Gemeente Bedum


Geen monumentenstatus voormalige gasfabriek Bedum

29 september 2008
Advies aan Monumentenzorg;

B. EN W. WILLEN GEEN MONUMENTENSTATUS VOOR VOORMALIGE GASFABRIEK

Geen monumentenstatus voor de voormalige gemeentelijke gasfabriek aan Boterdiep Wz in Bedum. Dat is in het kort de strekking van het advies van b. en w. aan de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. Het advies vloeit voort uit een poging van de Stichting Beemer Aarfgoud om het pand alsnog tot monument aangewezen te krijgen. Het Bedumer college ziet geen enkele heil in de monumentenstatus. Het pand en het perceel zijn ernstig vervuild. Er zijn inmiddels plannen ontwikkeld voor de bouw van een woonzorgcomplex op het fabrieksterrein.

Beemer Aarfgoud richtte afgelopen zomer een verzoek aan Monumentenzorg om het pand op de monumentenlijst te krijgen. In het verleden, meest recent nog in 2005, besloot Monumentenzorg dat de fabriek onvoldoende kwaliteiten had voor de monumentenstatus. Ook eerder, eind jaren 90, werd geen aanleiding gezien het pand de monumentenstatus te geven. Daarbij werd onder meer gewezen op het feit dat er elders in het land gavere exemplaren van voormalige gasfabrieken te vinden zijn.

Het advies van b. en w. aan Monumentenzorg is onderdeel van van de wettelijke procedure. Verwacht wordt dat Monumentenzorg nog voor het komend jaar definitief uitsluitsel op de aanvraag van Beemer Aarfgoud geeft.

Het afgelopen jaar zijn met verschillende partijen besprekingen gestart over de invulling van het terrein waarop de gasfabriek staat. Dat heeft erin geresulteerd dat Woningstichting Wierden en Borgen een plan ontwikkeld heeft voor een woonzorgcomplex. De plannen voor het nieuwe complex op de locatie zijn al doorgenomen met omwonenden en andere belangstellenden.

Het Bedumer gemeentebestuur heeft de poging van Beemer Aarfgoud met zeer gemengde gevoelens ontvangen. De procedure voor de monumentenstatus zou er in theorie toe kunnen leiden dat verschillende subsidies, waaronder die voor de sanering van het terrein, worden misgelopen. Dit zou betekenen dat het terrein, dat zwaar is vervuild met onder andere teer, cyanide en PAKs, tot in lengte van jaren onbruikbaar zou blijven. Het gemeentebestuur koerst, samen met Wierden en Borgen, energiebedrijf Essent eigenaar van het pand - en de provincie Groningen juist nadrukkelijk op een snelle herontwikkeling van de locatie.

In het advies aan Monumentenzorg wijst de gemeente onder meer op het feit dat de initiatiefnemers een bodemsaneringsmethode voorstellen die niet uitvoerbaar is op kleigrond, waarop de fabriek is gebouwd. Daarnaast laten de initiatiefnemers na concreet aan te geven wat de eventuele nieuwe bestemming van het pand wordt of zou kunnen worden. Elke financiële onderbouwing ontbreekt daarvoor..

B. en w. wijzen in het advies verder op het feit dat uit verschillende onderzoeken is gebleken dat het pand feitelijk niet meer te redden is. Alleen al het restaureren van de door chemicaliën aangetaste fundering van het pand gaat rond de twee miljoen Euro kosten. Ook verwijst het college naar een onlangs gehouden onderzoek door een bedrijfsmakelaar naar de kansen om het pand al dan niet in gerenoveerde staat te verkopen of te verhuren. Die kansen worden extreem klein geacht.

Al met al komt het college tot de slotsom dat behoud van het pand op geen enkele wijze een haalbare kaart is en dat sloop feitelijk de enige optie is.