Beantwoording vragen van de leden Haverkamp, Van der Staaij, Voordewind en
Van Baalen over de positie van christenen in Indonesië
03-10-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door de leden Haverkamp,Van der Staaij, Voordewind en Van
Baalen over de positie van christenen in Indonesië. Deze vragen werden
ingezonden op 19 september 2008 met kenmerk 2008Z02786/2080900440.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken op
vragen van de leden Haverkamp, Van der Staaij, Voordewind en Van
Baalen (CDA, SGP, CU en VVD) over de positie van christenen in
Indonesië.
Vraag 1
Kent u het bericht "Indonesische kerken hekelen geweld" ? 1)
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Bent u van mening dat er een verband is te leggen tussen de
verwoesting van het hoofdkwartier van het Verbond van Kerken (PGI),
het verjagen van 1600 christelijke studenten van hun campus in Jakarta
en andere geweldsincidenten tegen christenen in Indonesië in de
afgelopen maanden? Is hier sprake van een trend van toenemende
dreiging en geweld richting religieuze minderheden in Indonesië?
Antwoord
Op basis van de mij ter beschikking staande informatie kan niet met
zekerheid worden gesteld dat er een direkt verband is tussen de
verwoesting van het hoofdkwartier van het Verbond van Kerken (PGI),
het verjagen van 1600 christelijke studenten van hun campus in Jakarta
en andere geweldsincidenten tegen christenen in Indonesië in de
afgelopen maanden. Wel kan worden vastgesteld dat er in een aantal
Indonesische regio's in toenemende mate sprake is van interreligieuze
intolerantie, gepaard gaand met dreiging en mogelijk geweld tegen
religieuze minderheden, zoals christenen, maar ook tegen gematigde
stromingen binnen de Islam (Ahmadiyah). Deze trend lijkt voor een deel
terug te voeren op lokale verkiezingscampagnes.
Nederland en de EU hebben in mei 2008, naar aanleiding van berichten
over een mogelijk verbod op de Ahmadiyah, de Indonesische autoriteiten
opgeroepen religieuze pluriformiteit en vrijheid te respecteren en de
aanhangers van de Ahmadiyah te beschermen. Nederland en de EU deden
dit al eerder in gevallen waar christenen bij betrokken waren.
Vraag 3
Deelt u de mening dat de bejegening van christenen door de
Indonesische autoriteiten zorgen baart en om politieke actie vraagt?
Zo ja, gaat u deze zorgen bilateraal en/of in EU-verband bij de
Indonesische autoriteiten aan de orde stellen?
Antwoord
Indonesië is een seculiere staat. De laatste jaren is een aantal
lokale overheden (Atjeh, Banten, West-Java en Zuid-Sulawesi)
overgegaan tot de invoering van op sharia-gebaseerde wetgeving. Deze
wetgeving werkt vaak discriminerend voor religieuze minderheden,
waaronder christenen. Onlangs heeft de nieuwe voorzitter van het
Constitutionele Hof deze wetgeving onconstitutioneel verklaard. Ook is
een nieuwe nationale regulering voor de opening van gebedshuizen
ingevoerd. Beide hebben bijgedragen aan een vermindering van het
aantal incidenten, maar deze komen nog steeds voor.
Nederland en de EU hebben naar aanleiding van eerdere berichten over
dreiging en geweld tegen religieuze minderheden bij diverse
gelegenheden hun zorgen hierover overgebracht aan de Indonesische
autoriteiten. De Nederlandse regering zal de ontwikkelingen in
Indonesië ook in de toekomst nauwgezet blijven volgen en bij de
Indonesische regering aandacht blijven vragen voor het respecteren van
godsdienstvrijheid in Indonesië en het voeren van een interreligeuze
dialoog ter bevordering van begrip en verdraagzaamheid.
1) Reformatorisch Dagblad, 11 september 2008
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken