antwoorden op vragen
Een schapenmars in Utrecht
30 september 2008 - kamerstuk
Directie Landbouw
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 's-GRAVENHAGE
uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum
4 september 2008
2008Z01691
DL. 2008/2377 30 september 2008
onderwerp 2070828830 bijlagen
Kamervragen over een schapenmars in
Utrecht
Geachte Voorzitter,
Hierbij stuur ik u de antwoorden op de vragen van het lid Thieme (Partij voor de Dieren)
over een schapenmars in Utrecht.
1
Kent u het bericht `veehandelaren en schapen protesteren in Utrecht'?
Ja.
2
Is er een demonstratievergunning afgegeven voor het meevoeren van 100 schapen door de
binnenstad van Utrecht? Zo ja, hoe beoordeelt u een dergelijke toestemming? Zo neen, is
verbaliserend opgetreden?
Er is door de gemeente Utrecht een demonstratievergunning voor deze demonstratie
afgegeven. Hierin stond niet vermeld dat er schapen meegenomen zouden worden. Het is
de verantwoordelijkheid van de gemeente om een vergunning af te geven voor een
dergelijke protestmars en te bepalen welke voorwaarden er eventueel worden gesteld.
3 en 4
Deelt u de mening dat het ongepast is dieren onderdeel te maken van een protestoptocht?
Zo ja, welke acties gaat u ondernemen om het gebruik van dieren in protestmarsen te
voorkomen? Zo neen, waarom niet?
Bent u bereid nadere regels te stellen aan het gebruik van dieren in het kader van
demonstraties? Zo ja, op welke wijze en binnen welke termijn? Zo neen, waarom niet.
Nee, die mening deel ik niet. Het recht op demonstratie is een groot goed in onze
democratie. Op het moment dat dieren meelopen in protestmarsen, dienen de bepalingen
van artikel 36 en 37 van de Gezondheid- en welzijnswet voor dieren in acht te worden
genomen.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
30 september 2008 DL. 2008/2377 2
Indien deze bepalingen worden overtreden tijdens een protestmars dan, kan worden
opgetreden om het dierenwelzijn te beschermen. Ik ben dan ook niet voornemens actie te
ondernemen om het gebruik van dieren in protestmarsen op voorhand te verbieden.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
---- --
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit