ChristenUnie
Bijdrage Ernst Cramer aan algemene financiële beschouwingen
Bijdrage Ernst Cramer aan algemene financiële beschouwingen
woensdag 01 oktober 2008 13:49
De heer Cramer (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik ontkom er bij deze financiële beschouwingen naar
aanleiding van de begroting van 2009 niet aan om eerst enkele algemene
opmerkingen te maken over de financiële wereld om ons heen. Alles wat
wij doen, is doordrenkt van het reilen en zeilen van het bank- en
verzekeringswezen. Voor je het weet, vliegt de waarde van jouw
spaargeld de wereld over om ergens anders ingezet te worden als
financiering voor een mooi project. En in de waarde van mijn hypotheek
zit misschien wel het spaargeld van een Amerikaanse burger.
Heel dit systeem is gebaseerd op vertrouwen en afhankelijkheid.
Afhankelijkheid, omdat wij eigenlijk niets meer kunnen klaarspelen
zonder de banken. Vertrouwen, omdat ons geld wel een keer terug zal
moeten komen. Dankzij de kredietcrisis zien wij dat hierin een
luchtbel is ontstaan. Het is ontnuchterend dat het vertrouwen dat er
niet met ons geld gerommeld wordt, voor een deel is verdwenen. De
discussies over de risicovolle hypotheek in Amerika maken duidelijk
dat dit vertrouwen als een zeepbel uit elkaar spat. De risico's van
producten die financiële instellingen onderling aan elkaar
doorverkopen, zijn onvoldoende bekend of ingeschat. Het snelle geld is
aanlokkelijker dan iets langzamer, en dan ook beter, handelen.
Ik heb namens de fractie van de ChristenUnie al eerder ons ijkpunt
rondom dit thema aangehaald. Naar onze vaste overtuiging moeten wij
met meer zorg voor onze omgeving te werk gaan en heeft het "alleen
maar voor jezelf gaan" niets te maken met wat wij zo graag
"maatschappelijk verantwoord ondernemen" noemen. Als je dat serieus
neemt, dan kijk je goed naar de risico voordat je handelt. "Verzamel
voor jezelf geen schatten op aarde: mot en roest vreten ze weg en
dieven breken in om ze te stelen. Verzamel schatten in de hemel, daar
vreten mot noch roest ze weg, daar breken geen dieven in om ze te
stelen." Dit citaat is ons ijkpunt dat ik wil gebruiken in dit debat
over de internationale kredietcrisis.
De vaste commissie van Financiën werd tijdens haar werkbezoek aan
Amerika geïnformeerd over het Amerikaanse systeem en hun toezicht.
Toen al rommelde het op de financiële markt. De kredietcrisis speelde,
maar de Amerikanen toonden zich optimistisch over het verloop ervan.
Wie had toen kunnen bedenken dat nog geen halfjaar later vijf
zakenbanken zouden omvallen en dat er een reddingsplan nodig bleek van
maar liefst 700 miljard dollar?
Gisteren is al op hoofdlijnen over Fortis gesproken. Mijn fractie
heeft toen gezegd dat, voor zover wij het nu kunnen inschatten, het
begrijpelijk is dat er is besloten om in te grijpen. Het terugbrengen
van rust en vertrouwen in het Nederlandse bancaire systeem heeft nu
prioriteit. Nederlanders moeten erop kunnen vertrouwen dat hun
spaarcenten veilig zijn. De overheid speelt daar een rol in. Het is
dan ook goed dat afgelopen weekend daadkracht is getoond.
Er blijft wel een aantal vragen openstaan, specifiek over de deal rond
Fortis, maar ook over de rol van het toezicht in het algemeen. De
Kamer heeft inmiddels een brief ontvangen over het ingrijpen bij
Fortis, maar hierin stond niet meer dan al bekend was. Andere fracties
hebben daar al over gesproken. De minister zal begrijpen dat het
parlement meer informatie nodig heeft om haar controlerende taak te
kunnen uitoefenen. Als dat niet via een brief kan, dan stel ik mijn
vragen nu maar, in de verwachting dat de minister daar ook op kan
antwoorden.
Welke afwegingen heeft de minister het afgelopen weekend gemaakt?
Welke alternatieven zijn overwogen en waarom is uiteindelijk tot de
investering van 4 mld. besloten? Belangrijker nog, hoe wordt dit
bedrag nu gefinancierd? De minister stelt dat dit bedrag saldoneutraal
wordt uitgegeven. Hij schrijft echter ook dat het wel een onderdeel
gaat vormen van onze financiering. Daarmee drukt het volgens ons op de
staatsschuld. Bovendien zal de minister niet direct de dividend
ontvangen en dat heeft effect op het EMU-saldo. Kan de minister
toezeggen dat dit in deze kabinetsperiode glad gaat lopen? En dit
betekent verder dat de aandelen eigenlijk afgestoten moeten worden
voor 2011.
De minister heeft eerder gezegd dat er nogmaals opgetreden wordt als
er een bank onder druk komt te staan. Elke reddingsoperatie vergt
echter eigen afwegingen. Het is dus wat voorbarig om te roepen dat de
overheid desgewenst wel inspringt.
Gisteren is daarover ook al het een en ander gezegd en ik hecht eraan
te benadrukken dat het politieke primaat van dergelijke beslissingen
bij het parlement ligt. De heer Irrgang heeft hierover ook al
behartigenswaardige woorden gezegd.
Een ander belangrijk punt voor mijn fractie betreft de bonussen voor
de top van Fortis, maar eigenlijk voor de top van alle financiële
instellingen. Er doen geruchten de ronde dat de heer Lippens zo'n 5
mln. zou meekrijgen. De minister gaat zich hardmaken om de bonussen te
beteugelen. Mag ik dit opvatten als een keiharde toezegging dat een
dergelijke bonus niet zal worden uitgekeerd?
De partij die nu speelbal lijkt van deze kwestie is ABN AMRO. Het
personeel had nog maar amper de nieuwe bedrijfskleding aangepast en
die kan nu ook al weer uit. De onzekerheid bij het personeel van ABN
AMRO is groot en dat mag niet lang voortduren. Bij de eerdere
overnamestrijd rondom ABN AMRO nam het kabinet het standpunt in dat er
niet te veel geïntervenieerd moest worden in dit proces. Die houding
kan het, wat de fractie van de ChristenUnie betreft, niet nog een keer
aannemen. In het belang van ABN AMRO en in het belang van de
Nederlandse financiële sector moet er nu gericht bemiddeld worden om
te komen tot een solide overnamekandidaat. Ik neem aan dat de minister
zich daarvoor sterk zal maken.
Als er iets is dat de hele kredietcrisis heeft blootgelegd, dan is het
wel de rol van het toezicht op de financiële markten, of beter gezegd:
het klaarblijkelijk gebrek daaraan. Dit speelt met name in Amerika,
maar ook over de Nederlandse situatie zijn er vragen. De minister
stelt dat ons financieel toezicht steviger in elkaar zit dan in
Amerika. Op het eerste gezicht lijkt dit ook zo, maar hoe kan het dan
toch dat er Fortis-achtige situaties ontstaan? De minister heeft een
onderzoek toegezegd naar de gang van zaken rondom de overname van ABN
AMRO door Fortis en naar de reden waarom destijds toestemming is
gegeven voor deze overname. De vraag bij ons is nu vooral nog hoe het
kan dat de toezichthouder de risico's niet goed heeft ingeschat. Is
dat toezicht dan toch minder solide dan gedacht? Als wij breder
kijken, hoe hoog zijn de risico's van andere ontwikkelingen die nu
spelen? Ik noem bijvoorbeeld de hypotheken die veel Nederlanders
binnenkort zullen moeten oversluiten. Ik heb hierover ook al van
gedachten gewisseld met de heer Van Dijck. De minister heeft dit
risico, in een brief als reactie op de vragen van mijn collega
Weekers, naar mijn mening wat gebagatelliseerd. Maar onderkent de
minister ook niet dat er problemen kunnen ontstaan nu banken nu niet
meer zo gemakkelijk kredieten verstrekken?
Mede gelet op de grensoverschrijdende activiteiten, en dus ook de
redding van Fortis, lijkt het steeds belangrijker te worden dat er
centrale afspraken komen over het toezicht op de financiële sector.
Wij zijn blij met de toezegging van de minister dat hij zich hard gaat
maken voor de uniformering van Europees toezicht en ik vraag de
minister of dergelijke afspraken ook al dit jaar in de steigers kunnen
worden gezet.
Wij zouden het haast vergeten, maar wij hebben het vandaag eigenlijk
ook over de begroting voor 2009. In al het financiële geweld heeft het
kabinet een begroting gepresenteerd waarin de koopkracht op peil wordt
gehouden en op onderdelen zelfs wordt verbeterd. Voorheen werd er
altijd over geklaagd dat ministers van Financiën in dit opzicht te
veel procyclisch handelden. Daarop kan deze minister in ieder geval
niet worden betrapt. De fractie van de ChristenUnie is daar wel blij
mee. Er is veel discussie gevoerd over de vraag of deze begroting nu
op of over de randen van de begrotingsregels gaat. De begrotingsregels
van het kabinet zijn volgens mij juist aangescherpt ten opzichte van
de vorige edities; dat is al vaker gezegd. Verder slinkt de
staatsschuld snel. Dat biedt een basis voor de toch wel onzekere
toekomst. Uiteraard blijven er kritieke factoren, zoals de inflatie.
Het is daarom goed - althans in principe en als er een verantwoorde
loonontwikkeling tot stand komt - dat de btw-verhoging nu niet
doorgaat en de WW-premies worden afgeschaft. In het najaarsoverleg
worden daarover definitieve knopen doorgehakt. Kan de minister
aangeven of het de goede kant opgaat?
In het kader van de houdbaarheid van de overheidsfinanciën is in het
Coalitieakkoord aangekondigd dat er maatregelen in de sfeer van de AOW
worden getroffen. Deze plannen liggen er nu; waarvoor mijn dank. Het
is echter nog niet helemaal helder hoeveel de plannen nu bijdragen aan
de houdbaarheid. Er zit een rare kronkel in de redenering van het
kabinet. Er wordt gesteld dat de plannen even veel bijdragen aan de
houdbaarheid als in het Coalitieakkoord is overeengekomen. Als wij de
plannen uit het Coalitieakkoord exact hadden uitgevoerd, zou de
bijdrage echter hoger zijn geweest. Hoe hoog zouden de bijdrage en de
houdbaarheid zijn geweest als de plannen inderdaad waren uitgevoerd?
De minister stelt dat, maar ik wil graag een onderbouwing hebben. Wat
gebeurt er als blijkt dat de doorwerkbonus niet het gewenste effect
heeft, zoals door sommigen wordt gesuggereerd? Gaan wij dan alsnog de
oorspronkelijk plannen uitvoeren?
Een specifiek punt dat ik nog wil aankaarten is de
koopkrachtontwikkeling van de chronisch zieken. Tijdens de algemene
politieke beschouwingen is toegezegd dat daarnaar nog eens gekeken zal
worden. Wat komt hier nu uit?
De fractie van de ChristenUnie hecht er groot belang aan dat chronisch
zieken en gehandicapten niet uit de toon vallen voor wat het algemene
koopkrachtbeeld betreft. Welke mogelijkheden ziet het kabinet om deze
groep alsnog tegemoet te komen? Ik vraag de minister om de Kamer de
tijdens de algemene politieke beschouwingen toegezegde brief nog voor
aanvang van de tweede termijn van dit debat te doen toekomen.
Tijdens de algemene politieke beschouwingen is de motie-Slob
aangenomen. Het kabinet heeft deze plannen geaccordeerd, waarvoor onze
dank. Voor een deel van de voorstellen wordt aangegeven dat nadere
uitwerking volgt. Op zich is dat prima, maar ik heb nu twee vragen.
Ten eerste ben ik verrast dat de middelen voor de
vrijwilligersverzekering bij VWS terechtkomen. Aangezien gemeenten
daarvoor aan de bak moeten, hadden wij het idee dat BZK een logischere
plek geweest zou zijn. De tweede vraag is meer technisch van aard. In
de subsidietaakstelling valt op dat SZW, dat toch een aanmerkelijke
begroting heeft, een veel lagere taakstelling heeft dan bijvoorbeeld
de begroting van Jeugd en Gezin. Die krijgt nu aan de ene kant extra
middelen om de gezinsvoogdij op de gewenste omvang te houden, maar
moet aan de andere kant puzzelen op deze taakstelling te halen. Graag
een toelichting van de minister op deze keuzes.
De heer Van der Vlies (SGP):
Voorzitter. Ik had gehoopt dat collega Cramer ook iets zou zeggen over
de uitwerking die gegeven zal worden in de sfeer van de
openbaarvervoerskosten van mbo-studenten. Ik begrijp de passage die
daaraan gewijd wordt zo dat die toch wat gemitigeerder is dan wat de
motie vraagt, namelijk dat er voor mbo-studenten een
ov-kaartvoorziening komt. Hier staat iets anders. Hij heeft wel wat
opmerkingen gemaakt over het vrijwilligerswerk. Dat begrijp ik, maar
ik had gedacht dat hij vast en zeker ook nog over de mbo-studenten
komt te spreken.
De heer Cramer (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik zoek even waar dat staat.
Wij hebben daar voor dit moment kennis van genomen. Wij hebben gezien
dat er inderdaad een wat genuanceerdere tekst is opgenomen dan wij
voor ogen hadden, maar tijdens de algemene politieke beschouwingen
heeft het kabinet ook al aangegeven dat het even puzzelen is om het
goed terecht te laten komen. De heer Slob heeft toen in zijn tweede
termijn aangegeven dat wij de oplossingen goed vinden als partijen
ermee uit de voeten kunnen. In die zin hebben wij ruimte geboden voor
een nadere uitwerking, maar het geld moet daar wat ons betreft ook wel
echt terechtkomen.
De heer Van der Vlies (SGP):
Ik heb af te wachten waar het kabinet mee komt, dat is duidelijk. In
het kader van het algemeen overleg over schoolkosten zal er een plan
van aanpak worden gepresenteerd. U hebt terecht geconstateerd dat de
alinea die daaraan voorafgaat toch een beetje een voorbehoud maakt ten
opzichte van de optie die collega Slob in het debat heeft ingebracht
en waar de Kamer haar fiat aan heeft gegeven. Dat erkent u toch wel?
De heer Cramer (ChristenUnie):
Ik ben het met de heer Van der Vlies eens dat de formulering van het
kabinet iets meer ruimte vraagt dan wij in eerste instantie geboden
hebben, maar aangezien het kabinet zelf aangeeft, nog met een nadere
uitwerking te komen, voorzag ik dat er nog gelegenheid genoeg zou zijn
om daar elkaar nader op te bevragen. Ik vind ook dat je elkaar die
ruimte wel moet bieden.
Voorzitter. Een enkele opmerking over de FES. Voor de
investeringsagenda voor de komende jaren zijn afspraken gemaakt om de
FES-voeding beter vast te leggen en te stabiliseren, los van allerlei
marktinvloeden. Wij komen daar in een apart overleg nog wel breed op
terug, maar ik wil alvast twee dingen opmerken. Naar onze mening heeft
het kabinet een wel heel behoudende raming gemaakt voor de vaste
voeding. Andere partijen maakten daar ook al opmerkingen over en er is
ook op gewezen door De Nederlandsche Bank. Daarnaast moeten echter ook
de criteria harder dichtgetimmerd worden op basis waarvan gebruik
gemaakt mag worden van het FES. Wat de fractie van de ChristenUnie
betreft, wordt het ondergronds kapitaalgebruik voor investeringen in
de bovengrondse economische infrastructuur, waarbij ook zaken als
integrale gebiedsontwikkeling en energietransitie horen. Dan verwijs
ik ook naar de opmerkingen die de heer Tang daarover maakte. Ik vraag
de minister dan ook om te reageren op de stelling dat de voeding van
het FES-fonds best een tandje hoger kan. Daarnaast vraag ik de
minister of tegelijk met een discussie over de voeding niet ook een
discussie over bredere uitgavemogelijkheden moet worden gevoerd. Graag
een reactie daarop.
De heer Weekers (VVD):
Voorzitter. In de brief die wij hebben gekregen over het FES staat al
aangegeven dat de criteria om straks gebruik te kunnen maken van het
FES enorm worden opgerekt. Ik hoorde de heer Cramer eerder zeggen dat
die middelen moeten worden gebruikt voor harde infrastructuur, maar
dat daar ook wijkontwikkeling bij kan horen. Vindt hij nu dat het FES
alleen maar mag worden gebruikt voor investeringen die uiteindelijk
ook hier of daar op de balans komen? Of meent hij dat het ook voor
consumptieve uitgaven mag worden gebruikt?
De heer Cramer (ChristenUnie):
Nee, het laatste absoluut niet.
De heer Weekers (VVD):
Daar ben ik blij mee, maar dat betekent ook dat er een streep wordt
gezet door tal van subsidieprogramma's die de minister van EZ en die
van VROM voor de komende jaren op de rol hebben staan. Ik zou het zeer
prettig vinden als de heer Cramer in elk geval vasthield aan harde
criteria.
Ik heb nog een andere vraag over de aardgasbaten en het FES. Ik heb
die vraag eerder aan andere sprekers gesteld. Hoe zit het naar de
mening van de heer Cramer? De aardgasbaten bedragen volgens de
begroting 2009 ongeveer 14 mld. Daar gaat de voeding ter waarde van
2,5 mld. aan het FES van af. Dan blijft er 11,5 mld. over. Zou dat
bedrag volgens de heer Cramer voor de aflossing van de staatsschuld
moeten worden gebruikt? Zo nee, waar moet dat dan blijven?
De heer Cramer (ChristenUnie):
Waar dat blijft, staat in de begroting. Dat is keurig opgenomen en
verantwoord.
De heer Weekers (VVD):
Ik zou wel eens willen weten waar dat staat? Ik kon dat in ieder geval
nergens achterhalen. Het gaat mij erom of de heer Cramer het
uitgangspunt deelt dat datgene wat niet naar het FES gaat in beginsel
voor de aflossing van de staatsschuld zou moeten dienen.
De heer Cramer (ChristenUnie):
Dat uitgangspunt deel ik, maar de heer Weekers spreekt daarbij de
prachtige woorden "in beginsel" uit. Dat komt dus allemaal goed.
De heer Weekers (VVD):
Ik neem aan dat de heer Cramer beginselvast is.
De heer Cramer (ChristenUnie):
De heer Weekers kan mij veel verwijten, maar dat niet.
Ik kom terug op de kredietcrisis. Als wij goed beschouwen, is de
kredietcrisis niet de enige crisis die op dit moment woedt. Wij kennen
allemaal de verhalen over de voedsel- en de energiecrisis. Het een
lijkt niet los te staan van het ander, wat ook de heer Wijffels
afgelopen zaterdag opmerkte in de Volkskrant. Vorige week hield de
minister-president een speech voor de Algemene Vergadering van de VN
en ook de kroonprins heeft daar gesproken. Zij riepen op om vast te
houden aan de millenniumdoelen, ondanks de financiële crisis: een
oproep naar mijn hart. Laten wij oog houden voor de situatie in de
hele wereld en niet alleen voor de financiële markt. Als alle stormen
wat geluwd zijn, lijkt het mij zinvol om een debat te voeren over de
geïntegreerde aanpak van de problemen die wereldwijd manifest worden.
Ik nodig de minister uit om daarvoor een voorzet te doen.