Ministerie van Verkeer en Waterstaat

abcdefgh

de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG

Contactpersoon Doorkiesnummer

Datum Bijlage(n) 2 oktober 2008 - Ons kenmerk Uw kenmerk VENW/IVW/2008-12972 2070827540 Onderwerp
Kamervragen

Geachte voorzitter,

Hiermee beantwoord ik de vragen van de leden Van Hijum en Koppejan over veiligheid van zeezeilschepen.


1. Bent u ervan op de hoogte dat het Nederlandse zeezeilschip Catharina in Denemarken `aan de ketting' is gelegd en dat de Deense Port State Control de opdracht heeft gekregen om vanaf heden alle Nederlandse zeezeilschepen met een SPS-certificaat in de havens vast te houden?


1. Het is mij bekend dat het schip is aangehouden door de Deense Port State Control. Na tussenkomst van de Inspectie Verkeer en Waterstaat is het schip weer vrijgegeven. De Deense Maritieme Autoriteit heeft Nederland op de hoogte gesteld dat zij een SPS- certificaat voor deze schepen niet accepteert. Voor meer informatie hierover verwijs ik naar mijn brief van 9 juni 2008.


2. Wat is uw oordeel over het feit dat de Deense autoriteiten het Nederlandse SPS- veiligheidscertificaat op de Nederlandse schepen niet erkennen?


2. Nederland betreurt het feit dat Denemarken is overgegaan tot het aanhouden van de schepen. Positief is dat Denemarken nog steeds deelneemt aan de besprekingen met Nederland omtrent de toekomstige certificering van de schepen. Voor mijn verdere inzet in deze verwijs ik naar mijn brief van 9 juni 2008 betreffende certificering van zeegaande traditionele zeilschepen.
Postadres Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 351 61 71

Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Fax 070 351 78 95 bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)

VENW/IVW/2008-12972


3. Bent u nog steeds van mening dat met de Nederlandse certificering de veiligheid van en op traditionele zeezeilschepen goed is gewaarborgd?

3. Ja, ik acht het veiligheidsniveau aan boord van deze schepen momenteel op basis van de huidige Nederlandse certificering voldoende gewaarborgd. Zoals ook in de hiervoor genoemde brief is aangegeven, wordt hierbij opgemerkt dat de regelgeving aangaande het veilig vervoeren van passagiers internationaal grote ontwikkelingen heeft doorgemaakt en doormaakt. Voor de wijze waarop Nederland hierop anticipeert verwijs ik u naar het antwoord op vraag 4. In het algemeen wordt in het kader van dergelijke ontwikkelingen altijd een afweging gemaakt, ook op internationaal niveau, in hoeverre bestaande schepen kunnen blijven varen volgens de eisen waaronder deze zijn gebouwd.


4. Welke stappen gaat u op korte termijn zetten om te bevorderen dat de Nederlandse zeezeilvaart weer toegang krijgt tot de Deense en Duitse havens?

4. Nederland is voornemens om, in samenwerking met Duitsland en Denemarken, deze categorie van schepen onder internationale certificering te brengen, waarbij aansluiting wordt gezocht bij de meest bij deze categorie van schepen passende en internationaal afgestemde veiligheidseisen. Momenteel heeft Nederland intensief contact met Duitsland en Denemarken over de precieze uitwerking van dit certificeringstraject. De volgende bespreking met Duitsland en Denemarken zal rond eind september plaatsvinden. Overigens hecht ik eraan in dit verband nog op te merken dat ik reeds heb aangegeven dat de sector voor het einde van dit jaar sowieso aan de eisen voor veiligheidsmanagement en security moet voldoen om op Denemarken en Duitsland te kunnen blijven varen, waarbij ik een actieve inbreng van de sector verwacht. Ik verwijs hier nogmaals naar de bovengenoemde brief.


---

VENW/IVW/2008-12972


5. Deelt u de mening dat Nederland in internationaal verband moet blijven streven naar een speciaal certificaat voor de veiligheid van zeezeilschepen, om recht te doen aan het historisch karakter van deze schepen en te voorkomen dat de sector met buitenproportionele investeringen te maken krijgt?

5. Ook ik hecht veel waarde aan het in stand houden van de typisch Nederlandse zeilschepen met een historisch karakter. Juist daarom zet ik me ook in internationaal verband in voor het vinden van een passende oplossing. Of een speciaal certificaat daarin de beste oplossing zal zijn is nog onderwerp van onderzoek. Binnen deze passende oplossingen voorzie ik dat voor een aantal schepen aanzienlijke aanpassingen vereist zullen zijn. Ik zal mij in dit verband inzetten voor realistische overgangstermijnen.

Hoogachtend,

DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

J.C. Huizinga-Heringa


---