naar andere mogelijke oorzaken zoals
bijvoorbeeld roken, straling en blootstelling aan andere chemische stoffen zoals pesticiden en
oplosmiddelen. Defensie is bekend met literatuur waarin een relatie gelegd wordt tussen
blootstelling aan benzeen en het ontstaan van ernstige ziekten zoals leukemie.
8
Is het waar dat het ministerie van Defensie tot dusver niet heeft meegewerkt aan het
verrichten van onderzoek naar de effecten van het blootstellen aan benzeen van eigen
personeel in het verleden? Is het eveneens waar dat het ministerie van Defensie
weigert de kosten te betalen van het literatuuronderzoek dat nu op eigen kosten moest
worden verricht? Zo ja, bent u van mening dat dit terecht is of bent u bereid de kosten
alsnog te vergoeden?
9
Weet u hoeveel oud-defensiemedewerkers op dit moment gezondheidsklachten
hebben als gevolg van blootstelling tijdens werkzaamheden voor defensie aan
Pagina 5/7
Ministerie van Defensie
benzeen of aanverwante stoffen? Zo neen, bent u bereid hier grootschalig en grondig
onderzoek naar te verrichten? Zo neen, waarom niet?
10
Bent u van plan oud-defensiemedewerkers die in aanraking zijn geweest met PX 10 te
benaderen en hen in te lichten over de risico's die zijn verbonden aan het gewerkt
hebben met PX 10, zodat zij zich zonodig op tijd kunnen voorzien van medische hulp
en voorzorg? Zo ja, hoe gaat u hen benaderen? Zo neen, waarom niet?
In letselschadezaken is het een vereiste dat de gedupeerde zijn claim onderbouwt aan de
hand van bewijsmiddelen. Dit heeft tot gevolg dat de aanloopkosten van bijvoorbeeld de
medisch adviseur van de konstabel door hem zelf gedragen moesten worden. Zodra de
aansprakelijkheid erkend werd, zijn deze kosten vergoed. Deze gang van zaken wijkt niet af
van de normale behandeling van letselschadeclaims.
In 1997 zijn door de Arbodienst Koninklijke Marine medische dossiers van militairen van het
dienstvak geschutskonstabel bij de Koninklijke Marine doorgenomen. Daarbij werden geen
gevallen van leukemie gevonden of andere aanwijzingen voor ernstige aandoeningen die in
relatie gebracht konden worden met blootstelling aan gevaarlijke stoffen.
Op dit moment zijn er twee claims bij Defensie ingediend, beide betreffen konstabels. Andere
gevallen zijn mij niet bekend. Door de belangenbehartiger van de gedupeerden is op zijn
website en in de pers naar voren gebracht dat hij door meerdere zieke oud-militairen of hun
nabestaanden is benaderd. Uiteraard zal ik hem vragen aan mij bekend te maken wie dit zijn
zodat ik kan bezien of de bij deze personen bestaande klachten in en door de uitoefening van
de militaire dienst zijn ontstaan, zodat ik hen de nodige hulp en zorg kan bieden.
Ik zal deze kwestie onder de aandacht van (oud) defensiemedewerkers brengen, te beginnen
bij de voormalige konstabels. Tevens zal ik onderzoek doen naar de samenstelling, het
gebruik en de gezondheidseffecten van PX-10 op defensiepersoneel. Zodra hierover meer
bekend is zal ik u nader informeren.
Pagina 6/7
Ministerie van Defensie
11
Bent u bereid deze vragen uiterlijk 1 oktober 2008 te beantwoorden, vanwege de spoed
die zal moeten worden betracht omdat het hier gaat om ernstig zieke mensen met een
korte levensverwachting?
Vanwege de benodigde afstemming en eerste onderzoek is het niet gelukt om uw vragen
binnen de door u gestelde termijn te beantwoorden.
Pagina 7/7
---- --
Ministerie van Defensie