ChristenUnie
Bijdrage Ernst Cramer bij spoeddebat OV
Bijdrage Ernst Cramer bij spoeddebat OV
vrijdag 03 oktober 2008 10:52
De heer Cramer (ChristenUnie):
Voorzitter. Aanleiding voor dit debat is het feit dat een aantal
consumentenorganisaties, waaronder de Consumentenbond en Rover, hebben
aangegeven uit het overleg over de OV-chipkaart te stappen. Door de
aanvragers van dit debat wordt deze stap van de
consumentenorganisaties aangegrepen om nu de discussie over de
regierol van de staatssecretaris te openen. Onterecht naar de mening
van ChristenUnie-fractie. De meerderheid van de Kamer heeft een- en
andermaal benadrukt en besloten -- eind 2003 voor het eerst en in 2007
weer -- dat de DCO's de verantwoordelijkheid voor het stads- en
streekvervoer hebben en houden. De rol van de rijksoverheid is daarmee
geminimaliseerd. Toen bleek dat de gewenste voortgang van de invoering
van de OV-chipkaart en het oplossen van de vele knelpunten
achterbleven, heeft de staatssecretaris op verzoek van de Kamer de
regierol stevig opgepakt, maar die rol staat of valt met de
medewerking van alle partijen.
Voor de zomer is vervolgens een aanvalsplan opgesteld en zijn
afspraken gemaakt tussen alle partijen om de problemen grondig en
definitief aan te pakken. In de brief van de staatssecretaris van 22
september jongstleden wordt aangegeven welke stappen er nog zullen
worden gezet. Daarin is voor mij belangrijk dat er op basis van de
gesprekken tot nu toe dit najaar een aangepast aanvalsplan naar de
Kamer zal komen. Ik ga er daarom van uit dat hierin de voortgang tot
dat moment is opgenomen.
Mevrouw Halsema (GroenLinks):
De heer Cramer heeft gezegd dat de staatssecretaris de regierol stevig
heeft opgepakt. Hoort daarbij ook dat zij volstrekt overvallen is
geweest door het opstappen van de consumentenorganisaties? Is dat deel
van de stevige regie?
De heer Cramer (ChristenUnie):
Ja, want voor zover ik weet, heeft er vlak voor zij eruit stapten nog
een overleg plaatsgevonden waarbij deze partijen aanwezig waren. In
dat overleg is niet aan de orde geweest dat zij overwogen eruit te
stappen. Ik denk dat de staatssecretaris daardoor echt verrast is en
dat iedereen daardoor verrast is. Misschien zijn de organisaties dat
wel over zichzelf.
Mevrouw Halsema (GroenLinks):
Dat was mijn vraag niet. Mijn vraag was of deze uiting van verrast
zijn deel uitmaakt van de stevige regie.
De heer Cramer (ChristenUnie):
Dat is een rare vraag van mevrouw Halsema, want ook als je stevig
regie voert, kunnen dingen je overkomen en ik denk dat dit hier is
gebeurd. Mevrouw Halsema is waarschijnlijk ook op de hoogte van het
feit dat er een overleg heeft plaatsgevonden met alle partijen, een
gebruikelijk overleg, dat daarbij over het oplossen van een aantal
knelpunten is gesproken en dat pas daarna bleek dat zij deze stap
zouden zetten.
De ChristenUnie-fractie vindt het ronduit jammer dat de
consumentenorganisaties deze stap hebben gezet. Het is mijns inziens
beter aan tafel te blijven zitten om de gewenste aanpassingen
nauwlettend te kunnen volgen. Zij hebben hun stap gemotiveerd door te
zeggen dat na zoveel jaren praten dit signaal nu nodig is. De wens
voor het invoeren van de kaart in Rotterdam wordt groter, maar zij
zien nog veel werk liggen in het voldoen aan de elf voorwaarden die
deze organisaties voor het welslagen hebben geformuleerd. Die wensen
zijn door de Kamer breed gedeeld en onderschreven, maar in de brief
van de belangenorganisaties van 24 september jongstleden vallen twee
belangrijke zaken op. Zij plaatsen hun zorgen over de invoering van
een gebruiksvriendelijke kaart tegenover de naar hun mening te trage
voortgang in het oplossen van de elf knelpunten. Tegelijkertijd geven
de organisaties aan dat een belangrijk probleem de huidige structuur
is. Daarmee bedoelen zij dat er zoveel partijen betrokken zijn en dat
het daardoor heel moeilijk is voor de staatssecretaris om harde en
bindende afspraken te maken.
Ik concludeer dat de consumentenorganisaties niet spreken over een
gebrek aan regie, maar wel de vinger leggen op het meest besproken
punt, namelijk de complexheid als gevolg van de vele betrokken
partijen, een complexheid die de Kamer zelf heeft gewild. Ik zie dat
de staatssecretaris zich op verzoek van de Kamer heel nadrukkelijk is
gaan bemoeien met dit dossier door de regierol op te pakken, een
aanvalsplan op te stellen en daaraan nu uitvoering te geven.
Dat brengt mij bij de volgende vragen aan de staatssecretaris. Kunnen
wij ervan uitgaan dat de indringende oproep van de
consumentenorganisaties tot hun betrokkenheid bij de voortgang door de
staatssecretaris wordt opgepakt en dat er zo spoedig mogelijk een
gesprek zal plaatsvinden? Mag ik er daarbij van uitgaan dat de door
hen aangedragen zorgpunten versneld aandacht zullen krijgen en zullen
worden opgenomen in de update van het aanvalsplan? Ik teken daarbij
aan dat je er dan ook zicht op moet hebben wanneer die zorgpunten
opgelost kunnen zijn en wie daarvan de trekker is.
Tot slot. Omdat de DCO's en de vervoerders die primaire rol vervullen
bij de implementatie, zou het goed zijn als deze partijen zich ook
publiek mengen in deze discussie en laten zien dat het ook hen ernst
is om samen met de consumentenorganisaties aan een maximaal draagvlak
te werken.
De heer Van der Ham (D66):
Ik deel de redenering van de ChristenUnie: het is allereerst de
verantwoordelijkheid van de decentrale overheden en de ov-bedrijven;
daarnaast heeft de rijksoverheid wel degelijk een positie, maar die is
beperkt. Een punt betreft de klachten van de blinden en slechtzienden.
Zij hebben op vier punten aangegeven: wij praten al vier jaar over die
problemen, maar vervolgens worden wij steeds van het kastje naar de
muur gestuurd; de ov-bedrijven voelen zich niet verantwoordelijk en
wijzen naar de staatssecretaris en de staatssecretaris wijst terug.
Wat gaan wij daaraan doen? Ik neem aan dat, samen met D66, de
ChristenUnie juist voor die kwetsbare groep reizigers wil opkomen.
De heer Cramer (ChristenUnie):
De heer Van der Ham heeft een goed punt, maar volgens mij is dat dit
voorjaar nadrukkelijk aan de orde geweest toen de brief van Viziris
werd besproken. Wij hebben geconstateerd dat er belangrijke
aanbevelingen in stonden. De staatssecretaris heeft in dat debat
gezegd dat het meegenomen zou worden in het aanvalsplan en volgens mij
heeft het daarin ook een plek gekregen. Ik ben het met u eens dat er
belangrijke zaken in staan die opgelost moeten worden. De vervoerders
hebben een slogan gehad: wij maken het reizen in het ov makkelijker.
Ik ga ervan uit dat wij hen op dat punt kunnen aanspreken en dat zij
dat ook gaan doen. Er zijn al stappen gezet, bijvoorbeeld wat betreft
de uniformiteit van de paaltjes, kleurgebruik en dergelijke. Er zijn
nog belangrijke zaken op te lossen, zoals het kunnen horen wat je
saldo is en waar je heen gaat. Maar ik lees dat eraan gewerkt wordt.
De heer Van der Ham (D66):
U vindt dat het met voorrang door de staatssecretaris moet worden
opgepakt om ervoor te zorgen dat het in ieder geval hard wordt gemaakt
door de ov-bedrijven en de decentrale overheden. Begrijp ik dat goed?
De heer Cramer (ChristenUnie):
Ik durf niet te zeggen dat je dat met voorrang moet oppakken. In
Rotterdam is een aantal knelpunten opgelost, waaronder een paar grote
voor de blinden en slechtzienden. In die zin geniet het mijn
belangstelling dat het de voorkeur krijgt, maar een aantal zaken moet
nog uitgewerkt worden. Volgens mij wordt daar nu hard aan gewerkt.
De heer Madlener (PVV):
Wat alle coalitiepartijen telkens doen, is zeggen: de Kamer heeft het
zo gewild en in de aanvang van dit project zijn er verkeerde
beslissingen genomen. Ik word daar eerlijk gezegd heel moe van.
Mijnheer Cramer, u regeert al bijna twee jaar. Deze coalitie heeft al
bijna twee jaar een meerderheid in de Kamer. Al twee jaar had u alle
maatregelen kunnen nemen die nodig zijn om dit project vlot te
trekken. Wilt u alstublieft stoppen met het verwijzen naar oude
beslissingen die verkeerd zijn geweest van deze Kamer? Wilt u de volle
verantwoordelijkheid voor dit project op u nemen? U bent namelijk
verantwoordelijk.
De heer Cramer (ChristenUnie):
Volgens mij is dat precies de ondersteuning van datgene wat wij in de
Kamer doen. De opmerkingen en de kritiek hebben uiteindelijk geleid
tot de versterkte positie van de staatssecretaris met het pakken van
de regierol en het aanvalsplan. Er is geacteerd op het feit dat het
achterbleef op de wenselijke invoeringsdatum.
De heer Madlener (PVV):
Ik wil gewoon klip en klaar horen dat u zich verantwoordelijk voelt
voor dit project. U bent met deze coalitie op deze manier bezig met
deze staatssecretaris en blijft dat ook doen. Hoewel een aantal
partijen het vertrouwen heeft opgezegd, zegt u: wij gaan zo door. Dat
maakt u honderd procent verantwoordelijk. Ik wil dat u dat klip en
klaar erkent. U bepaalt hoe het nu gaat en u bent verantwoordelijk
voor het eindresultaat.
De heer Cramer (ChristenUnie):
Nee, dat ben ik niet eens met de heer Madlener. Er zijn democratische
besluiten genomen in deze Kamer en ik hoop dat u die ook
onderschrijft. Die democratische besluiten hebben ertoe geleid dat de
vervoerders met de decentrale overheden die verantwoordelijkheid
primair dragen en niet deze Kamer. Dat kunt u jammer vinden, dat kunt
u betreuren; leuker kan ik het niet maken.
De heer Madlener (PVV):
Ik constateer dat de ChristenUnie blijft duiken voor haar
verantwoordelijkheid. Het is een ChristenUnie-staatssecretaris die
hier al een tijd hangt te bungelen. Ik merk dat er totaal geen regie
bij de regeringspartijen is. Dat geeft mij nog minder vertrouwen dat
dit project tot een goed einde komt.
De heer Cramer (ChristenUnie):
De conclusie van de heer Madlener is volstrekt uit de lucht gegrepen.
Dat wij de verantwoordelijkheid hebben en ook nemen, blijkt uit het
feit dat de staatssecretaris de regierol opgepakt heeft, ook al is het
niet haar primaire verantwoordelijkheid. Dus mijnheer Madlener, u
praat onzin.
De voorzitter:
Staatsrechtelijk vertegenwoordigt de staatssecretaris gewoon de
Koningin in de regering en niet de ChristenUnie.
De heer Cramer (ChristenUnie):
En voor de Majesteit buigen wij allemaal.
Voortzetting:
De heer Cramer (ChristenUnie):
Voorzitter. In dit debat is opnieuw gedemonstreerd hoe lastig het
kennelijk voor de Kamer is om zichzelf in zelfgenomen besluiten
serieus te nemen en dan ook de consequenties daarvan te aanvaarden.
Uiteindelijk is het wel een democratisch besluit geweest om de
uitvoering neer te leggen bij vervoerders en decentrale overheden.
De staatssecretaris geeft aan dat de gesprekken met de
consumentenorganisaties snel plaatsvinden -- waarvoor dank -- en dat
zij zich vol inzet om de door hen geagendeerde problemen via de
regiegroep op te lossen. Het is dan ook altijd de inzet geweest van de
fractie van de ChristenUnie om de consumenteneisen heel serieus te
nemen. De staatssecretaris heeft dat bij aanvang van het debat helder
en duidelijk geformuleerd.
Ik zie de "portefeuillemotie" van de VVD-fractie niet als een
vrijblijvend verzoek en ik verzoek daarom om er vandaag nog over te
stemmen.