Kamerbrief inzake geannoteerde agenda van de Informele OS-Raad van 29 en 30 september 2008 te Bordeaux
Conform de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij de geannoteerde agenda
aan te bieden van de informele bijeenkomst van Europese bewindspersonen
verantwoordelijk voor ontwikkelingssamenwerking (Informele OS-Raad) op 29-30
september 2008 in Bordeaux.
De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Bert Koenders
Geannoteerde agenda van de informele bijeenkomst van Europese
bewindspersonen verantwoordelijk voor ontwikkelingssamenwerking, 29-30 september
2008.
Op 29-30 september organiseert het Franse Voorzitterschap in Bordeaux
een informele bijeenkomst van Europese bewindspersonen verantwoordelijk voor
ontwikkelingssamenwerking (informele OS-Raad). Het Voorzitterschap heeft
voedselzekerheid, gezondheidszorgsystemen, de Europese hulparchitectuur, de
voorbereiding van de Doha conferentie over Financing for Development
en klimaatverandering & ontwikkelingslanden als agendapunten aangekondigd.
Voedselzekerheid
Op 29 september zal de Franse staatssecretaris van ontwikkelingssamenwerking
en francofonie, Alain Joyandet, de informele OS-raad openen met een bespreking
van het thema voedselzekerheid. Het Franse Voorzitterschap wil werken aan een
meer gezamenlijke Europese respons op hoge voedselprijzen in
ontwikkelingslanden. Naast gecoördineerd optreden in internationale overleggen,
denkt het Voorzitterschap aan steun voor beleid op het gebied van landbouw en
voedselzekerheid in ontwikkelingslanden. In dit verband is het recente voorstel
van de Commissie van belang: in vervolg op conclusies van de Europese Raad van
juni heeft de Commissie een voorstel gedaan voor de oprichting van een snelle
responsfaciliteit (COM 2008 450/5 d.d. 18 juli 2008). Deze faciliteit zou met
een budget van 1 miljard euro steun moeten geven aan maatregelen tegen de
scherpe stijging van de voedselprijzen in ontwikkelingslanden, waarbij het fonds
gefinancierd zou moeten worden vanuit de marge binnen categorie 2 van de
EU-begroting.
Nederland heeft haar inzet op het gebied van voedselzekerheid geformuleerd in
de notitie 'Landbouw, rurale bedrijvigheid en voedselzekerheid in
ontwikkelingslanden' en zal vanuit deze hoofdlijnen interveniëren in de
informele OS-Raad. Nederland is voorstander van een gezamenlijke Europese
respons op de hoge voedselprijzen in ontwikkelingslanden, zoals besproken in de
Europese Raad van juni. Er zou meer geld vrijgemaakt moeten worden voor
voedselhulp en voor de ondersteuning van landbouw in ontwikkelingslanden. Het
Commissievoorstel om hiervoor ¤ 1 miljard uit de landbouwbegroting te halen is
echter niet aanvaardbaar voor Nederland. Dit plan gaat namelijk in tegen de
spelregels die gelden voor de EU-begroting. Zo kunnen middelen niet zo maar
verschoven worden van één beleidsterrein (landbouw) naar een ander
(ontwikkelingssamenwerking). Bovendien rekent de Commissie zich rijk door de
afdrachten van lidstaten te verhogen (gebruik van de marge). Nederland heeft een
alternatief voorstel opgesteld, met dezelfde doelstelling, dat de afspraken over
de EU-begroting respecteert. De kern hiervan is: (1) niet benutte
begrotingsmiddelen gaan terug naar de lidstaten, zoals afgesproken; (2) de Raad
roept de lidstaten op om deze (en eventueel andere) middelen in te zetten ter
bestrijding van de effecten van de hoge voedselprijzen; (3) de Commissie opent
een 'loket' waar lidstaten hun extra bijdragen kunnen inbrengen; (4) lidstaten
beslissen zelf of zij eventuele extra middelen via de Commissie of op andere
wijze inzetten.
Europese hulparchitectuur
Het Franse Voorzitterschap wil de Europese hulparchitectuur en de onderlinge
werkverdeling tussen lidstaten en Commissie tegen het licht houden tijdens de
informele OS-Raad. Mede op basis van de uitkomsten van het High Level Forum in
Accra zou moeten worden bezien of het Europese instrumentarium en de EU inzet
voldoende aansluiten bij actuele internationale uitdagingen en problemen, zoals
voedselzekerheid, klimaatverandering en gezondheid. Ook wil het Voorzitterschap
praten over de werkverdeling ten aanzien van ontwikkelingslanden waar nauwelijks
donoren actief zijn ('donorwezen').
Nederland ziet de EU als een belangrijk forum voor donorcoördinatie en
onderschrijft het belang van goede onderlinge afstemming van activiteiten tussen
lidstaten onderling en met de Commissie. Reflectie op de huidige stand van
zaken, mede op basis van de uitkomsten van de Accra conferentie, is nuttig. Het
is daarbij van belang dat de al bestaande afspraken over werkverdeling (EU
Gedragscode Complementariteit en Werkverdeling) en de beoogde pilots over
fragiele staten goed worden uitgevoerd. Overigens zal intensivering van de
Europese donorcoördinatie in sommige gevallen kunnen leiden tot verminderde
bilaterale beleidsruimte.
Gezondheidszorg
Het Franse Voorzitterschap wil als onderdeel van de MDG-agenda aandacht
vragen voor versterking van gezondheidszorgsystemen in ontwikkelingslanden. De
focus zal liggen op de vraag hoe gezondheidszorg het beste duurzaam gefinancierd
kan worden in arme landen. Aan de orde zijn kwesties als het bieden van
betaalbare zorg voor iedereen, de verhouding tussen bekostiging met publieke
middelen en met private middelen, rol van eigen bijdrages en introductie van
verzekeringen. De verschillen in zorgsystemen in EU- lidstaten dragen bij aan
verschillende visies op dit onderwerp onder donoren. Het Voorzitterschap wil in
de komende maanden komen tot een gedeelde EU-visie en beleidsinzet. In de
informele OS-raad zal hierover een eerste discussie plaatsvinden aan de hand van
een nog te ontvangen discussiedocument van Commissie en Voorzitterschap. Een
volledige EU communicatie over dit onderwerp is voorzien voor 2009 onder
Tsjechisch of Zweeds Voorzitterschap.
Nederland is van oordeel dat volledige publieke financiering van
gezondheidszorg niet altijd leidt tot de gewenste kwaliteit en beschikbaarheid
van zorg in ontwikkelingslanden. Nederland wil daarom meer aandacht voor het
belang van verzekeringssystemen in de gezondheidszorg. Tevens bepleit Nederland
een grotere rol voor publiekprivate samenwerking in de zorgsector. Daarbij kan
Nederland wijzen op de ervaring opgedaan met het Health Insurance Fund in
Nigeria.
Financing for Development
Van 29 november tot 2 december zal in Doha de 'Conference to review the
implementation of the Monterrey Consensus' plaatsvinden. Tijdens de Informele
OS-Raad wil het Franse Voorzitterschap spreken over de hoofdlijnen van de
EU-inzet voor Doha. Er bestaat binnen de EU overeenstemming over de
wenselijkheid om de Monterrey Consensus niet te heropenen. De Doha bijeenkomst
zal vooral een nieuwe politieke impuls moeten geven en nieuwe issues behandelen,
zoals financieringsmechanismen gelieerd aan klimaatverandering en de opkomst van
nieuwe donoren. Wat Nederland betreft zullen de prioriteiten mede worden bepaald
op basis van de Accra conferentie en de MDG-top op 25 september in New York.
Nederland wil ook een goede balans tussen wat van ontwikkelingslanden zelf mag
worden verwacht, waaronder transparantie, belastinghervormingen, groei &
verdeling, anticorruptie en openstelling voor Zuid-Zuid handel, en wat
ontwikkelde landen kunnen bijdragen, zoals het nakomen van ODA-afspraken,
schuldverlichting en handelsliberalisering. Belangrijke accenten zijn voor
Nederland verder: het bestrijden van illegale financiële stromen; het betrekken
van nieuwe donoren bij het Debt Sustainability Framework; intensiveren van
Technische Assistentie bij het beheer van buitenlandse schulden en bij het
bestrijden van vulture funds (die speculatieve handelen in
overheidsschulden).
Klimaatverandering
De Informele OS-Raad zal worden afgesloten met een werklunch over
klimaatverandering en adaptatie in ontwikkelingslanden. De discussie zou meer
duidelijkheid moeten scheppen over de vraag wat de concrete behoeften zijn van
ontwikkelingslanden en hoe een gezamenlijke EU respons zou kunnen worden
vormgegeven. Het Voorzitterschap ziet dit als onderdeel van de voorbereiding van
de Poznan Conferentie in december.
Dit agendapunt biedt Nederland de mogelijkheid aandacht te vragen voor de
noodzaak om overeenstemming te bereiken over adequate financiële steun aan
ontwikkelingslanden. Nederland zal in dit verband bepleiten dat nieuw en
additioneel geld ter beschikking wordt gesteld dat op een efficiënte en
coherente manier moet worden besteed. Verder kan een toelichting worden gegeven
op het onderzoek dat de Wereldbank in opdracht van het VK en Nederland uitvoert
naar de kosten van adaptatie.
Ministerie van Buitenlandse Zaken