Beantwoording Kamervragen over reactie van minister van LNV op actie van
Greenpeace
01 oktober 2008 - kamerstuk
Kamerbrief met antwoorden op vragen over een actie waarbij Greenpeace
rotsblokken in zee heeft gestort. In het gebied vissen Nederlandse
vissers naar garnalen die hinder ondervinden van de blokken.
Meer informatie
* Beantwoording Kamervragen over reactie van minister van LNV op
actie van Greenpeace
Kamerstuk | 01-10-2008 | PDF-Document, 57 kB
Voor downloaden van PDF-bestanden:
Zie het origineel
Geachte Voorzitter,
Hierbij ontvangt u de antwoorden op vragen van de Tweede Kamerleden Ouwehand en
Thieme (beiden PvdD) over mijn reactie op de actie van Greenpeace.
1
Kent u het artikel "Greenpeace balanceert op het randje?"
Ja.
2
Kunt u uiteenzetten waarom u beweert dat Greenpeace de broodwinning van de vissers
belemmert, aangezien de actie is gevoerd in het "beschermde gebied" de Sylter Buiten Rif
(slechts één procent van de Noordzee)?
In het desbetreffende gebied wordt door Nederlandse vissers naar garnalen gevist. Het
storten van meer dan 300 stenen in het gebied, heeft tot gevolg dat er minder mogelijkheden
zijn naar garnalen te vissen. Zelfs al treft dit een beperkt aantal vissers, dan nog is
dit voor de direct betrokkenen zeer ernstig.
3
Kunt u uiteenzetten waarop u baseert dat deze actie gevaar oplevert, aangezien de
belangrijke partijen (inclusief de vissers) van te voren zijn geïnformeerd over de locatie en
de visserij de technologie heeft om dit soort stenen te vermijden die van nature ook in de
Noordzee voorkomen?
Het is niet altijd mogelijk met technische apparatuur de stenen te vermijden. Niet uit te
sluiten valt dat een rotsblok in een net terechtkomt, waardoor het net zal scheuren. Ook
kan hierdoor een vissersboot uit balans raken met alle risico's van dien. Het feit dat er al
wrakken en stenen liggen, maakt het opzettelijk aanbrengen van schadeveroorzakende
obstakels niet minder ernstig.
4
Kunt u uiteenzetten waarom er in Nederland nog niet eens een netwerk van beschermde
gebieden is aangewezen op het Nederlands Continentaal Plat (NCP), terwijl de wettelijke
deadline voor het indienen van Natura 2000-zeegebieden in 1995 was en de deadline voor
het volledig instellen van deze beschermde gebieden door de lidstaten in 2004?
In mijn brief d.d. 9 juni 2008 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2007-2008, 30 195, nr. 26) heb ik
een uiteenzetting gegeven over het te volgen proces aangaande de beschermde natuurgebieden
op de Noordzee. Hierin heb ik aangegeven, dat de bescherming van de gebieden
op de Noordzee is uitgewerkt in het Integraal Beheerplan Noordzee 2015 (IBN 2015). Op
grond van met de Europese Commissie gemaakte afspraken, ligt het in het voornemen dat
in 2008 een aantal Habitatrichtlijngebieden zal worden aangemeld bij de Europese
Commissie en het secretariaat van het OSPAR-verdrag.
5
Kunt u uiteenzetten wat uw planning is voor het aanmelden, aanwijzen en bepalen van de
mate van bescherming van de Natura 2000-zeegebieden op het Nederlands Continentaal
Plat? Zo ja, wanneer vinden de aanwijzingen concreet plaats, van welke gebieden en per
wanneer wordt de mate van bescherming bepaald? Zo neen, waarom niet?
Ik ben voornemens om in het Nederlandse deel van het Continentaal Plat eind 2008 de
Doggersbank en de Klaverbank als een Habitatrichtlijngebied bij de Europese Commissie
aan te melden. Nadat deze gebieden op een communautaire lijst zijn geplaatst (najaar
2009) en de Natuurbeschermingswet 1998 van toepassing is verklaard op het Nederlandse
deel van het Continentaal Plat, zal ik in 2010 overgaan tot het aanwijzen van voormelde
gebieden als een Habitatrichtlijngebied. Tevens zal ik in 2010 het Friese Front aanwijzen
als een Vogelrichtlijngebied. De mate van bescherming wordt bepaald door de instandhoudingsdoelstellingen
die per gebied zullen worden geformuleerd en zullen worden
vastgesteld bij de aanwijzingsbesluiten van deze gebieden.
6
Bent u van mening dat deze gebieden voldoende bijdragen aan een samenhangend
Europees netwerk van beschermde natuurgebieden? Zo ja, hoe verhoudt zich dit tot de
Natura 2000-/OSPAR-criteria? Zo neen, kunt u concreet aangeven welke gebieden u in de
toekomst nog gaat aanwijzen en wanneer?
Ja. De bescherming van gebieden in de Noordzee is uitgewerkt in het Integraal Beheerplan
Noordzee 2015 (IBN 2015). De ecologische selectiecriteria van de Vogel- en Habitatrichtlijn
zijn bepalend voor het aanwijzen van Natura 2000-gebieden op zee. In het licht van het
belang van het bevorderen van een duurzame ontwikkeling op de Noordzee, wil ik in dit
stadium niet vooruitlopen op de mogelijkheid op termijn andere natuurgebieden aan te
wijzen.
Omdat deze gebieden ook voldoen aan de OSPAR-criteria, zullen deze ook worden
aangemeld aan het secretariaat van het OSPAR-verdrag.
7
Bent u bereid mariene gebieden op zee aan te wijzen die volledig worden beschermd tegen
menselijke exploitatie om de Noordzee daadwerkelijk een kans te geven om te herstellen?
Zo neen, welk beschermingsniveau staat u concreet dan wel voor ogen?
Het is in eerste instantie van belang dat met het oog op een duurzame ontwikkeling er
een goede ruimtelijke afweging van activiteiten in de gehele Noordzee plaatsvindt,
waarbij tevens de in het geding zijnde ecologische waarden in acht worden genomen.
Het beschermingsniveau in de Natura 2000-gebieden is met name afhankelijk van de nog
te formuleren instandhoudingsdoelstellingen in de onderscheiden gebieden. Hierbij gaat
het er vooral om dat maatregelen zullen worden getroffen ter bescherming van de in de
Habitatrichtlijngebieden voorkomende habitattypes 1110 (zandbanken) en 1170 (grindriffen)
en de in het Vogelrichtlijngebied voorkomende beschermde soorten.
8
Wilt u de vragen beantwoorden voor 2 oktober a.s. met het oog op het algemeen overleg
Visserij d.d. 2 oktober?
Ja.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit