Gemeente Lelystad

Extra subsidie aan theater Agora

Een aantrekkelijk en kwalitatief hoogwaardig woonmilieu met goede culturele voorzieningen, waaronder een theater met een divers aanbod, is voor Lelystad van belang. Het college van Lelystad is daarom bereid bij te dragen aan een oplossing voor de knelpunten die zijn ontstaan bij de exploitatie van theater Agora.

Knelpunten

Het gemeentebestuur is door het bestuur van de stichting Agora geïnformeerd over de knelpunten die zijn ontstaan bij de exploitatie van het theater. Uit deze informatie blijkt dat de exploitatie een zeer zorgelijke ontwikkeling doormaakt, met naar het zich laat aanzien vergaande financiële consequenties.

Meerjarige analyse

Begin september heeft het bestuur van de stichting Agora, op verzoek van de gemeente, een meerjarige analyse aangeboden van de financiële knelpunten. Hierin is een onderscheid gemaakt tussen de extra incidentele kosten in de aanloopfase en de extra structurele uitgaven in de exploitatie.

Bezoekers

Het exploitatietekort in 2007 en 2008 wordt in belangrijke mate veroorzaakt door uitgaven die voortvloeien uit het leren omgaan met het gebouw en de culturele markt in Lelystad. In de aanloopperiode is gebleken dat de bezoekcijfers achterblijven bij de verwachting. Na sluiting van twee jaar werden juist extra bezoekers verwacht. En daarop is geprogrammeerd. Extra marketinginspanningen waren nodig om de incidentele kaartverkoop te stimuleren. De tegenvallende bezoekcijfers hebben ook een nadelig effect gehad op de horecaopbrengsten. Het bestuur van de stichting Agora heeft aangegeven welke maatregelen zij heeft getroffen om de exploitatie te verbeteren.

Extra uitgaven

De stichting Agora werd in 2007 en 2008 tevens geconfronteerd met verschillende extra uitgaven waarop de organisatie in de bedrijfsvoering geen invloed kan uitoefenen. Deze uitgaven liggen in de sfeer van fors gestegen energieprijzen, een hogere onroerende zaakbelasting (OZB) en de noodzakelijke afschrijvingen op investeringen. Het ligt dan ook niet in de verwachting dat de stichting Agora in staat is om de omvang van deze structurele uitgaven voor deze posten bij te stellen.

Theater is belangrijk voor de stad

Het college hecht veel belang aan een goed functionerend theater in Lelystad. Voor bedrijven en in het bijzonder voor (potentiële) inwoners is de aanwezigheid van een theater een belangrijke overweging bij de keuze om zich in een gemeente te vestigen. Door het theater met de voorgestelde maatregelen financieel te ondersteunen, blijft het mogelijk om in Lelystad professionele podiumkunsten te bezoeken. Dit draagt bij aan de verdere ontwikkeling van de stad.

Verhoging subsidie

Daarom heeft het college besloten de gemeenteraad voor te stellen om de stichting Agora voor de extra aanloopkosten eenmalig een incidentele subsidie te verlenen van 475.000 Om de extra uitgaven te kunnen dekken wordt de structurele subsidie voor de stichting Agora vanaf 2008 met 145.000 en vanaf 2010 met 55.000 verhoogd (in totaal 200.000 vanaf 2010).

Om het cultureel ondernemerschap van de stichting Agora te stimuleren wordt aan de stichting door de gemeente een lening met een marktconforme rente en aflossing van maximaal 275.000 aangeboden om het resterende exploitatietekort op te kunnen vangen. Als de stichting Agora op 31 december 2012 tenminste 3 jaar op basis van 122 voorstellingen per jaar een sluitende exploitatie heeft gerealiseerd, wordt 50% van de lening door de gemeente kwijtgescholden.

Van het bestuur van de stichting Agora wordt verwacht dat de bedrijfsvoering van het theater zo wordt aangepast, dat met inachtneming van de culturele doelstellingen, op grond van de genomen maatregelen een sluitende exploitatie wordt gerealiseerd.

De incidentele subsidie en de voorziening voor de lening voor het Agoratheater, kan worden gedekt door het inzetten van het restant bouwbudget van het theater via de Reserve Ontwikkeling Stad. De dekking voor de aanvullende structurele subsidie moet worden meegenomen in de besluitvorming over de Najaarsnota.

Beoordelingsperiode van 3 jaar

Er is minimaal 3 jaar nodig om een volledig beeld te krijgen over het uiteindelijke publieksbereik van het nieuwe theater. Het is van belang om deze beoordelingsperiode in acht te nemen voordat een definitief besluit kan worden genomen over de subsidie aan de stichting Agora. Daartoe zal in 2010 een evaluatie plaatsvinden waarbij een vergelijkingsonderzoek zal worden uitgevoerd met de theaters in de regio en in vergelijkbare theaters in Nederland.

De gemeenteraad moet nog met de voorgestelde maatregelen instemmen.
---