Optimale racestrategie
* Startdatum02-10-2008
* Tijd13:45
* LocatieAula
* TitelOptimal pacing strategy in competitive athletic performance
* PlaatsAula
* SprekerF.J. Hettinga
* Promotorprof.dr. H.A.M. Daanen prof.dr. C. Foster
* OnderdeelFaculteit der Bewegingswetenschappen
* WetenschapsgebiedOverig
* EvenementtypePromotie
Uit het promotieonderzoek van Floor Hettinga blijkt dat racestrategie
invloed heeft op de snelheid waarmee het aërobe energiesysteem op gang
komt, maar verder de aërobe energievoorziening niet beïnvloedt. Voor
een goede sportprestatie is het belangrijk de beschikbare hoeveelheid
energie op de juiste manier te verdelen. Dit geldt in het bijzonder
voor sporten als schaatsen en fietsen, waar een bepaalde afstand zo
snel mogelijk moet worden afgelegd. De gekozen racestrategie heeft
invloed op de energieleverantie, het ontstaan van vermoeidheid en de
bewegingstechniek. Om inzicht te krijgen in de relaties tussen deze
factoren kan een sportprestatie gemodelleerd worden met een
vermogensbalansmodel. Hettinga gebruikte bij haar onderzoek dit model
gebruikt om de optimale racestrategie voor relatief kortdurende
tijdritten te vinden.
Allereerst onderzocht zij hoe verschillende racestrategieën de aërobe
(onder invloed van zuurstof) en anaërobe (zonder zuurstof)
energievrijmaking beïnvloeden. Hettinga vond dat racestrategie invloed
heeft op de snelheid waarmee het aërobe energiesysteem op gang komt,
maar verder de aërobe energievoorziening niet beïnvloedt. Variaties in
racestrategie worden verwezenlijkt door met de anaërobe
energieverdeling `te spelen'. De totale hoeveelheid anaërobe energie
die de atleet tot zijn beschikking heeft, wordt nauwelijks beïnvloed
door de gekozen strategie. Deze informatie is gebruikt in het
vermogensbalansmodel om vervolgens met simulaties op zoek te gaan naar
de optimale racestrategie.
Bij 1500m tijdritten op de fiets en de schaats verkiest het model een
`all-out' strategie. Een hoog piekvermogen in het begin van de
wedstrijd is voor een goede prestatie van groot belang. Atleten
blijken zelf een accuraat `gevoel' voor het kiezen van een goede
racestrategie te bezitten. Het veranderen van die strategie richting
een theoretisch betere strategie is niet iets wat je `zomaar even
doet', maar zou zijn vruchten kunnen afwerpen na specifieke training.
Vrije Universiteit Amsterdam