Den Haag, 27 september 2008
Vragen van het lid Arib (PvdA) aan de minister van Justitie
over kindontvoeringen
1.
Hebt u kennisgenomen van het artikel dat in het NRC-Handelsblad is verschenen over kinderontvoeringen? 1
2.
Klopt het dat Nederlandse vrouwen die na een stukgelopen huwelijk in het buitenland willen scheiden, vrijwel nooit met hun kinderen naar Nederland kunnen terugkeren? Zo ja, om hoeveel vrouwen gaat het? Klopt het dat het in tweederde van alle gevallen van ontvoeringszaken om moeders gaat?
3.
Hoe komt het dat rechters in Nederland zelden of nooit gebruik maken van de zogenoemde weigeringsgrond, die aangeeft dat er sprake moet zijn van aangetoond, concreet, aanzienlijk en acuut gevaar ?
4.
Wat is uw mening over de wijze waarop Nederlandse moeders en hun kinderen die bij zogenaamd ontvoeringszaken zijn betrokken in Nederland worden behandeld? Wat vindt u van de wijze waarop het Nederlands-Italiaanse meisje Noa, door de politie is behandeld? Wat is uw mening over de persoonlijke verhalen van de Nederlandse moeders in dit artikel?
5.
Deelt u de mening dat het huidige kinderontvoeringsverdrag onvoldoende rekening houdt met het belang van het kind en onvoldoende is toegesneden op de huidige praktijk? Deelt u de mening dat de uitzonderingsgronden ruimer dienen te worden toegepast en dat er meer rekening dient te worden gehouden met de belangen van kinderen? Zo ja, op welke wijze gaat u hiervoor zorgen?
6.
Deelt u de mening dat de Centrale Autoriteit te bureaucratisch is? Zo ja, kunt u aangeven welke maatregelen u hebt ondernomen om de bureaucratie bij de Centrale Autoriteit, waar veel ouders last van hebben, terug te dringen?
7.
Bent u het met de stelling eens dat de Centrale Autoriteit op dit moment een dubbele rol heeft en strijdige belangen moet dienen? Bent u bereid naar het voorbeeld van andere landen deze dubbele rol te beëindigen en een advocaat in te schakelen die de belangen van de aanklagende partij dient te behartigen en de CA?
NRC-handelsblad d.d. 27 september 2008
Partij van de Arbeid