Productschap Margarine, Vetten en Olien (MVO)


02.10.2008

GR: Handhaving toevoeging vitamine D aan margarine

In Nederland blijken bepaalde groepen in de bevolking onvoldoende vitamine D binnen te krijgen via de voeding. Ook komen ze niet voldoende buiten om genoeg vitamine D aan te maken in de huid. Wel blijkt het gebruik van margarine een belangrijke bijdrage te leveren aan de vitamine D-inname. Dit schrijft de Gezondheidsraad (GR) in een advies, opgesteld in opdracht van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), dat op dinsdag 30 september is uitgebracht. Het advies gaat in op de vraag hoe Nederlanders voldoende vitamine D kunnen binnenkrijgen.

De GR vindt het wenselijk dat de toevoeging van vitamine D aan margarine, halvarine en bak- en braadproducten wordt gehandhaafd. Voor jongvolwassenen leverde in 2003 de productgroep vetten, oliën en hartige sauzen met 39 procent de grootste bijdrage aan de vitamine D-inname; hiervan was de helft tot bijna driekwart afkomstig van margarine en halvarine. Andere belangrijke leveranciers waren de productgroepen vlees, vleeswaren en gevogelte, vis, schaal- en schelpdieren en melkproducten inclusief kaas.

Risicogroepen
Vitamine D-tekort komt, aldus de GR, voor bij personen met een donkere huidskleur of bij mensen die onvoldoende buitenkomen, bij vrouwen die een sluier dragen, zwanger zijn of borstvoeding geven en bij ouderen. Het hoogste risico lopen bewoners van verpleeg- en verzorgingshuizen. Jonge kinderen die geen vitamine D-supplement of flesvoeding krijgen, lopen eveneens het risico op een vitamine D-tekort. De groepen die buiten de risicogroep vallen, zijn mensen met een lichte huidskleur in de leeftijd van 4 tot 50 (vrouwen) of van 4 tot 70 (mannen) jaar.

Voorlichting
Voor mensen met een lichte huidskleur in de leeftijd van 4 tot 50 (vrouwen) of 70 (mannen) is het advies: 'Eet gezond, gebruik genoeg margarine, halvarine en bak- en braadproducten (want daar is extra vitamine D aan toegevoegd) en ga dagelijks minstens een kwartier naar buiten'. Andere groepen moet worden uitgelegd dat zij in aanvulling hierop 10 microgram extra vitamine D per dag uit supplementen nodig hebben. Ouderen die osteoporose hebben of in een verzorgings- of verpleeghuis wonen en mensen vanaf 50 (vrouwen) of 70 (mannen) jaar die een donkerder huiskleur hebben of onvoldoende buitenkomen en gesluierde vrouwen vanaf 50 jaar hebben dagelijks 20 microgram extra vitamine D nodig. Bij de maatregelen geldt dat de calciuminname ook voldoende moet zijn. De Raad vindt de huidige voorlichting niet eenduidig. Verschillende instanties zouden dezelfde adviezen moeten geven over het gebruik van vitamine D.

Zonlicht
De Raad beveelt aan dagelijks minstens een kwartier overdag buiten te zijn voor de aanmaak van vitamine D in het lichaam, waarbij ervoor moet worden gezorgd dat men niet verbrandt. Blootstellen van ten minste hoofd en handen is voldoende. Deze blootstelling levert alleen van april tot oktober vitamine D op. In de winter is men afhankelijk van de in de zomer opgebouwde lichaamsreserve in combinatie met vitamine D uit de voeding.

Verrijkte voedingsmiddelen Voor mensen die geen supplementen willen gebruiken vormt het gebruik van (verrijkte) voedingsmiddelen een alternatief, hoewel dit niet volledig toereikend is. Naast margarine bepleit de GR om het verrijken van producten uit te breiden maar wel te beperken tot producten die juist veel door de risicogroepen worden genuttigd zoals olie, melk en melkvervangers, in plaats van aan elk product zoals dat nu het geval is. Om te hoge innames te voorkomen is registratie van verrijkte producten en monitoring van de inname ook gewenst.

Achtergrondinformatie
Vitamine D is samen met calcium van belang voor sterke botten. Een tekort aan vitamine D gaat eveneens gepaard met spierzwakte en spierkrampen. Ernstig gebrek leidt bij kinderen en ouderen tot zwakke en pijnlijke botten. Een te hoge inname van vitamine D leidt tot te hoge calciumgehaltes van het bloed, wat vergiftigingsverschijnselen geeft zoals gebrek aan eetlust, zwakte, vermoeidheid, desoriëntatie en overgeven.

Het advies van de GR valt binnen het nieuwe beleid van het ministerie van VWS dat als doel heeft dat een zo groot mogelijk deel van de bevolking voldoende microvoedingsstoffen binnenkrijgt. Tegelijkertijd mogen echter zo weinig mogelijk mensen het risico lopen op een inname die hoger is dan de vastgestelde veilige bovengrens.

Download hier het rapport.

Meer informatie over de bestaande wetgeving over Toevoeging Microvoedingsstoffen aan Levensmiddelen kunt u vinden op de website van het productschap MVO.