Beantwoording vragen Ferrier, Voordewind en Gill 'ard over de aanval door
het Ugandese leger op veehouders
01-10-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door de leden Ferrier, Voordewind en Gill'ard over de aanval
door het Ugandese leger op veehouders. Deze vragen werden ingezonden
op 15 september 2008 met kenmerk 2008Z02345/2070829650.
De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Bert Koenders
Antwoorden van de heer Koenders, minister voor
Ontwikkelingssamenwerking op vragen van de leden Ferrier, Voordewind
en Gill'ard (CDA, CU en PvdA) over de aanval door het Ugandese leger
op veehouders.
Vraag 1
Bent u op de hoogte van het bericht van IKV Pax Christi "UPDF kills
Turkana pastoralists" van 22 augustus 2008?
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het Ugandese leger (UPDF) buitenproportioneel
geweld heeft gebruikt tegen veehouders die vanuit Noord-Kenia de grens
overstaken naar Uganda om voedsel te zoeken?
Antwoord
Het is niet mogelijk een eenduidig beeld te krijgen van wat zich
precies heeft afgespeeld tussen de UPDF en de Turkana-veehouders, die
de grens tussen Uganda en Kenia bewust zijn overgestoken.
Onafhankelijk onderzoek door de VN Office of the High Commissioner of
Human Rights (OHCHR) heeft niet uitgewezen dat bij het bedoelde
incident dodelijke slachtoffers zijn gevallen. In algemene zin kan
gesteld worden dat het oversteken van de Ugandese grens door gewapende
leden van de Turkana-stam uit Kenia vaker voorkomt. De druk op de
beperkte vruchtbare grond in de Karamoja regio is daardoor groot.
Andersom gebeurt vanuit Uganda hetzelfde. Vaak zijn illegale
activiteiten zoals veediefstal daarbij het motief, waarbij deze
gewapende groepen zelf vaak buitenproportioneel geweld gebruiken. De
Ugandese autoriteiten treden strikt op tegen gewapende groepen, die
zich illegaal op Ugandees grondgebied begeven. Dit optreden gebeurt
door het Ugandese leger, omdat dit de verantwoordelijk is voor de
grensbewaking en de orde en veiligheid in deze instabiele regio.
Donoren zijn momenteel in discussie met het Ministerie van Defensie om
te bezien of de handhaving van de orde en veiligheid overgedragen kan
worden aan de politie. Het Ugandese leger erkent -wat dit incident
betreft- ongeveer 500 stuks vee in beslag te hebben genomen, waarna ze
de stamleden hebben teruggezonden naar Kenia.
Vraag 3
Zo ja, op welke wijze gaat u deze kwestie aan de orde stellen bij de
Ugandese autoriteiten?
Antwoord
Het door u genoemde incident met de Turkana-veehouders is besproken in
de mensenrechtengroep van de verzamelde donoren in Uganda. Daarnaast
is dit specifieke incident door leden van de Nederlandse ambassade in
Kampala besproken met de districtsautoriteiten in Karamoja. De
situatie in Karamoja is onderwerp van een voortdurende dialoog van
donoren met de Ugandese autoriteiten, onder andere met de Ugandese
Minister van Defensie.
Vraag 4
Op welke wijze worden dergelijke aanvallen van het leger betrokken bij
de beoordeling over het toekennen van begrotingssteun aan Uganda?
Antwoord
Nederland beoordeelt ieder jaar de onderliggende principes voor het
geven van begrotingssteun aan Uganda en kijkt hierbij ondermeer
kritisch naar de mensenrechtensituatie, democratie, het eerbiedigen
van de rechtsstaat en respect voor vrede en veiligheid. Deze
beoordeling gebeurt op basis van een analyse van de situatie van het
afgelopen jaar. Incidenten als deze worden daar vanzelfsprekend ook
bij betrokken.
Vraag 5
Deelt u de mening dat Nederland begrotingssteun aan Uganda zou moeten
beëindigen of hebt u argumenten om die begrotingssteun vooralsnog
voort te zetten?
Antwoord
De basis voor de bilaterale dialoog en samenwerking met de Ugandese
overheid is een gedeeld belang bij zichtbare resultaten op het gebied
van armoedebestrijding, zoals de verbetering van de kwaliteit en
effectiviteit in het onderwijs. Nederland geeft sectorale
begrotingssteun aan Uganda, zolang het constateert dat er inderdaad
welgemeende betrokkenheid van de Ugandese overheid is aan de
gezamenlijk overeengekomen doelen en resultaten, en er voldoende
openingen zijn voor stevige dialoog over bestedingen door deze
overheid.
Juist in Uganda loopt, samen met de andere begrotingssteundonoren, een
positief proces waarbij ook sensitieve onderwerpen als deze in de
politieke dialoog van de donoren met de Ugandese overheid fors op
tafel komen en bespreekbaar zijn.
Wat Nederland betreft is er derhalve op dit moment geen aanleiding om
de sectorale begrotingssteun aan Uganda stop te zetten.
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken