Universiteit Twente

Beter zicht nodig op faaloorzaken heupprothesen

Klinische en technische kennis combineren

Als een prothese die een versleten gewricht vervangt, zèlf faalt, wat is er dan aan de hand? Tot nu toe is daar nauwelijks zicht op: deels door gebrekkige registratie, deels door onvoldoende inzicht in de krachten op de prothese. Rekenmodellen van de Universiteit Twente en het UMC St. Radboud kunnen hierin een beslissende stap zetten, aldus prof.dr.ir. Nico Verdonschot in zijn intreerede als hoogleraar Implantaat Biomechanica aan de Universiteit Twente. Dit type modellen kan bijvoorbeeld ook veel beter de sterkte van een bot voorspellen dan de specialist `op het oog' kan, met een röntgenfoto.

Prothesen voor bijvoorbeeld de heup en de knie zijn er in veel soorten en maten. Maar welke presteert het best voor welke patiënt? Verdonschot wil antwoorden vinden op deze vraag door zijn ervaring bij het Orthopaedic Research Lab in Nijmegen te koppelen aan de grote kennis van mechanica die aan de UT is te vinden. Zo beschikken Twentse onderzoekers over geavanceerde rekentools om de sterkte van constructies door te rekenen. Ook is een geavanceerd spier-skelet model ontwikkeld waarin alle krachten die meespelen, worden gesimuleerd. Door dit model te combineren met de ervaring uit de kliniek, verwacht Verdonschot internationaal een toppositie te kunnen verwerven in het onderzoek naar het functioneren en de levensduur van prothesen.

Daarbij wijst hij tegelijk op de gebrekkige registratie in Nederland: pas sinds dit voorjaar wordt vastgelegd hoe lang een prothese is meegegaan. Deze gegevens zijn nog niet gekoppeld aan overlijdensregisters, zodat ze niet altijd adequate gegevens verstrekken. Minister Klink heeft, in antwoord op Kamervragen, al eens opgemerkt dat het hem niet bekend is dat slechte prothesen op de markt zijn. `Niet bekend' is de enige correcte term, aldus Verdonschot: de registratie is er eenvoudigweg niet. Zweden heeft bijvoorbeeld wel een sluitende registratie waarvan veel is te leren.

Botsterkte

Het type rekenmodellen dat de krachten op protheses doorrekenen, is ook geschikt om de sterkte van een bot te voorspellen, bijvoorbeeld als er sprake is van uitzaaiingen van kanker en zwakkere plekken in het bot die spontaan breuk kunnen veroorzaken. De modellen kunnen dat aanzienlijk beter dan de specialist die `op het oog' een inschatting maakt vanaf een röntgenfoto: het model haalt 86 procent juiste voorspellingen, de artsen tussen de 25 en 50 procent. Op basis van de voorspelling volgt een advies over bijvoorbeeld een ingreep om het bot te verstevigen.

Verdonschot gaat ook in op de trend om niet te kiezen voor prothesen, maar voor lichaamseigen oplossingen. In de regeneratieve geneeskunde kunnen bijvoorbeeld stamcellen worden opgekweekt tot nieuw botweefsel: voorlopig is dit zeker nog geen vervanging voor een prothese, maar wel een mogelijkheid om de prothese beter te laten aansluiten op het bestaande bot. Zo kunnen de stamcellen geforceerd worden tot botweefsel dat dezelfde voorkeursrichting heeft als het bot waarin het wordt geplaatst.

De benoeming van Verdonschot, zelf alumnus van de UT, past in de versterking van het gezondheidszorgprofiel van de Universiteit Twente en de nauwe samenwerking met ziekenhuizen en andere zorginstellingen. Technologie vindt alleen zijn weg naar de kliniek als van meet af aan nauw wordt samengewerkt. De koppeling van de rekenmodellen lijkt een kleine stap, maar kan grote gevolgen kan hebben, aldus de nieuwe hoogleraar.

Noot voor de pers

Prof.dr.ir. Nico Verdonschot heeft zijn intreerede `De reis van techniek naar kliniek' op 25 september gehouden.

Contactpersoon voor de pers: Wiebe van der Veen, tel (053)4894244

Top
Laatst gewijzigd op 29-09-2008 12:00:30 door Webmaster