Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Antwoord op Kamervragen over Vervoer zieke en zwakke dieren
02 oktober 2008 - kamerstuk

Directie Landbouw

De Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal


Postbus 20018

2500 EA 's-GRAVENHAGE

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum

24 juli 2008 2070826230 DL. 2008/2218
2 oktober 2008

onderwerp bijlagen

Kamervragen over vervoer zieke en 1 zwakke dieren
Geachte Voorzitter,

Hierbij stuur ik u, mede namens de minister van Justitie de antwoorden toekomen op de vragen die gesteld zijn door het lid Thieme (PvdD) over het vervoer van zieke en zwakke dieren.


1
Kent u het bericht `rechter gaat varkenstransport bekijken'? 1)

Ja.


2
Kunt u uiteenzetten of de VWA voorafgaand aan het transport een stalkeuring of klep- keuring heeft gedaan? Zo ja, zijn daarbij de papieren waarheidsgetrouw ingevuld door de desbetreffende VWA-dierenarts? Zo neen, waarom niet?

Dit specifieke geval betrof een binnenlands transport van dieren naar een Nederlands slachthuis. Dieren die bestemd zijn voor binnenlands transport worden niet voorafgaand aan transport door de VWA gekeurd. Op het slachthuis vindt er een ante mortem keuring plaats waarbij de VWA-dierenarts ook controleert of het dier vervoerd had mogen worden volgens de Verordening (EG) nr. 1/2005 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer (hierna: transportverordening).


3
Kunt u uiteenzetten hoe in het geval van transporten die niet onder de transportrichtlijn

EU 2005/1 vallen, wordt gecontroleerd of er geen zieke, zwakke, kreupele of wrakke dieren worden vervoerd en door wie?

Alle transporten van gewervelde dieren waarbij sprake is van een economische activiteit vallen onder de transportverordening.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
2 oktober 2008 DL. 2008/2218 2

De AID en de combiteams van AID en VWA houden vervoerscontroles op de weg waarbij de aangehouden transporten gecontroleerd worden op het voldoen aan de eisen van de transportverordening of indien het transport geen economische activiteit inhoudt, aan artikel 36 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (GWWD). Indien het vermoeden bestaat dat het dier niet vervoerd had mogen worden, wordt een VWA- dierenarts door de AID betrokken bij het incident (indien niet reeds aanwezig zoals het geval is bij de combiteams). Deze dierenarts zal een diergeneeskundige verklaring opmaken. Indien het dier inderdaad niet vervoerd had mogen worden, kan er strafrechtelijk worden vervolgd of kunnen bestuursrechtelijke maatregelen worden genomen.


4
Kunt u uiteenzetten of bij transporten van dieren die niet onder de Europese richtlijn vallen, een veearts de dieren keurt voorafgaand aan het transport? Zo ja, op welke wijze? Wordt daar een rapport van gemaakt? Zo neen, waarom niet, wie bepaalt dan of dieren niet ziek, zwak, kreupel of wrak zijn en op welke wijze wordt voorkomen dat zieke, zwakke, kreupele of wrakke dieren voor transport worden aangeboden?

Een VWA-dierenarts keurt alleen dieren die bestemd zijn voor de export. De (vee)houders, vervoerders en afnemers zijn verantwoordelijk om dieren op een manier te (laten) vervoeren zodat dit geen letsel en of onnodig lijden veroorzaakt. Indien bij een transport dat niet onder de verordening valt, sprake is van het vervoer van zieke of zwakke dieren treden controleurs van AID en LID op, op basis van het verbod op dierenmishandeling (artikel 36 GWWD).


5, 6 en 8
Kunt u uiteenzetten op welke wijze de transporteur, veehandelaar, veehouder en/of veearts eenduidig kan vaststellen of zich tussen de dieren die voor transport worden aangeboden zieke, zwakke, kreupele of wrakke dieren bevinden? Welke criteria worden daarvoor gehanteerd? Op welke wijze zijn deze criteria tot strand gekomen en wie is daarbij betrokken geweest?
Kunt u uiteenzetten of u de gehanteerde criteria afdoende acht? Zo ja, waarom en hoe is het mogelijk dat in het beschreven geval in het artikel deze criteria niet eenduidig zijn geïnterpreteerd? Zo neen, waarom niet en welke stappen gaat u ondernemen om de criteria te verbeteren?
Deelt u de mening dat het eenduidig kunnen vaststellen of dieren ziek, zwak, kreupel of wrak zijn van groot belang is om te voorkomen dat deze dieren illegaal op transport worden gezet? Zo ja, op welke wijze geeft u hier invulling aan? Zo neen, waarom niet?

Ja, ik acht deze criteria afdoende.
Bijlage I van de transportverordening geeft aan dat dieren die gewond, zwak of ziek zijn, niet geschikt zijn om vervoerd te worden. Dieren die kreupel lopen of afwijkend gedrag vertonen, vallen hieronder en zijn daarmee ongeschikt om vervoerd te worden. In het geval waarin het vervoer van een licht gewond of ziek dier geen extra lijden veroorzaakt, kan een dier in staat worden geacht geschikt te zijn voor het vervoer.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
2 oktober 2008 DL. 2008/2218 3

De transportverordening schrijft voor dat indien hierover twijfel bestaat, het advies van een dierenarts moet worden ingewonnen. Het is aan de dierenarts om vervolgens te besluiten of het een dier betreft dat zodanig licht gewond of ziek is waardoor het vervoer geen extra lijden veroorzaakt. De VWA tracht onderlinge interpretatieverschillen tussen de voor haar werkzame dierenartsen zoveel mogelijk te voorkomen door casuïstiek- besprekingen te houden en interpretaties te delen.

7
Kunt u uiteenzetten wie van de betrokkenen (veehouder, veehandelaar, transporteur) verantwoordelijk is voor het op transport zetten van zieke, zwakke, kreupele of wrakke dieren, op welke wijze die verantwoordelijkheid wordt bepaald, of deze voldoende eenduidig is en hoe de strafmaat voor de verschillende betrokkenen wordt vastgesteld?

De transportverordening stelt dat in principe alle betrokkenen in de keten verantwoorde- lijk zijn dan wel een zorgplicht hebben, van degene die het dier aanbiedt tot en met de vervoerder en afnemer. Degene die op de plaats van vertrek, overlading of bestemming de dieren onder zich heeft, heeft de plicht ervoor te zorgen dat de verplichtingen van de transportverordening worden nageleefd (artikel 8 van de transportverordening). De vervoerder heeft deze verantwoordelijkheid tijdens het vervoer (artikel 6 van de transportverordening). Voor verzamelcentra van dieren is de plicht tot naleving van de transportverordening neergelegd in de transportverordening (artikel 9) Wie van de betrokkenen in welke mate verantwoordelijk wordt gehouden voor de overtreding van de bepaling van de transportverordening wordt in elke zaak afzonderlijk bepaald aan de hand van de omstandigheden van het desbetreffende geval.

De hoogte van een transactie of eis ter zitting wordt vastgesteld door de Officier van Justitie aan de hand van een door het College van procureurs-generaal vastgestelde richtlijn (Richtlijn voor strafvordering regelgeving ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit). De rechter bepaalt uiteindelijk de strafmaat.

9
Deelt u de mening dat het nog steeds te gemakkelijk is om zieke, zwakke, kreupele of wrakke dieren voor transport aan te bieden omdat de controle gering is, de handhaving niet afdoende is en de straffen te laag? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen en op welke termijn? Zo neen, waarom niet?

Nee. De dieren die naar het slachthuis worden gebracht worden op het slachthuis veteri- nair gekeurd door een VWA-dierenarts. Deze keuring omvat tevens de naleving van de voorschriften inzake de bescherming van dieren tijdens het transport. De VWA schakelt de AID in indien overtredingen worden geconstateerd. Daarnaast kan de VWA bestuursrechtelijke maatregelen nemen. Al eerder heb ik u bericht dat het niet zozeer het handhavinginstrumentarium is, waaraan het schort, maar vooral de manier waarop dit wordt of kan worden benut (Tweede Kamer 2007-2008, 26991, nr. 205). Er wordt momenteel gewerkt aan het beter benutten van dit handhavinginstrumentarium door onder andere het wijzigen en verbeteren van de beleidsregels dierenwelzijn.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad 2 oktober 2008 DL. 2008/2218 4

Ook zal het mogelijk worden bestuurlijke boete op te leggen aan overtreders zodra het wetsvoorstel tot opnemen van bestuurlijke boetes in de GWWD, dat nu ter advisering ligt bij de Raad van State, in werking treedt.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg


1) Agrarisch Dagblad, 22 juli 2008


---- --