Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Geannoteerde agenda Landbouw- en Visserijraad 29 & 30 september en Informele Landbouwraad 21 tot 23 september 2008

18 september 2008 - kamerstuk

Kamerbrief waarin de minister de Kamer informeert over de inhoud van de geplande Europese overleggen. Ter sprake komen onder meer WTO-onderhandelingen, schoolfruit en het herstelplan kabeljauwstand.

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum
onderwerp bijlagen
D i rectie Internationale Zaken
Geachte Voorzitter,
Op 29 en 30 september a.s. vindt in Brussel de volgende vergadering plaats van de Raad
van Ministers voor Landbouw en Visserij van de Europese Unie. In deze brief informeer ik
u over de onderwerpen die op de agenda staan en de Nederlandse inzet daarbij. Het is
mogelijk dat er nog onderwerpen aan de agenda worden toegevoegd of juist worden
uitgesteld tot een volgende vergadering.
Ook informeer ik u over de Informele Landbouwraad die van 21 t/m 23 september a.s.
plaatsvindt in Annecy, Frankrijk. Ten slotte geef ik in deze brief vervolg aan mijn
toezegging uit mijn brief van 23 april jl. (Viss.2008/2404) aan uw voorzitter over de
consultatieronde van de Europese Commissie over het nieuwe controlesysteem in de
visserij.
De Commissaris zal in de Raad haar voorstel voor een minstbedeeldenregeling
presenteren. Daarna volgt een debat over het voorstel voor het Schoolfruitprogramma.
Het voorzitterschap voorziet aanname van dit voorstel. Voorts zal de Raad discussiëren
over de wetgevingsvoorstellen van de Commissie over de health check van het
Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Mogelijk zal de Raad spreken over een verzoek
van de Cypriotische delegatie voor staatssteun in verband met de aanhoudende droogte
op het eiland. Ook voor dit agendapunt tracht het voorzitterschap een akkoord te
bereiken. Daarna zal de Raad spreken over een tweetal visserijdossiers: een voorstel voor
het kabeljauwherstelplan en het visserijprotocol met Mauritanië, naar aanleiding van de
recente staatsgreep in dat land.
Onder 'diversen' zal de Commissie een terugblik geven op de afgebroken WTO-onderhandelingen
en zal de Ierse delegatie aandacht vragen voor de mogelijke gevolgen van
het Europese klimaat- en energiepakket voor de agrarische sector.
Ministerie van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit
Directie Internationale
Zaken
Bezuidenhoutseweg 73
Postadres: Postbus 20401
2500 EK 's-Gravenhage
Telefoon: 070 - 3786868
Fax: 070 - 3786100
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 's-GRAVENHAGE
3 september 2008 08-LNV-97 IZ. 2008/1636 18 september 2008
Geannoteerde agenda Landbouw- en
Visserijraad 29-30 september &
Informele Landbouwraad
21-23 september 2008
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
18 september 2008 IZ. 2008/1636 2
Raadsvoorstel levering voedsel aan de minstbedeelden
(presentatie)
Commissaris Fischer Boel zal tijdens de Landbouwraad een wijzigingsvoorstel voor de
regeling voor de levering van voedsel aan de minstbedeelden presenteren. Het voorstel is
op 17 september door de Commissaris vrijgegeven en wordt momenteel bestudeerd. Het
voorzitterschap voorziet geen discussie over dit dossier. De huidige regeling dateert van
20 jaar geleden en maakt het mogelijk goederen uit de interventievoorraden onder de
minstbedeelden te verdelen. Omdat deze interventievoorraden niet meer bestaan, heeft
de Raad enkele jaren geleden ook ingestemd met de aankoop van producten op de markt.
De kosten van de huidige regeling vallen geheel onder de communautaire landbouwbegroting.
De regeling is facultatief en een negental lidstaten, waaronder Nederland,
maken geen gebruik van de geboden mogelijkheid. De regeling dient te worden
aangepast aan de sterk veranderde omstandigheden. De Commissie stelt voor dat de
lidstaten die van het nieuwe programma gebruikmaken, worden verplicht hun nationale
voedselhulpprogramma te cofinancieren met nationale middelen. De voorgestelde cofinancieringspercentages
variëren van 15-25%. Verder zal de Commissie strengere eisen
gaan stellen aan de lidstaten voor de implementatie en de controle van de nationale
programma's.
Nederland heeft zich altijd tegen deze regeling gekant, omdat eventuele voedselhulp aan
minderbedeelden geen zaak voor de EU is, maar van de lidstaten. Het betreft sociaal
beleid dat al dan niet in een lidstaat tot bepaalde specifieke maatregelen (en bijbehorende
nationale financiering) leidt. Zo er op communautair niveau al actie geboden is op dit
terrein, behoort een dergelijk programma naar mijn oordeel niet thuis in het gemoderniseerde
GLB dat Nederland voor ogen heeft.
Schoolfruitprogramma
(Gedachtewisseling)
De Raad zal discussiëren over het voorstel van de Commissie voor een Europees
schoolfruitprogramma. Het doel van dit programma is de afzet van groenten en fruit te
bevorderen door de consumptie ervan door kinderen te stimuleren. De Commissie doet
het voorstel in het kader van de Gemeenschappelijke Marktordening. Een positief neveneffect
is de verbetering van gezondheid en voeding van kinderen. Met het voorstel schept
de Commissie een gemeenschappelijk kader waar de lidstaten, indien zij dit wensen,
gebruik van kunnen maken. Voor dit facultatieve programma wenst de Commissie jaarlijks
90 miljoen euro beschikbaar te stellen. De lidstaten die gebruik willen maken van de
geboden mogelijkheden, dienen het nationale programma voor de helft te cofinancieren
met nationale middelen.
Vanzelfsprekend vind ik het een goed initiatief om door het verstrekken van gratis schoolfruit
op scholen en door het geven van informatie over de goede aspecten van het eten
van groenten en fruit obesitas te verminderen. Ik steun daarom in beginsel het voorstel
van de Commissie, maar heb ik enkele kritische kanttekeningen bij het voorstel zoals dat
nu voorligt. Ik zal er bij de Commissie op aandringen dat het mogelijk wordt de al in
Nederland lopende programma's deel te laten uitmaken van het Europese programma.
Europese initiatieven mogen niet ten koste gaan van geslaagde nationale initiatieven. Nu
zijn bestaande en goed werkende nationale programma's uitgesloten van financiering.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
18 september 2008 IZ. 2008/1636 3
Daarnaast zal ik erop wijzen dat het voorgestelde budget van 90 miljoen euro niet
verhoogd dient te worden. Ten slotte zal ik ervoor pleiten dat de administratieve lasten
voor de scholen en het bedrijfsleven tot een minimum beperkt blijven. Zo spoedig
mogelijk ontvang u een BNC-fiche over dit voorstel.
Health check
(Gedachtewisseling)
In vervolg op de eerdere discussies tijdens de informele Landbouwraad in mei en de
vergaderingen van de Raad in juni en juli, zal de Raad wederom discussiëren over de
wetgevingsvoorstellen van de Commissie voor de health check van het GLB. Ik ben van
oordeel dat de Commissie een benadering kiest die goed aansluit bij mondiale ontwikkelingen
en de Nederlandse uitgangspunten. De beloning van maatschappelijke prestaties
via het GLB die het kabinet voorstaat, kan op basis van de geschetste inzet van de
Commissie langs verschillende sporen worden verwezenlijkt. Op het gebied van de
inkomenssteun ziet het kabinet veel aanknopingspunten om tot de in het coalitieakkoord
gewenste sterkere koppeling te komen tussen inkomenstoeslagen en maatschappelijke
waarden. Ook de voorstellen op het gebied van de afslanking van het markt- en prijsbeleid
passen binnen de gewenste benadering. Mijn inbreng in het debat zal ik baseren op het
kabinetsstandpunt over de Mededeling van de Commissie over de health check, zoals
verwoord in mijn brief aan uw Kamer van 9 juni 2008. Het Franse voorzitterschap streeft er
naar om voor het eind van het jaar tot een politiek akkoord te komen over deze voorstellen
en de health check af te kunnen ronden.
Verzoek om staatssteun van Cyprus vanwege aanhoudende droogte
(mogelijk agendapunt, besluitvorming)
De Cypriotische delegatie zal mogelijk en zoals eerder tijdens de Landbouw- en Visserijraad
van februari dit jaar, aandacht vragen voor de gevolgen van de aanhoudende
droogte op het eiland. Toen ontmoette de Cypriotische minister begrip voor de situatie bij
Commissaris Fischer Boel. Nederland is niet op voorhand overtuigd van het mogelijke
Cypriotisch verzoek aan de Raad om goedkeuring voor het verlenen van staatssteun aan
landbouwers voor de gevolgen van de aanhoudende droogte. Mocht zich echter een
consensus aftekenen vóór inwilliging van het Cypriotische verzoek dan zal Nederland deze
niet als enige blokkeren.
Voorstel herstelplan kabeljauwbestand
(Gedachtewisseling)
De Raad zal een oriënterend debat voeren over het voorstel inzake de herziening van het
kabeljauwherstelplan. Het voorzitterschap streeft naar aanneming in de Raad van
november. Het nieuwe kabeljauwherstelplan omvat de kabeljauwbestanden van de
Noordzee, Skagerrak, Kattegat, Oostelijk Kanaal, Ierse Zee en West Schotland. Het plan is
tot stand gekomen na consultatie met lidstaten, regionale adviesraden (RAC's),
internationale biologen (ICES) en het wetenschappelijke adviescomité van de Commissie
(STECF). Het voorstel bevat naast de doelstellingen in het kabeljauwbeheer ook
bepalingen over het beheer van de visserij-inspanning in de Noordzee. De reducties in de
visserij-inspanning kunnen - afhankelijk van de situatie van het kabeljauwbestand -
oplopen tot 25%. Voor Nederlandse visserij is met name de wijze waarop het instrument
van visserij-inspanning bij het beheer van de platvis wordt vormgegeven van belang.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
18 september 2008 IZ. 2008/1636 4
In algemene zin acht ik de door de Commissie voorgestelde maatregelen voor het herstel
van het kabeljauwbestand noodzakelijk, maar ik betreur dat het visserij-inspanningsregime
in de Noordzee blijft opgehangen aan het kabeljauwherstel. Naar mijn opvatting
dient het beheer van de visserij-inspanning voor de platvisvisserij geregeld te worden op
basis van het meerjarenplan voor Noordzee tong en schol. De Commissie heeft nu
gekozen voor een systematiek waarbij alleen die vistuigen waarmee de kabeljauw wordt
gevangen, worden gekort in zeedagen. Toepassing van de door de Commissie voorgestelde
aanpak leidt ertoe dat de boomkorvisserij die kabeljauw als bijvangst heeft,
procentueel evenveel bijdraagt aan het herstel van kabeljauw als de gerichte kabeljauwvisserij.
Dit is disproportioneel. Mijn inzet is erop gericht te komen tot een proportionele
bijdrage van de boomkorvloot - dat wil zeggen een bijdrage naar rato van de impact op
het kabeljauwbestand - aan het herstel van de kabeljauw.
Ik ben positief over de vereenvoudiging van het visserij-inspanningsregime. In de
toekomst wordt per lidstaat een hoeveelheid visserij-inspanning toegewezen, die de
lidstaat zelf kan beheren. Hiermee is de Commissie afgestapt van het communautair op
vaartuigniveau beheren van de zeedagen.
Mauritanië
(Informatie van de Commissie)
De Europese Commissie zal de Raad informeren over de gevolgen van de recente staatsgreep
in Mauritanië voor het onlangs overeengekomen visserijprotocol (looptijd augustus
2008 tot 31 juli 2012) tussen de EU en Mauritanië.
De Commissie heeft Mauritanië op 29 augustus geïnformeerd dat het overgaat tot uitstel
van betaling in afwachting van een onderzoek ter bevestiging van het nakomen van de
aangegane verplichtingen. Het visserijprotocol biedt de mogelijkheid om deze betaling
30 werkdagen uit te stellen in het geval er twijfel is inzake het nakomen van de
verplichtingen aan Mauritaanse kant. De inkomsten uit hoofde van het visserij-akkoord
vormen voor Mauritanië een essentieel deel van de staatsbegroting (17%). Een deel van de
middelen uit het akkoord wordt gebruikt om de visserij in de wateren van Mauritanië te
verduurzamen.
Mijn opvatting is dat maximale druk uitgeoefend moet worden op het huidige militaire
regime om te komen tot herstel van de democratie en constitutionele rechtsorde. Ik steun
daarom het initiatief van de Commissie om de jaarlijkse compensatie voor de beschikbaar
gestelde visserijrechten zo lang mogelijk uit te stellen, maar hecht groot belang aan de
internationaal juridische verplichtingen onder het visserijakkoord tussen de EU en
Mauritanië en daarmee aan de continuering van de Europese visserijactiviteiten in de
Mauritaanse wateren.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
18 september 2008 IZ. 2008/1636 5
Diversen
a) WTO-onderhandelingen
(Stand van zaken)
Commissaris Fischer Boel zal in de Raad verslag doen van de tot mijn grote spijt
afgebroken WTO-onderhandelingen in Genève van juli jl. Alhoewel ik de onderhandelingen
de afgelopen maanden kritisch heb gevolgd, zal ik de Commissaris complimenteren
met de vastberadenheid waarmee zij in Genève de Europese landbouwbelangen heeft
behartigd. Het GLB is niet onder druk komen te staan en dat is een grote verdienste. Het
mogelijke eindresultaat, dat binnen het mandaat van de Raad bleef, zou een aanvaardbaar
compromis hebben opgeleverd zonder dat afbreuk gedaan zou hebben aan de Europese
belangen en zorgen. Staatssecretaris Heemskerk heeft uw Kamer op 18 augustus jl. al
schriftelijk geïnformeerd over het verloop van deze onderhandelingen en een inschatting
van de toekomstige ontwikkelingen. Graag verwijs ik naar deze brief.
b) Gevolgen van Europese klimaat- en energiepakket voor de agrarische sector
(verzoek Ierse delegatie)
Ierland wil de gevolgen van het Europese klimaat- en energiepakket voor de agrarische
sector aan de orde stellen. Het gaat Ierland daarbij met name om de vermeende gevolgen
voor voedselzekerheid en rurale ontwikkeling. De lidstaten onderhandelen op dit moment
met de Commissie over het klimaat- en energiepakket. De Milieu- en Energieraad
behandelt dit dossier. Ik zal kennisnemen van de Ierse interventie.
Informele Landbouwraad van Annecy (Frankrijk), 21-23 september 2008
Van 21-23 september 2008 zal in Annecy (Frankrijk) de halfjaarlijkse informele
Landbouwraad plaatsvinden, die als thema 'How to best prepare for the Common
Agricultural Policy of the future?' heeft meegekregen. Om de discussie richting te geven
heeft het Franse voorzitterschap zoals gebruikelijk een werkdocument opgesteld. Nu de
voltooiing van de health check van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) nadert,
is de keuze voor dit thema niet verwonderlijk.
Het Franse EU-voorzitterschap gaat in het werkdocument in op de nieuwe context van het
GLB. Het werkdocument stelt dat de ontwikkeling van biobrandstoffen, structurele
veranderingen in de vraag naar voedsel (door bevolkingsgroei en veranderende eetpatronen)
en onvoorziene ongunstige weersomstandigheden in voedselproducerende en -
exporterende landen prijsstijgingen hebben veroorzaakt. Ook is er volgens het werkdocument
sprake van toenemende prijsinstabiliteit door meer marktwerking, door
klimaatverandering en de onvoorziene natuurlijke omstandigheden die daarbij horen,
evenals door de ontwikkelingen in het landbouwbeleid van enkele andere landen,
waaronder in het bijzonder de Verenigde Staten. De Europese productiemethoden van de
toekomst zullen volgens het werkdocument in moeten spelen op de opwarming van de
aarde, op competing claims, op waterschaarste en op stijgende brandstofprijzen. Verder
benoemt het Frans voorzitterschap de uitdagingen waar het Europees landbouwbeleid op
zal moeten inspelen. Het voorzitterschap noemt voedselproductie, milieu en plattelandsontwikkeling
als belangrijke uitdagingen. Naast de context en de uitdagingen geeft het
voorzitterschap aan in te willen gaan op de inhoud van het toekomstige landbouwbeleid.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
18 september 2008 IZ. 2008/1636 6
De compensatiestructuur, de rol van innovatie en de Europese regionale diversiteit in
landbouw zullen hierbij aan bod komen.
Mijn inbreng zal gebaseerd zijn op het coalitieakkoord en de bijbehorende beleidsagenda.
Daarin is aangegeven dat de Europese afspraken over de hervorming van het landbouwbeleid
het kader vormen voor het Nederlandse beleid. Ook is vastgelegd dat het kabinet
zich er naast de oorspronkelijke doelstellingen van voedselzekerheid en voedselveiligheid
voor in zal zetten om de huidige Europese inkomenstoeslagen meer te koppelen aan het
realiseren van maatschappelijke waarden. De opgaven waar de Europese land- en tuinbouw
voor staan, hebben een mondiale dimensie.
Op 12 september jl. ontving uw Kamer een uitgewerkte kabinetsvisie op de langetermijntoekomst
van het GLB, de 'Houtskoolschets Europees Landbouwbeleid 2020'. Ik zal mij
daarop tijdens de informele Landbouwraad baseren.
Informele bijeenkomst visserijministers maandag 29 september 2008 over de
hervorming van het Gemeenschappelijk visserijbeleid
Op initiatief van het voorzitterschap zal de Raad informeel op maandagochtend
29 september a.s. van gedachten wisselen over de hervorming van het Gemeenschappelijk
Visserijbeleid (GVB). De bedoeling is het functioneren van het huidige GVB uiterlijk in 2012
te evalueren en aan te passen. Het voorzitterschap heeft een aantal vragen voorgelegd
aan de Raad. Deze hebben onder meer betrekking op de continuering van de beperkingen
voor toegang tot de 12 mijlszone; de wijze waarop de visbestanden worden beheerd
(toegestane vangsthoeveelheden en visserij-inspanning); de verdeling van de vangsthoeveelheden
over de lidstaten (relatieve stabiliteit); de wijze waarop de lidstaten hun
vangstmogelijkheden beheren; de regels voor het vlootbeheer en de meting van de
vlootcapaciteit.
Ik waardeer dat het voorzitterschap de hervorming van het GVB heeft geagendeerd. De
vragen die voorliggen aan de Raad snijden de meest fundamentele onderdelen van het
GVB. Besluitvorming daarover zal tijdig moeten worden voorbereid. Ook nationaal zullen
wij tijdig onze visie moeten ontwikkelen en uitdragen. Daarop gerichte initiatieven zijn
gestart. Het is positief dat de Raad in informele zin een eerste gedachtewisseling zal
hebben. Ik zal daarbij aangeven wat voor mij wezenlijke uitgangspunten zijn bij de
discussies over de hervorming van het GVB. Het betreft hier onder meer het behoud van
het communautair karakter van het GVB; de duurzame exploitatie van het aquatisch
ecosysteem en de borging van een level playing field in de Gemeenschap.
Consultatie communautaire controleverordening
In mijn brief (Viss. 2008/2404) van 23 april jl. aan uw voorzitter over de consultatieronde
van de Europese Commissie over het nieuwe controlesysteem in de visserij, heb ik
toegezegd u nader te informeren over de inbreng van Nederlandse zijde.
Naar aanleiding van rapport van de Europese rekenkamer over de controles in het
Europese Visserijbeleid heeft de Visserijraad van 18 februari jl. in informeel kader van
gedachten gewisseld over de nieuwe controle-aanpak.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
18 september 2008 IZ. 2008/1636 7
Tijdens deze discussie heb ik aangegeven dat naar mijn opvatting de aanpak in het
Gemeenschappelijk Visserijbeleid gestoeld moet zijn op: transparante, eenvoudige en
controleerbare regelgeving, effectief toezicht door de Commissie bij de implementatie;
een sterke rol voor het Visserijcontrole agentschap; effectieve samenwerking, coördinatie
en gegevensuitwisseling bij inspectie en controle, communautaire bench marks in de
controlestrategieën; harmonisatie onderdelen van sancties in de Gemeenschap, bijvoorbeeld
bij de administratieve sancties en publiek-privaat gedeelde verantwoordelijkheid bij
de uitvoering van het beleid.
Naast deze meer algemene uitgangspunten zijn van onze zijde bilateraal bij de Europese
Commissie een aantal meer specifieke suggesties gedaan. Deze suggesties strekken ertoe
de aanlandingscontrole in communautair verband te versterken en zijn geïnspireerd door
de aanpak in Nederland. Voorgesteld is: naast introductie van bench marks in het
controlesysteem ook communautaire minimum inspectiestandaarden toe te passen.
Op deze wijze komt er een meer gelijkwaardig inspectieniveau in de Gemeenschap;
minimumstandaarden voor cross checks te introduceren; een communautaire registratieplicht
(weging en registratie) van aangelande vis voorafgaand aan de eerste verkoop te
introduceren en aanlanding, zonder voorafgaande toestemming van inspectieautoriteiten,
te verbieden en voor te schrijven alle vis in één keer aan te landen.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg