VU Medisch Centrum
Veel Parkinsonpatiënten ruiken slecht
Identificatie- en detectietest ondersteunen vroege diagnose Parkinson

De ziekte van Parkinson gaat gepaard met veel karakteristieke bijwerkingen. Zo treedt in een vroeg stadium van de ziekte vaak een reukstoornis op. Uit onderzoek blijkt dat 75% van de Parkinsonpatiënten moeilijk geuren kan ruiken en benoemen. Sanne Boesveldt onderzocht diverse aspecten van reuk bij Parkinsonpatiënten. Zij promoveert op vrijdag 3 oktober aan VU medisch centrum, Amsterdam.

Boesveldt deed onderzoek bij 400 Parkinsonpatiënten naar diverse functies van reuk, waaronder identificatie (welke geur is dit?), concentratie (bij welke sterkte ruikt patiënt de geur nog) en het kunnen onderscheiden en onthouden van geuren. Uit het onderzoek blijkt dat zeker 65% van de Parkinsonpatiënten niet in staat is om geuren te identificeren.

Verder onderzocht Boesveldt welke combinatie van testen het beste is om de reukproblemen op te sporen. Dit bleek een combinatie van een identificatietest (welke geur is dit?) en detectietest (vanaf welke concentratie wordt een geur waargenomen?) te zijn. Dit is een belangrijke bijdrage voor een vroege diagnose van de ziekte. Boesveldt benadrukt hiermee hoe belangrijk het is dat mensen zich bewust zijn van hun reukvermogen. Slechter ruiken kan namelijk een aanwijzing voor Parkinson zijn.

Tenslotte bleek uit het onderzoek dat de hersenactiviteit bij Parkinsonpatiënten anders is als bij gezonde mensen. Dit zou een verklaring kunnen zijn voor de verschillen in reukvermogen. Meer onderzoek is nodig om de precieze oorzaak van de reukverschillen tussen Parkinsonpatiënten en gezonde mensen op te sporen.

Noot voor de redactie:
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de dienst communicatie van VU medisch centrum, Marcia Sanderse, (020) 444 3444, fax (020) 444 3450. Persberichten van VU medisch centrum kunt u lezen op www.VUmc.nl/voorjournalisten.

Achtergrondinformatie (