lachgas Minder mest en selectieve beregening verminderen lachgas
2 okt 2008

Onderdeel: Animal Sciences Group

Stikstof efficiënt benutten en minder en selectief beregenen zijn goede maatregelen om de uitstoot van lachgas te verminderen. Onderzoeker Idse Hoving van de Animal Sciences Group van Wageningen UR (ASG) vertelt hoe dat kan.

Koeien in de wei
De uitstoot van niet CO -broeikasgassen is voor ongeveer de helft afkomstig uit de landbouw. Lachgas komt vooral vrij uit de bodem. Hoe minder zuurstof deze bevat en hoe hoger het stikstofgehalte is (onder meer uit mest en urineplekken), hoe meer van dit broeikasgas in het milieu terechtkomt. In opdracht van ROB voerde ASG een studie uit wat boeren op zand- en veengronden kunnen doen om met watermanagement niet CO -broeikasgassen te verminderen.

Tot voor kort werd aangenomen dat een hoger waterpeil op veengronden behalve CO ook niet CO -broeikasgassen flink reduceert. Hoving: âUit onze studie blijkt dat het effect van peilverhoging op lachgas niet zo groot is. Het is beter om ook bemestingsmaatregelen te nemen. Het uitrijden van mest op het land zou een maand later kunnen beginnen en een maand eerder kunnen stoppen. Voorwaarde hiervoor is dat boeren over een voldoende grote mestopslag beschikken.â Voor de veen- én zandgronden raden Hoving en zijn collegaâs daarnaast het gebruik van nitraatarme mest aan tijdens natte en koude perioden, zoals het voorjaar.

Selectief beregenen
Op zandgronden, waarop boeren naast gras veel maïs telen, heeft selectief en minder beregenen een gunstig effect. Wij raden aan om tijdens droge perioden geen gras maar maïs te beregenen. Maïs heeft twee maal zo weinig water nodig als gras. Hoe minder je beregent, des te minder lachgas in het milieu terechtkomt. âKiezen agrariërs voor minder beregenen, dan is het wel zaak om voldoende ruwvoer op te slaan. Boeren beregenen gras om voedsel voor hun vee te produceren. Beregenen kost water en geld. Een goedkoper alternatief is om in natte perioden â als er voldoende gras is â van buiten het bedrijf gras aan te voeren, deze op te slaan en later te gebruiken. Dan kunnen boeren de installatie specifiek gebruiken om het maïs te beregenen. Een andere mogelijkheid is om stuwen in het watersysteem te plaatsen. Dat houdt het land nat, zodat het gras niet verdroogt. Te nat mag het ook niet worden, dus je zou tevens een drainagesysteem moeten aanleggen.â

Contact
Idse Hoving
Tel. 0320 - 293 458
idse.hoving@wur.nl