Kamerstuknummer : 27476-11
Vragen aan : Minister van Buitenlandse Zaken
Commissie : Buitenlandse Zaken
Griffier : Van Toor
Beantwoording schriftelijke vragen mede namens de ministers van
Defensie, Justitie, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en voor
Ontwikkelingssamenwerking inzake de Nederlandse deelname aan de
EVDB-waarnemingsmissie, EUMM Georgië
Vraag 1
Hoe verhouden de genoemde aantallen van 6 tot 10 functionarissen zich tot in persberichten
genoemde aantallen van 12 waarnemers (bron: ANP, 19/09/08, 15:17)
Antwoord
In de brief van 19 september jl. aan de Kamer is bewust gekozen voor een formulering met
een zekere marge, 'circa 6 tot 10 functionarissen', omdat de exacte omvang van de
Nederlandse bijdrage aan de waarnemingsmissie gedurende het komende jaar naar
verwachting niet continu gelijk zal blijven. Bovendien was tijdens de voorbereiding van de
eerste Nederlandse bijdrage aan de initiële capaciteit lange tijd onduidelijk hoe die eerste
bijdrage er exact uit zou gaan zien. Dit was onderwerp van intensief contact met de bevoegde
EU-instanties.
Ten tijde van het opstellen van de brief stond de exacte invulling van die eerste Nederlandse
bijdrage nog niet geheel vast. Daarom worden later in de brief, in de paragraaf 'Karakter en
omvang van de Nederlandse bijdrage', de aantallen van 'drie tot vijf marechaussee en vier tot
zeven civiele experts' genoemd.
Het in de persberichten genoemde aantal van 12 waarnemers moet worden verklaard uit die
formulering in de brief, waarbij is uitgegaan van het hoogste totaal aantal waarnemers.
Uiteindelijk is de uitkomst van het overleg met de EU geworden dat Nederland op dit moment
twee teams van vier waarnemers ontplooit, ieder met een eigen gepantserde auto en met in elk
van die teams één marechaussee. Bovendien draagt Nederland één staflid bij aan de EU-
waarnemingsmissie. De totale Nederlandse bijdrage bestaat dus op dit moment uit negen
personen.
Vraag 2
Wat zijn "spoilers"?
Antwoord
In de betreffende passage van de brief wordt verwezen naar 'de naleving van het
zespuntenakkoord door betrokken partijen met daarbij aandacht voor gedrag van zogenaamde
spoilers'. De Engelse term 'spoiler', ontleend aan de EU documenten over de missie, kan in
deze context worden vertaald als 'bederver' of `tegenwerker'. De term verwijst naar
individuen of groeperingen die de naleving door betrokken partijen van het zespuntenakkoord
zouden kunnen dwarsbomen.
Vraag 3
Wanneer zal het concept-OPLAN (Operational Plan) worden opgesteld? Of is dit inmiddels
gereed en beschikbaar voor bestudering door de Kamer? Zo ja, wanneer krijgt de Kamer dit
plan toegezonden?
Antwoord
Het OPLAN is op 29 september door de EU goedgekeurd. Dit is een geclassificeerd
document. Meer informatie over de structuur en opbouw van de missie kan worden gevonden
in de zogenaamde Joint Action die als bijlage (annex 2) bij deze antwoorden is gevoegd.
Vraag 4
Wat wordt bedoeld met de opmerking dat de totstandkoming van de missie niet afhankelijk is
van een akkoord van Rusland? Volgens de passage op bladzijde 6 is Rusland toch al akkoord
gegaan met ontplooiing van de missie (op 8 september jl.)? Wat wordt dan bedoeld met deze
opmerking?
Antwoord
De ontplooiing van minimaal 200 EU-waarnemers in het kader van een internationaal
mechanisme is inderdaad onderdeel van de nadere uitwerking van het zespuntenakkoord
waarmee Rusland heeft ingestemd. Voor de ontplooiing van deze missie is geen toestemming
van Rusland nodig omdat de missie plaatsvindt op Georgisch grondgebied en op uitnodiging
van de Georgische autoriteiten. Uiteraard heeft Rusland geen stem in besluitvorming over
EU-waarnemingsmissies.
Vraag 5
Kunt u uitleggen welke problemen zich exact voordoen in de discussie over ontplooiing van
de resterende 80 OVSE-waarnemers? En wat verstaat de regering onder "proportioneel", als
het gaat om een bijdrage aan deze missie?
Antwoord
Op 18 september constateerde het Fins OVSE-voorzitterschap dat geen consensus bereikt kon
worden onder de deelnemende staten aan de OVSE over de modaliteiten voor uitzending van
de resterende tachtig militaire waarnemers naar Georgië. Meer specifiek kon geen
overeenstemming bereikt worden over het gebied waarbinnen de waarnemers zouden moeten
gaan opereren. Het Fins voorzitterschap kwam dan ook tot de conclusie dat er om deze reden
momenteel geen basis is om de onderhandelingen in Wenen voort te zetten. De lidstaten van
de EU hebben in een gezamenlijke verklaring hun teleurstelling uitgesproken over het
uitblijven van overeenstemming. Door de opschorting tot nader order van de
onderhandelingen in Wenen, als gevolg waarvan de beoogde uitbreiding van de OVSE-missie
vooralsnog niet zal worden gerealiseerd, is een Nederlandse bijdrage aan de OVSE-
waarnemersmissie voor het moment niet meer aan de orde. Ten aanzien van de beoogde
missie gingen de gedachten uit naar een mogelijke bijdrage van drie tot vijf militaire
waarnemers, hetgeen in de OVSE-verhoudingen, op een beoogd totaal van 100 waarnemers,
overeenkomt met het Nederlandse procentuele aandeel in de financiering van deze
organisatie. Dat is een ijkpunt dat in vergelijkbare vraagtsukken vaker wordt gehanteerd.
Vraag 6
Hoe groot schat u de kans dat er een nieuw VN-mandaat komt voor de UNOMIG-missie in
Abchazië? Mocht een verlenging van het mandaat niet lukken, wat is hiervan dan de invloed
op de stabiliteit in Abchazië?
Antwoord
Op 15 oktober 2008 loopt het mandaat van UNOMIG af. Naar verwachting zal de discussie in
de Veiligheidsraad over een verlenging van het mandaat moeilijk worden. Niet zeker is welke
de inzet van Rusland in de Veiligheidsraadsbesprekingen uiteindelijk zal zijn; denkbaar is dat
Rusland instemt met een praktische oplossing waarbij de huidige missie voor enkele maanden
wordt verlengd, maar ook is denkbaar dat Rusland een aanpassing van het mandaat wenst en
een nieuwe naam waaruit niet langer blijkt dat de missie op het grondgebied van Georgië
plaatsvindt. Een dergelijke inzet zal, net als elke andere wijziging van het mandaat waaruit
zou kunnen worden afgeleid dat niet langer de territoriale integriteit van Georgië als
uitgangspunt geldt, op verzet stuiten van de EU. Wellicht zal ook deze kwestie aan de orde
komen tijdens de internationale besprekingen over vrede en veiligheid in de regio die medio
oktober in Genève van start zullen moeten gaan.
Vraag 7
Is de Status of Mission Agreement (SOMA) met Georgië inmiddels gereed? Zo nee, over
welke delen van de overeenkomst wordt nog onderhandeld? Welke gevolgen kan dit hebben
voor de veiligheid en het functioneren van de missie? Kunt u aangeven of het afsluiten van de
SOMA voor het kabinet een noodzakelijke voorwaarde is voor het uitzenden van de EVDB-
missie c.q. de Nederlandse functionarissen? Zal de SOMA worden afgesloten vóór de
officiële ontplooiingsdatum van de missie, 1 oktober aanstaande? Zo ja, wanneer zal de
SOMA aan de Kamer worden gestuurd? Zo niet, onder welk mandaat zal de EUMM-missie in
de tussentijd opereren?
Antwoord
De SOMA tussen de EU en de Georgische regering is nog niet gereed. De Georgische
regering heeft een concept-SOMA aangeleverd bij de EU. Dit document wordt volgende week
in EU-verband besproken. Zodra binnen de EU overeenstemming is bereikt over de gewenste
inhoud van de overeenkomst zullen de onderhandelingen hierover met de Georgische regering
worden gestart. Naar verwachting zal de SOMA niet voor ontplooiing van de missie gereed
komen.
Het voorlopig uitblijven van de SOMA heeft geen gevolgen voor de veiligheid van de
deelnemers of het functioneren van de missie en is voor het kabinet geen voorwaarde voor het
instemmen met (of ontplooien van) een EVDB-missie. De Georgische regering heeft immers
zowel de EU uitgenodigd om waarnemers te zenden, als hen privileges en immuniteiten
verleend. De SOMA die later tussen de EU en Georgië zal worden afgesloten, zal een
precisiering inhouden van de afspraken tussen beide partijen omtrent het verblijf van de
missie op Georgisch gebied.
Vraag 8
Ziet u op dit moment mogelijkheden om in contact te treden met de de facto machthebbers
van Zuid-Ossetië en Abchazië zonder daarmee het risico te lopen dat contact wordt gezien als
erkenning? Ziet u op dit moment mogelijkheden om zodoende de missie ook te ontplooien in
Zuid-Ossetië en Abchazië?
Antwoord
Vóór de crisis van begin augustus zijn er diverse contacten geweest met de de facto
autoriteiten in zowel Abchazië als Zuid-Ossetië, niet alleen door lokale EU-ambassadeurs
maar ook door bijvoorbeeld HV/SG Solana, die in Soechoemi heeft gesproken met de
Abchazische leider Bagapsj. Hierbij is steeds duidelijk gemaakt dat dit geen erkenning van
een aparte status impliceert.
Van Nederlandse zijde en vanuit de EU is er, mede gezien onze ambitie om de EU-missie
uiteindelijk ook in beide gebieden te ontplooien, bereidheid om dergelijke contacten te
hervatten, op voorwaarde dat dat gebeurt op dezelfde basis als indertijd. Als men ter plaatse
echter insisteert op voorafgaande erkenning van hun onafhankelijke status, dan zal daar door
Nederland noch door de EU mee worden ingestemd.
Voor het perspectief op ontplooiing van de EU-waarnemingsmissie in Zuid-Ossetië en
Abchazië is het belangrijk om hierop te blijven aandringen bij Moskou. Hierover bestaat in
EU-verband overeenstemming.
Vraag 9
Wanneer zal de dreigingsanalyse voor de bufferzones beschikbaar zijn?
Antwoord
De beschikbare dreigingsanalyses zijn ook van toepassing op het gebied dat in de brief wordt
aangeduid als de zogenaamde 'bufferzone', en eerder in de brief als 'de gebieden die Rusland
na het conflict als veiligheidszone heeft geclaimd ten zuiden van de administratieve grens met
Zuid-Ossetië en Abchazië'. In de brief wordt gesteld dat nog geen dreigingsanalyse
beschikbaar is over de verwachte effecten van het akkoord van 8 september op de
veiligheidssituatie in dat gebied. Wel heeft het team van EUSV Semneby sinds 8 september
het gebied bezocht en daarover gerapporteerd. Uit die rapportages zijn geen feiten naar voren
gekomen die uitrol van de missie zouden kunnen belemmeren. Over die effecten zal de eerste
harde informatie beschikbaar komen zodra de eerste EU-missieteams in dat gebied met hun
werkzaamheden beginnen, hetgeen uiterlijk op 1 oktober het geval zal zijn.
Vraag 10
Is inmiddels toestemming van alle betrokken partijen om de missie ook in de bufferzones te
ontplooien?
Antwoord
Volgens de overeenkomst die de presidenten Sarkozy en Medvedev op 8 september sloten,
zullen de EU waarnemers toegang hebben tot de zogenaamde `bufferzone'. De Georgische
regering ging met haar uitnodiging dd. 11 september jl. reeds akkoord met ontplooiing van de
missie in heel Georgië. Zie tevens het antwoord op vraag 8.
Vraag 11
Wat zal er worden gedaan tegen de dreiging van explosieve oorlogsresten? Beschikt de
EUMM-missie ook over kennis en capaciteit om deze oorlogsresten te identificeren en te
neutraliseren?
Antwoord
Op twee plekken in het operatiegebied is een dreiging van explosieve oorlogsresten. De
eerste dreiging geldt voor explosieve oorlogsresten in het gebied rond de Tshinkvalli-
Gori corridor ten zuiden van Zuid-Ossetië. Hier is rond 7 september hevig gevochten
tussen Georgië en Rusland/Zuid-Ossetië. Het tweede gebied bevindt zich rond
Abustumani, dat tijdens de oorlog is bestookt. In het laatste gebied is een Georgisch
ontmijningsteam actief om de explosieve oorlogsresten op te ruimen.
De missie zal over een Mission Security Plan beschikken met aanwijzingen voor de
missiedeelnemers hoe zij dienen te reageren op uiteenlopende dreigingen. Dit plan zal
onder meer procedures omvatten over mijnen en niet geëxplodeerde oorlogsresten.
Het ministerie van Defensie heeft een cursus verzorgd voor de Nederlandse missieleden
over onder andere de wijze van omgang met explosieve oorlogsresten.
Vraag 12
Bestaat naast het risico van intimidatie ook het risico dat milities geweld gebruiken tegen de
waarnemers? Zo ja, welke maatregelen zullen worden genomen wanneer de EUMM-missie
bloot wordt gesteld aan geweld? Is er een evacuatieplan voor de missie beschikbaar? Zijn er
manschappen beschikbaar die de waarnemers in geval van nood kunnen ontzetten? Is in het
mandaat voorzien in zelfverdediging van de waarnemersmissie?
Antwoord
Er bestaan momenteel geen aanwijzingen die duiden op een verhoogd risico op het gebruik
van geweld door milities tegen de EU-waarnemers. Omdat dit risico echter niet kan worden
uitgesloten, heeft de EU voorzorgsmaatregelen genomen. Zo is in de training die alle
deelnemers aan de missie voor aanvang van ontplooiing ontvangen, expliciet aandacht
gegeven aan veiligheid in de missie en de werking van de evacuatieprocedure. Een
evacuatieplan voor EUMM Georgië is vastgelegd in het OPLAN. De Nederlandse
waarnemingsteams beschikken, wat betreft veiligheidsuitrusting, over scherfvesten, helmen,
stralingsmeters, GPS, EHBO-kits en verschillende soorten communicatiesystemen. Daarnaast
beschikken de teams over een gepantserde voertuigen.
Vraag 13
Zal de Kamer worden ingelicht wanneer de EUMM-missie zich uitbreidt naar Zuid-Ossetië en
Abchazië? Zo ja, heeft de Kamer nog invloed op dit besluit? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Indien er overeenstemming wordt bereikt over een dergelijke uitbreiding van het werkterrein
van de EUMM, hetgeen, zoals in de brief wordt vermeld, door de EU wordt nagestreefd, zal
de Kamer daarover worden geïnformeerd. Een dergelijke uitbreiding zal geen separaat
ontplooiingsbesluit vereisen, omdat het reeds wordt gedekt door het besluit over de
ontplooiing van de waarnemingsmissie EUMM Georgië dat werd genomen door de RAZEB
van 15 september jl. en door het besluit van de regering, vastgelegd in de brief van 19
september jl., om voor één jaar een bijdrage te leveren aan deze missie.
Vraag 14
Welk materieel hebben de waarnemers tot hun beschikking? Welke voertuigen heeft de
EUMM-missie tot haar beschikking? Wordt er gebruik gemaakt van gepantserde voertuigen?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord
De Nederlandse teams zijn uitgerust met scherfvesten, helmen, stralingsmeters, GPS, EHBO-
kits en verschillende soorten communicatiesystemen. Daarnaast beschikken beide teams elk
over een civiel gepantserd voertuig. Deze vierwiel aangedreven terreinwagens met
bepantsering conform de EU norm voor de missie, zijn geschikt om de inzittenden te
beschermen tegen klein kaliber wapens en scherfmateriaal.
De teams uit de overige EU-lidstaten zijn samengesteld op basis van dezelfde richtlijnen en
veiligheidsnormen.
Vraag 15
In welke omstandigheden en waar worden de leden van de missie ondergebracht? Kunt u
aangeven of u vindt dat afdoende maatregelen worden genomen ter beveiliging van de leden
van de missie?
Antwoord
In afwachting van de ontplooiing van de missie verblijven de Nederlanders in een
onderkomen ongeveer 60 kilometer buiten Tbilisi.
De beide Nederlandse teams zullen opereren vanuit en gestationeerd zijn op het hoofdkwartier
van de missie in Tbilisi. Het hoofd van de missie zal hen naar behoefte inzetten in de
waarnemingsgebieden rond Zuid-Ossetië en Abchazië. De veiligheidssituatie rond Tbilisi is
goed. Op basis van de actuele veiligheidssituatie in de waarnemingsgebieden worden de
genomen veiligheidsmaatregelen afdoende geacht.
In elk Nederlands team is een marechaussee aanwezig die de missieleider adviseert op het
gebied van veiligheid. De Nederlandse waarnemersteams hebben de mogelijkheid om, op
advies van de marechaussee, naar een veiliger gebied terug te keren wanneer zij de
veiligheidssituatie in hun werkgebied als onvoldoende beoordelen.
Vraag 16
Welke scenario's bestaan er ten aanzien van de veiligheidsrisico's? Bestaan voor alle
scenario's, ook voor een gewapende aanval, voldoende beschermingsmaatregelen? Wie in
ultimo biedt de EU-functionarissen bescherming in elk van de drie delen? Heeft Rusland en/of
Georgië hierover toezeggingen gedaan? Bieden de Minimum Security Operation Standards
(MSOS) de garantie dat een besluit van het hoofd van de missie om te evacueren
daadwerkelijk wordt geëffectueerd?
Antwoord
Voor verschillende dreigingssituaties worden scenario's ontwikkeld. Mede op basis van het
akkoord van 8 september wordt de dreiging van Russisch geweld tegen de EU-waarnemers als
klein beoordeeld.
Het OPLAN geeft aan dat er Standing Operating Procedures (SOP's) worden ontwikkeld
voor onder andere bom-incidenten, evacuaties, situaties met veel slachtoffers, het rapporteren
van criminele activiteit, gijzeling van missieleden en alertheid op landmijnen.
In het missieveiligheidsplan zal een veiligheidsprocedure worden opgenomen hoe er dient te
worden omgegaan met diverse veiligheidsrisico's. De eerder genoemde MSOS zijn nog niet
volledig uitgewerkt.
Vraag 17
Zijn er inmiddels andere EU-landen die hun bijdrage aan de EUMM-missie hebben
toegezegd? Zo ja, welke landen zijn dit en hoe groot zal hun bijdrage zijn?
Antwoord
21 van de 27 landen van de EU hebben toegezegd waarnemers te zullen bijdragen aan de
missie. Voor een gedetailleerd overzicht, zie annex1 .
Annex 1
Bijdragen EU lidstaten aan de EUMM Georgië stand dd. 26-9-08
Bijgedragen
Lidstaat
waarnemers
Oostenrijk 4
Bulgarije 4
Tsjechië 5
Duitsland 25
Denemarken/Finland 10 / 10
Estland 2
Griekenland 8
Spanje 10
Frankrijk 36
Hongarije 3
Ierland 4
Italië 35
Litouwen 5
Luxemburg 2
Letland 3
Malta 2
Nederland 9
Polen 26
Roemenië 20
Zweden 25
Verenigd Koninkrijk 19
---- --
Ministerie van Buitenlandse Zaken