Raad van State
donderdag 2 oktober 2008
10.00 uur
Zitting over de goedkeuring door het college van gedeputeerde staten
van Utrecht van het bestemmingsplan "Randenbroek-Schuilenburg 2007"
van de gemeente Amersfoort. Het plan heeft onder meer betrekking op
een winkelgebied aan het Operaplein in Amersfoort. Onder meer een
vestiging van supermarktketen Hoogvliet aan het plein, is het niet
eens met het plan en komt tegen het goedkeuringsbesluit in beroep bij
de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De supermarkt
vindt dat het plan hem in zijn uitbreidingsmogelijkheden beperkt.
(zaaknummer 200801795/1)
11.00 uur
Zitting over de milieuvergunning die het college van burgemeester en
wethouders van Emmen heeft verleend aan Germs Beheer B.V. voor een
sportlandgoed met horeca aan het Verlengde Van Echtenskanaal NZ 2 in
Zwartemeer. Een inwoner van Zwartemeer verzet zich tegen de vergunning
en verzoekt de Raad van State die te schorsen. (zaaknummer
200806366/2)
11.30 uur
Zitting over de vergunning die het dagelijks bestuur van het stadsdeel
Oud-West van de gemeente Amsterdam heeft verleend aan de "Vereniging
van kooplieden van de Ten Katestraat" voor het zetten van marktkramen
op de Ten Katemarkt. De vergunning heeft betrekking op de periode juli
2005 tot juli 2010. Het zetten van marktkramen op de Ten Katemarkt
gebeurt al sinds de Tweede Wereldoorlog door drie vaste kramenzetters.
Kramenzetters verhuren marktkramen aan marktkooplieden. Het dagelijks
bestuur heeft in 2004 het beleid voor het verlenen van vergunningen
aan kramenzetters veranderd. Daarin is onder meer vastgelegd dat aan
maximaal drie kramenzetters een vergunning mag worden verleend. Onder
het nieuwe beleid zijn vier aanvragen gedaan. Drie door de vaste
kramenzetters en één door de vereniging. De vereniging heeft onder
haar leden meerdere kooplieden die niet tevreden waren met de vaste
kramenzetters. Die drie zijn het er niet mee eens dat ook aan de
vereniging een vergunning is verleend. Dit is volgens hen in strijd
met het beleid van het dagelijks bestuur. Volgens het dagelijks
bestuur heeft de vereniging echter als eerste de vergunning
aangevraagd en was er geen reden om die te weigeren. De rechtbank in
Amsterdam heeft de kramenzetters in een eerder beroep in juni 2008 in
het gelijk gesteld. Volgens de rechtbank heeft het dagelijks bestuur
niet goed gemotiveerd waarom van het beleid is afgeweken. De rechtbank
heeft vervolgens zelf het besluit van het dagelijks bestuur herroepen
en de aanvraag van de vereniging afgewezen. Zowel de vereniging als
het dagelijks bestuur zijn het daar niet mee eens en komen in hoger
beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De
Raad van State oordeelde al eerder over de kramenzetvergunning voor de
vereniging. Deze uitspraak van 4 april 2007 is onder zaaknummer
200604379/1 te vinden op deze site. Naar aanleiding van deze uitspraak
moest het dagelijks bestuur een nieuw besluit nemen. Dat besluit staat
nu ter discussie. (zaaknummer 200805138/1)
Zitting over de milieuvergunning die het college van gedeputeerde
staten van Groningen heeft verleend aan Fiber Glass B.V. voor de
productie van glasvezel aan de Rijksweg West in Westerbroek. Glasvezel
wordt gebruikt in de kunststofindustrie ter versterking van
verschillende soorten plastic. De vergunning maakt een uitbreiding van
de productiecapaciteit mogelijk tot bijna 100.000 ton gesmolten glas.
Onder meer de Stichting Natuur en Milieu, Dorpsvereniging Westerbroek
en de gemeente Hoogezand-Sappemeer zijn tegen de uitbreiding van de
productie en komen in beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van
de Raad van State. Zij vinden onder meer de toegestane uitstoot van
fluoride te hoog. De Raad van State vernietigde een eerdere
milieuvergunning die een uitbreiding van de productie mogelijk maakte.
Deze uitspraak van 20 april 2005 is onder zaaknummer 200405315/1 te
vinden op deze site. (zaaknummer 200708431/1)
13.30 uur
Zitting over het hogerberoepschrift van de staatssecretaris van
Justitie tegen een uitspraak van de rechtbank Maastricht van 17
september 2008 in een zaak over, wat in de media is gaan heten, 'de
opsluiting van illegale chinezen'. De Vreemdelingenwet maakt het
mogelijk dat vreemdelingen die niet in Nederland mogen blijven en dus
illegaal hier zijn, in bewaring worden genomen in afwachting van hun
uitzetting. De rechtbank in Maastricht heeft geoordeeld dat een
'illegale' Chinees niet langer in vreemdelingenbewaring mocht worden
gehouden. Volgens de rechtbank was er op het moment waarop de Chinees
in bewaring is gesteld binnen een redelijke termijn geen zicht op
uitzetting, omdat de Chinese autoriteiten na april 2007 geen zogeheten
laissez-passer meer aan Chinese vreemdelingen hebben verstrekt. Deze
is nodig om het land in te mogen. De staatssecretaris is het niet eens
met de uitspraak en komt in hoger beroep bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State. Volgens haar bestaat er wel
zicht op uitzetting, omdat de Chinese autoriteiten op 8 september 2008
weer een laissez-passer hebben afgegeven. Volgens de staatssecretaris
is sprake van een veranderde houding van de Chinese autoriteiten. De
Raad van State oordeelde op 5 september 2008 eerder over een
vergelijkbare zaak van twee andere Chinezen. Daarin overwoog de Raad
van State onder meer dat 'de staatssecretaris weliswaar de nodige
inspanningen verricht op diplomatiek niveau, maar dat hieruit niet
blijkt van concrete aanknopingspunten die de verwachting
rechtvaardigen dat thans op korte termijn zal kunnen worden overgegaan
tot uitzetting van Chinese vreemdelingen naar China'. De eerdere
uitspraak van de Raad van State van 5 september is onder zaaknummer
200805982/1 te vinden op deze site. (zaaknummer 200807090/1)
14.00 uur
Zitting over het besluit van de burgemeester van Maastricht, waarbij
een coffeeshop aan de Scharnerweg in Maastricht voor drie maanden is
gesloten. Volgens de burgemeester is meer dan de toegestane
hoeveelheid softdrugs per transactie (5 gram) verkocht en had de
coffeeshop een te grote handelsvoorraad. De coffeeshophouder is het
niet eens met de sluiting en komt in hoger beroep bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State. Hij stelt onder meer dat de
verkoop van de softdrugs niet ín de coffeeshop, maar daarbuiten heeft
plaatsgevonden. Hij bestrijdt verder dat zijn handelsvoorraad te groot
was. De rechtbank heeft een eerder beroep van hem in november 2007
ongegrond verklaard. (zaaknummer 200709069/1)