Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Kamervragen over vogelgriep

01 oktober 2008 - kamerstuk

Kamerbrief met antwoorden op Kamervragen over Nederlands onderzoek naar de vogelpestcrisis in 2003. Engelse onderzoekers hebben gebruik gemaakt van deze gegevens bij onderzoek naar transmissieroutes.

Meer informatie

* Kamervragen over vogelgriep
Kamerstuk | 01-10-2008 | PDF-Document, 56 kB
Voor downloaden van PDF-bestanden: Zie het origineel


Geachte Voorzitter,

Hierbij doe ik u de antwoorden op vragen van het lid Thieme (PvdD) over vogelgriep toekomen.

1
Kent u het bericht "Slachterijen contactbron voor vogelgriep"?1 Ja.

2
Is het waar dat de onderzoekers gebruikmaakten van de Nederlandse analyses naar aanleiding van de Nederlandse vogelpestcrisis in 2003? Zo ja, leidden die analyses tot vergelijkbare uitkomsten?
Ja, dat is gebruikelijk in de wetenschap. De conclusies uit Nederlandse onderzoeken zijn gebruikt voor mogelijke transmissieroutes van vogelgriep in het Verenigd Koninkrijk (V.K.). Het Nederlandse onderzoek is gebaseerd op analyses van epidemiologische gegevens van de uitbraak in 2003. Uit het Nederlandse onderzoek bleek buurtverspreiding veel belangrijker dan verspreiding over grotere afstanden. De Engelse onderzoekers concludeerden dat buurtverspreiding in het V.K. geen belangrijke rol zal spelen in verband met de verschillen in pluimveedichtheid. Daarop hebben ze de theoretische bijdrage van andere transmissieroutes onderzocht.
Het Engelse onderzoek leidde dan ook niet tot vergelijkbare uitkomsten, in dit onderzoek is de contactstructuur van de Britse pluimveesector in kaart gebracht, het Nederlandse onderzoek is een analyse van de uitbraakgegevens van 2003. ') Meat&Meal, 7 september 2008

3
Deelt u de mening van de onderzoekers dat slachterijen en transporten de voornaamste contactbron vormen voor de verspreiding van vogelgriep? Zo ja, welke conclusies verbindt u daaraan in verband met het beperken van het verspreidingsrisico van vogelgriep? Zo neen, waarom niet?
Nee, ik deel deze mening niet en dit is ook niet de mening van de Engelse onderzoekers. Allereerst worden hygiënemaatregelen op bedrijven en het reinigen en ontsmetten van transportwagens e.d. niet in dit onderzoek meegenomen. Daarnaast wil ik benadrukken dat dit een onderzoek van de Britse pluimveesector is en niet vergelijkbaar is met de Nederlandse pluimveesector.
De onderzoekers geven aan dat, gegeven de aanwezige contactstructuur in de Britse pluimveesector, in potentie slachterijen en pluimveeservicebedrijven (vangploegen die kippen uit een stal halen en klaarmaken voor transport naar het slachthuis) een grote rol zouden kunnen spelen bij het verslepen van een vogelgriepinfectie naar andere bedrijven als er geen hygiënemaatregelen zouden worden genomen om die mogelijke transmissie te voorkomen.

4
Kunt u uiteenzetten hoe u het antwoord op vraag 3 ziet in relatie tot de in Nederland genomen maatregelen om het risico van de verspreiding van vogelgriep adequaat te verminderen waar het gaat om contactbronnen in slachterijen en transport? Hoe verhouden deze maatregelen zich naar aard en omvang met grootschalige maatregelen als de landelijke ophokplicht voor pluimvee?
In Nederland worden bij vervoer en transport van levende dieren naar het slachthuis alle mogelijke hygiënische maatregelen in acht genomen, op het bedrijf en bij het lossen op het slachthuis. In Nederland wordt direct van het bedrijf waar pluimvee geladen wordt naar het slachthuis gereden zonder tussenstop op andere bedrijven. Ook leden van de pluimveeservicebedrijven, die het pluimvee vangen en klaarmaken voor transport, dienen zich aan de hygiënemaatregelen te houden. Op deze manier is het slachthuis een eindstation waardoor geen verspreiding naar andere bedrijven wordt veroorzaakt. De afschermplicht wordt ingevoerd wanneer er een dreiging is dat vogelgriep via de wilde vogels, het gehouden pluimvee kan besmetten. Zie ook Kamerstuk 2007-2008, 28807, nr. 125.

5
Bent u bereid een kosten-batenanalyse te laten maken door een onafhankelijk onderzoeksinstituut naar de opbrengstwaarde van de huidige wijze van pluimveeverwerking versus de kosten die een door de WHO en andere gezaghebbende instituten verwachte vogelgrieppandemie met zich mee zal brengen? Zo ja, op welke termijn en op welke wijze gaat dit plaatsvinden? Zo neen, waarom niet?
Nee, de Nederlandse pluimveehouderij en een mogelijke wereldwijde grieppandemie zijn twee grootheden die methodologisch niet met elkaar vergeleken mogen worden.
6
Kunt u uiteenzetten of het Britse onderzoek aanleiding voor u vormt om substantiële beleidswijzigingen door te voeren ten aanzien van het houden, vervoeren en verwerken van pluimvee? Zo ja, op welke termijn en op welke wijze? Zo neen, waarom niet? Nee. Het Britse onderzoek is een theoretische exercitie geweest die potentiële gevaren heeft blootgelegd voor verspreiding van vogelgriep in de Britse pluimveehouderij.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg