Ministerie van Algemene Zaken

NOS, Gesprek met de minister-president, Nederland 1

Radio / TV-interview | 26-09-2008

Vice-premier Bos na afloop van de wekelijkse ministerraad, over de kredietcrisis

SCHILHAM:
Meneer Bos, de kredietcrisis is al meer dan een jaar aan de gang. Had u een paar maanden geleden kunnen vermoeden dat deze week de Amerikaanse President zich tot het Amerikaanse volk zou richten met teksten als: Amerika dreigt in grote financiële paniek weg te zinken?

BOS:
Nee, dat had ik niet kunnen vermoeden. Ik heb wel een paar maanden geleden mezelf voorgenomen om niets meer te zeggen of te denken over wanneer die crisis voorbij zou zijn. Omdat het afgelopen jaar een heleboel experts talloze malen heb horen zeggen: licht aan het eind van de tunnel, het gaat nu echt ophouden. Steeds weer bleken die voorspellingen niet uit te komen. Dus ik was er op voorbereid dat er nog van alles kon gebeuren. Maar wat we nu zien in Amerika, inclusief de reactie van mensen als Bush, dat heeft denk ik niemand aan zien komen,

SCHILHAM:
Daarop de vraag: hoeveel erger kan het nog worden?

BOS:
Niemand weet het, niemand weet het. Het enige wat je kunt zeggen is dat alle toezichthouders naarmate de crisis langer duurt er natuurlijk ook steeds beter op voorbereid zijn. We hebben nu grote banken in de problemen zien komen. We hebben ook gezien dat men er in Amerika op voorbereid was. Sommige banken zijn genationaliseerd, anderen zijn overgenomen door branchegenoten. Maar of er niet nog een golf opsteekt, of er niet nog meer banken omvallen... Ik zou graag zeggen dat het zeker is dat dat allemaal niet zal gebeuren. Maar die voorspelling durf ik niet aan.

SCHILHAM:
Het was natuurlijk ook bedoeld om de geest er rijp te maken, daar in Amerika, voor dat grote noodfonds dat in de maak is. Dat wordt nu heel erg gepresenteerd als de reddingsboei. Gelooft u daar in?

BOS:
Ik sluit niet uit dat dat noodfonds de beurzen wat kan stabiliseren. Dat het echt kan helpen om de financiële sector te saneren. Er zijn een heleboel slechte risico's in het Amerikaanse financiële systeem. Die moeten er op een één of andere manier uit. Tegelijkertijd, dat gebeurt niet gratis. 700 miljard dollar is een ongelooflijke vracht geld. Dat moet dus door iemand betaald worden.

SCHILHAM:
De belastingbetaler?

BOS:
De belastingbetaler. Die kan dat dan dus niet besteden aan het kopen van een nieuwe auto, of op vakantie gaan. Dat betekent dat de consumptieve bestedingen er waarschijnlijk onder zullen lijden. En daarmee zal het ook weer een negatief effect hebben op de Amerikaanse groei. Dus de rekening wordt wel ergens betaald. Dat betekent dat zeker de Amerikanen, maar wellicht wij ook, dat economisch wel zullen merken.

SCHILHAM:
U klinkt niet helemaal overtuigd dat dit echt de oplossing zal zijn. Hoewel het in Amerika wel zo gezien, althans, zo gepresenteerd wordt.

BOS:
Op zijn best zal het een oplossing zijn voor de financiële bedrijven in het hart van Wallstreet. Dan volgt er nog een hele onderhandeling over welke prijs er betaald wordt voor de slechte risico's. Als de prijs te hoog is dan worden die banken beloond voor slecht management. Dat kan natuurlijk nooit de bedoeling zijn. Maar als de prijs te laag is dan worden ze niet geholpen. Dus dat moet nog wel even goed komen. Er loopt een hele discussie over de beloningen. De excessieve bonussen op Wallstreet. Gaan we nu mensen helpen bij banken die onverantwoordelijk grote risico's hebben genomen? Er met miljoenenbonussen elk jaar weer vandoor zijn gegaan. Of gaan we daar dan niet ook tegelijkertijd maar palen en perken aan stellen? Ik zou daar zeer voor zijn. Dat moet nog wel even allemaal gebeuren. Als dat rond is, als die besluiten genomen zijn, dan durf ik misschien iets stevigere conclusies te trekken over wat het effect hiervan zal zijn.

SCHILHAM:
Uw Duitse collega Steinbruck liet zich van de week zeer kritisch uit over de Amerikanen. Wat zei hij: doorgedraaide cultuur van laissez-faire. Met andere woorden: ze hebben het aan zichzelf te wijten en dat komt nu naar voren.

BOS:
Het hart van deze problematiek ligt in Amerika. Het ontstaan van een hypotheekmarkt, waar slecht toezicht op gehouden werd. Ontstaan van een financiële markt op Wallstreet, waar ook slecht toezicht was en waar een onverantwoordelijke cultuur van risico en gigantische bonussen heerste. Dat systeem wordt nu dan afgestraft. Dat was inderdaad een systeem, een denken, waarbij men er vanuit ging dat markten beter functioneerde naarmate politici en overheden zich er minder mee bemoeien. Dat is dus niet zo. Elke markt heeft regels nodig. Elke markt heeft grenzen nodig die gezagsvol gesteld moeten worden. Dat was in Amerika onvoldoende het geval en daar plukken we nu hele wrange vruchten van.

SCHILHAM:
Maar betekent dat ook dat u vindt -u zegt: het hart van het probleem ligt daar- dat het ook daar opgelost moet worden. Want er gaan ook stemmen op om misschien in Europa een vergelijkbaar fonds op te richten om de wereldwijde problemen mee op te vangen.

BOS:
Ik ben er tegen dat wij vanuit Europa bijvoorbeeld mee zouden moeten bijdrage aan zo'n Amerikaans fonds om Amerikaanse problemen op te lossen. Stel dat er nu in Europa ook vergelijkbare problemen zouden zijn, en die zijn er gelukkig nog niet...

SCHILHAM:
Maar kunnen komen?

BOS:
Dat zou kunnen komen. Dan zullen ook wij moeten durven denken aan onorthodoxe oplossingen.

SCHILHAM:
Dat zou vergelijkbaar kunnen zijn met wat de Amerikanen nu doen?

BOS:
Grote twijfel, want dat betekent uiteindelijk ook dat je in Europa dan de belastingbetaler laat opdraaien voor het slechte gedrag van managers en bestuurders, die onverantwoord hoge risico's hebben genomen. Zo ver moet je het niet laten komen. Ik vertrouw dus liever op goede toezichthouders, zoals we die ook in Nederland hebben. Die zorgen dat je nooit in zo'n situatie terecht komt en die al ingrijpen voor het zover is.

SCHILHAM:
U heeft altijd gezegd we zullen in Europa en in Nederland wel een tik meekrijgen maar het zal waarschijnlijk meevallen want we staan er goed voor. Houdt u dat nog steeds staande?

BOS:
De tik zal misschien iets groter zijn dan we een half jaar geleden dachten. De groei is natuurlijk in Nederland achteruitgegaan. We zaten boven de 3%. Dit jaar zaten we boven de 2%. Volgend jaar is de raming net boven de 1%. Ik sluit helemaal niet uit dat dat omlaag gaat.

SCHILHAM:
U zegt dat zo nadrukkelijk dat ik denk u heeft al signalen.

BOS:
Ik zie wel wat er gebeurd. Hier gaan bedrijven last van hebben. Het heeft invloed op het vertrouwen dat mensen hebben. Tegelijkertijd, Nederland blijft een land met een hele lage werkloosheid, een relatief lage inflatie, we hopen de komende weken een fantastisch akkoord te sluiten met werknemers en werkgevers waardoor we de loonkosten in ons bedrijfsleven weten blijven te beheersen. Dat is heel goed voor de concurrentiekracht van Nederland. U moet zich realiseren in Duitsland wordt op dit moment gestaakt voor 8% loonstijging. Als we in Nederland ver weten te blijven van dat type arbeidsconflicten en juist nu met elkaar rustig kunnen blijven dan is dat heel goed voor het bedrijfsleven en de Nederlandse economie. En ook voor de werknemers...

SCHILHAM:
Met alle respect, hoe reëel is dat met deze achtergrond van een wereldwijde financiële crisis?

BOS:
Ja maar dat zijn de zelfde buffers waardoor je als het een keer tegenzit niet meteen paniekerig hoeft te gaan reageren met grootscheepse bezuinigingen maar gewoon door kunt gaan met alle belangrijke dingen die we de komende jaren willen doen.

SCHILHAM:
Kunt u zich voorstellen dat mensen in Nederland denken hoe veilig is mijn spaargeld eigenlijk?

BOS:
Dat vind ik een volstrekt ,logische gedachte. Dat spaargeld dat is veilig. We hebben in Nederland goede toezichthouders die daar op letten. Zelfs in het geval dat het mis zou gaan zijn er garantieregelingen waarmee we ieder geval tot 38.000 euro altijd spaarders uit de brand helpen. Dat komt gelukkig zelden of nooit voor. Onze aanpak is erop gericht om dat te voorkomen.

SCHILHAM:
Zou u mensen die meer hebben aanraden om dan maar hun spaargeld te spreiden.

BOS:
De overheid moet geen beleggings- of spaaradviezen geven.

SCHILHAM:
Dit is een garantieadvies.

BOS:
Ik denk dat het veel belangrijker is om te beseffen dat het type hypotheken dat in Amerika de crisis veroorzaakte kennen we niet. Het type zakenbanken dat om is gevallen in Amerika kennen we niet en het type toezicht dat in Amerika gefaald heeft kennen we hier ook niet. We leven gelukkig in een heel ander land waar we dat soort dingen heel anders regelen. Beter regelen ook.

SCHILHAM:
U ziet hier geen banken in de problemen komen.

BOS:
Ik kan dat nooit garanderen.

SCHILHAM:
Als je ziet wat er rond Fortis gebeurd?

BOS:
Ik begrijp de zorgen die mensen daar over hebben maar ook in Nederland is de overheid er niet om elk bedrijf of het nou een bank is of niet, dat in de problemen komt altijd te helpen. Maar de verantwoordelijkheid die we wel hebben is om te zorgen dat ons financiële systeem als geheel een betrouwbaar financieel systeem blijft. Dat het geld blijft rollen in de economie, dat bedrijven kunnen blijven investeren en uitbetalen, dat mensen hun salarissen blijven ontvangen en pensioenen blijven ontvangen. Op al die punten wordt goed gelet en ook daarvan zeg ik we hebben het gelukkig een stuk beter geregeld dan in Amerika. We gaan er echt wat van merken wanneer daar een enorme storm raast maar we kunnen tegen een stootje.

SCHILHAM:
Even iets heel anders. U wilt door als leider van de PvdA bij de volgende verkiezingen. Ik dacht zou Bos denken dat dit kabinet heeft niet zo lang meer te gaan dus ik moet vast dit signaal af geven?

BOS:
Nee daar heeft het niks mee te maken. Maar ik wil mensen wel duidelijk maken dat ik vol overtuiging aan deze klus ben begonnen. Dat ik denk dat het wat uitmaakt dat de PvdA in het kabinet zit. Dat ik resultaten wil laten zien en daar ook zelf verantwoording voor wil afleggen als de tijd daar is.

SCHILHAM:
Waarom moest dat nu?

BOS:
De vraag werd me gesteld en ik vind dat je dan gewoon zo eerlijk mogelijk antwoord moet geven.

SCHILHAM:
Heeft niet te maken met speculaties binnen uw partij dat anderen naar voren geschoven zouden worden.

BOS:
Nee ik behoor kennelijk tot het zeldzame soort politici dat als de vraag gesteld wordt ook nog de neiging heeft om naar waarheid te antwoorden.