concessieverlening aan zorgkantoren
Stand van zaken m.b.t. de nieuwe concessieverlening aan zorgkantoren
Kamerstuk, 3 oktober 2008
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Z-CB-U-2878929
3 oktober 2008
In uw brief d.d. 12 september 2008 (kenmerk: 2008Z02237/2008D04091)
verzoekt u mij de Kamer met spoed een brief te zenden over de stand
van zaken met betrekking tot de nieuwe concessieverlening aan
zorgkantoren, opdat daarover vervolgens met mij van gedachten kan
worden gewisseld.
In mijn brief van 13 juni 2008 (Kamerstukken II 2007/08, 30 597, nr.
15) staan de maatregelen genoemd die erop gericht zijn de huidige
aanpak in de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) om te bouwen
naar een wijze van uitvoering, waarbij niet de zorginstelling maar de
cliënt centraal komt te staan. De zorgverzekeraars hebben een
belangrijke rol bij het uitvoeren van dit ambitieuze programma. In
deze brief kondigde ik aan voor de korte termijn de aanwijzing van
zorgkantoren voor drie jaar te willen verlengen en daaraan scherpe, op
resultaten gerichte afspraken te verbinden. Aan de hand van de
ervaringen bij de uitvoering van de maatregelen wil ik over twee jaar
bezien of aan de voorwaarden is voldaan om een verandering in de
uitvoering door te voeren. Bij deze afweging zal het advies van de SER
om (delen van) de AWBZ door zorgverzekeraars te laten uitvoeren als
vertrekpunt worden genomen.
Hieronder ga ik graag in op de stand van zaken met betrekking tot de
aanwijzing van zorgkantoren. Alvorens hierop in te gaan schets ik het
juridisch kader waarin de aanwijzing van zorgkantoren plaatsvindt.
Juridisch kader aanwijzing zorgkantoren
De AWBZ legt de uitvoering van die wet in handen van de
zorgverzekeraars. Op zorgverzekeraars rust dus de in artikel 6 van de
AWBZ geregelde wettelijke plicht (zorgplicht) om er voor te zorgen dat
verzekerden ingevolge de AWBZ de zorg wordt geboden waar deze recht op
hebben. De zorgverzekeraars hebben daarbij ook de opdracht een
beheerste en doelmatige uitvoering van de AWBZ te waarborgen.
Ingevolge artikel 40, eerste lid, van de AWBZ, kan bij algemene
maatregel van bestuur worden bepaald dat de administratie en controle
ten aanzien van bij die maatregel te bepalen zorgaanspraken wordt
verricht door daarvoor aan te wijzen rechtspersonen. In het
Administratiebesluit Bijzondere Ziektekostenverzekering is daaraan
uitvoering gegeven. Op basis van dit Administratiebesluit kunnen een
centraal administratiekantoor en verbindingskantoren worden
aangewezen.
Deze verbindingskantoren worden in de praktijk inmiddels aangeduid als
zorgkantoren, omdat zij naast administratie- en controletaken, op
basis van volmacht- en mandaatovereenkomsten van de zorgverzekeraars
(vrijwel) de gehele AWBZ uitvoeren.
Stand van zaken aanwijzing zorgkantoren
De aanwijzing vindt plaats op voordracht van Zorgverzekeraars
Nederland (ZN) gehoord het College voor zorgverzekeringen (CVZ) en de
Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).
Op basis van de voordracht en de adviezen, stel ik de aanwijzing
tegelijk met de uitvoeringsopdracht voor de zorgkantoren vast. Met ZN,
namens de zorgverzekeraars, heb ik afspraken gemaakt over de
uitvoeringsopdracht voor de komende drie jaren. Ook zijn de patiënten-
en cliëntenorganisaties en de koepelorganisaties van zorgaanbieders
geconsulteerd over de accenten die van belang zijn voor een
cliëntgerichte uitvoering van de AWBZ voor de komende
concessieperiode.
Op dit moment ben ik nog in overleg met ZN, CVZ en NZa om de
definitieve formulering van de aanwijzing vast te stellen. Zodra ik de
aanwijzing heb vastgesteld, zal ik de Kamer informeren.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
mw. dr. J. Bussemaker
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport