Financiële crisis: noodzaak ontwikkelingsbanken alleen maar groter
01/10/2008 16:08
FMO
Financiële crisis: noodzaak ontwikkelingsbanken alleen maar groter
FMO wijst op belang financiering private sector Azië, Afrika, Zuid-Amerika
Den Haag (1 oktober 2008) - De huidige financiële crisis zal het belang van ontwikkelingsbanken voor de economische ontwikkeling van Azië, Afrika en Latijns-Amerika alleen maar vergroten. Deze financiële instellingen, met hun decennialange ervaring in het stimuleren van economische ontwikkeling in kwetsbare regio's, zijn bij uitstek geschikt om de private sector in ontwikkelingslanden door crisisperiodes te loodsen.
Tot deze stelling komt Nanno Kleiterp, de nieuwe CEO van FMO, de Nederlandse ontwikkelingsbank die sinds 1970 ondernemerschap in ontwikkelingslanden stimuleert. Kleiterp deed zijn uitspraak woensdag 1 oktober tijdens het symposium 'The Future of Development Finance' dat in Den Haag werd georganiseerd.
Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Màxima woonde het symposium bij, waaraan ook gerenommeerde sprekers een bijdrage leverden. Onder hen waren Bert Koenders (minister voor Ontwikkelingssamenwerking), María Otero (ACCION International), Wang Qi (The Development Principles Group) en Mo Ibrahim (oprichter van Celtel en de Mo Ibrahim Foundation).
,,Ontwikkelingsbanken hebben de afgelopen vijftien jaar de nodige crises meegemaakt in opkomende markten zoals Azië en Argentinië'', blikt Kleiterp terug. ,,We zijn dus in feite specialisten. Onze plicht is er op die momenten juist te zijn en ons niet terug te trekken. Dat geldt ook voor de periode die komen gaat.'' Kleiterp is bij FMO Arthur Arnold opgevolgd als algemeen directeur.
Kleiterp voorspelt dat het slechts een kwestie van tijd is dat de schadelijke gevolgen van de financiële crisis - na de effecten in de Verenigde Staten en de Westerse wereld - de opkomende markten en ontwikkelingslanden zullen raken. De ironie wil dat de strikte gedragsregels waaraan instellingen zoals FMO zichzelf en partners in ontwikkelingslanden onderwerpen, door veel Westerse banken zijn genegeerd. ,,Het gaat daarbij om goede corporate governance, integriteit, onafhankelijk risicomanagement en continuïteit (sustainability). Welke ontwikkelingen wij ook zullen doormaken, deze richtlijnen blijven ook de komende decennia voor ons leidend.''
De onrust op de financiële markten mag dan momenteel een nadelig effect hebben, op de lange termijn zullen eerder ingezette ontwikkelingen gewoon voortgaan. Zo zullen de opkomende markten in Azië, Afrika en Latijns-Amerika sneller groeien dan Europa, de VS en Japan. Kleiterp: Dat stelt instellingen als FMO voor de principiële vraag of ze actief moeten blijven in landen als China of dat ze zich moeten concentreren op de armste landen. Daarnaast richten China, Rusland, Brazilië en Thailand inmiddels eigen ontwikkelingsbanken op. Wat betekent dat voor de huidige ontwikkelingsbanken?
Op het symposium 'The Future of Development Finance' lieten verschillende genodigden hun licht schijnen op dit thema. De Nederlandse minister Bert Koenders (Ontwikkelingssamenwerking) stelde in zijn bijdrage 'Investment Opportunities in a Changing World' dat de veranderingen die mondiaal gaande zijn donoren dwingen na te denken over de inzet van hun middelen en de (her)definiëring van hun doelen. Dat kan voor nationale overheden betekenen dat ook zij meer gaan inspelen op de behoeftes van de private sector in hulplanden. De Nederlandse overheid heeft met 51 procent een meerderheidsbelang in FMO.
María Otero, CEO van ACCION International, pleitte onder de noemer 'The Role of DFIs in Financial Inclusion: The Next Decade' voor het verlagen van drempels waardoor armere bevolkingsgroepen beter toegang krijgen tot betrouwbare financiële dienstverlening en producten.
De positie van China stond centraal in 'DFI in 2018: From a Chinese Perspective'. Wang Qi, Managing Partner of The Development Principles Group, hield de aanwezigen voor dat China een enorme groei doormaakt, maar dat die expansie niet echt uitgebalanceerd is. Verhoudingsgewijs een beperkt deel van de Chinese bevolking profiteert van de groei, die zich bovendien hoofdzakelijk rond enkele grote steden en langs de kust beperkt. Het achterland heeft nog zo'n inhaalslag te plegen dat China goed de hulp van Westerse ontwikkelingsbanken kan gebruiken, aldus Wang Qi.
Mo Ibrahim, oprichter van mobiele telefoniebedrijf Celtel, bracht de aandacht weer terug naar de inleiding van Nanno Kleiterp. In zijn bijdrage 'DFIs, the Private Sector and Africa' benadrukte hij het belang van good governance. Een stabiel, vertrouwenwekkend ondernemersklimaat is een voorwaarde om de private sector in Afrika tot volle wasdom te laten komen.
Over FMO
De Nederlandse Financierings-Maatschappij voor Ontwikkelingslanden (FMO) is de internationale ontwikkelingsbank van Nederland. FMO investeert risicodragend kapitaal in bedrijven en financiële instellingen in ontwikkelingslanden. FMO heeft een totale investeringsportefeuille van EUR 3,4 miljard en behoort wereldwijd tot de grootste bilaterale ontwikkelingsbanken. Mede dankzij de relatie met de Nederlandse overheid kan FMO investeren in bedrijven en financiële instellingen die (nog) geen toegang hebben tot de gangbare bronnen van vreemd en/of risicodragend vermogen. Met als doel: florerende bedrijven en financiële instellingen creëren die als motor fungeren voor duurzame groei in hun land.
http://www.fmo.nl