abcdefgh
Aan
de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG
Contactpersoon Doorkiesnummer
Datum Bijlage(n)
26 september 2008 -
Ons kenmerk Uw kenmerk
VenW/DGLM-2008/1100/d64128 2008Z01500/2070828720
Onderwerp
Kamervragen
Geachte voorzitter,
Hiermee beantwoord ik, mede namens de minister van Financiën, de vragen die het lid
Vendrik heeft gesteld over de aanleg van Maasvlakte 2.
1. Klopt het dat het Havenbedrijf begonnen is met de aanleg van de tweede
Maasvlakte?
1. Ja. Het Havenbedrijf heeft in de periode mei-juni alle vergunningen verkregen om
met de aanleg van Maasvlakte 2 te starten. Ook de overige noodzakelijke besluiten
zijn van kracht.
2. Klopt het dat er een juridische procedure loopt van belanghebbenden tegen de
wijziging van het bestemmingsplan voor de bestaande Maasvlakte bij de bestuurs-
rechtbank in Rotterdam?
2. Ja, in die zin dat ten behoeve van de aanleg van de Maasvlakte 2 de gemeente
Rotterdam een vrijstelling van het bestemmingsplan voor de bestaande Maasvlakte
(bestemmingsplan Maasvlakte '81) heeft verleend. Het gaat daarbij om aanlegwerk-
zaamheden in zee en op de kust. Tegen de verlening van deze vrijstelling is één
beroep (van Milieudefensie) aanhangig bij de Rechtbank te Rotterdam.
Postadres Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 351 61 71
Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Fax 070 351 78 95
bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)
VenW/DGLM-2008/1100/d64128
3. Klopt het dat de provincie Zuid Holland nog een definitief besluit moet nemen t.a.v.
de bedenkingen die door belanghebbenden zijn ingediend tegen het bestemmingsplan
voor de Tweede Maasvlakte? Acht u het waarschijnlijk dat (enkele van) deze bezwaar-
makers hun procedure zullen voortzetten bij de Raad van State?
3. Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland zullen naar verwachting in
november 2008 het besluit nemen tot goedkeuring van het bestemmingsplan
Maasvlakte 2, waarbij zij de ingebrachte bedenkingen betrekken. Het is vervolgens
aan de bezwaarmakers of zij hun procedure voortzetten bij de Raad van State.
4. Kunt u aangeven hoe lang de procedures die door belanghebbenden zijn aange-
spannen of kunnen worden aangespannen tegen de bestemmingsplannen die de
aanleg van de Tweede Maasvlakte en het gebruik daarvan mogelijk maken maximaal
kunnen gaan duren?
4. Naar verwachting wordt in november 2008 door Gedeputeerde Staten van de
Provincie Zuid-Holland een besluit genomen omtrent de goedkeuring van het
bestemmingsplan voor de Tweede Maasvlakte. Vervolgens staat beroep open bij de
Raad van State. Gelet op artikel 54 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening beslist de
Raad van State binnen twaalf maanden na afloop van de beroepstermijn.
5. Welke werkzaamheden worden er in deze periode verricht?
5. In deze periode wordt begonnen met de buitencontour van de landaanwinning en
vinden de eerste zandsuppleties voor de kust plaats.
6. Wordt er bij deze werkzaamheden schade aan de natuur aangericht? Zo ja, in
hoeverre is deze schade te herstellen als een uitspraak van de Raad van State en/of de
rechtbank Rotterdam zou betekenen dat het project niet afgerond kan worden?
6. Ja, de effecten op de natuur zijn beschreven in het MER en de Passende
Beoordeling voor Maasvlakte 2. In de voor de Tweede Maasvlakte verleende
vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 is een verplichting
opgenomen om aantasting van de natuurlijke kenmerken van de betreffende
natuurgebieden tijdig te compenseren. Inmiddels zijn daartoe toegangsbeperkings-
besluiten van kracht, ter instelling van rustgebieden en een bodembeschermingsgebied
in de Voordelta. Indien door een rechterlijke uitspraak de aanleg niet volgens
planning kan worden voortgezet, dan blijven de compensaties van kracht. De aard van
de rechterlijke uitspraak zal bepalen welke vervolgstappen worden ingezet.
---
VenW/DGLM-2008/1100/d64128
7. Welke kosten zijn er gemoeid met de werkzaamheden die worden verricht in de
periode dat er onzekerheid bestaat over de vraag of de benodigde bestemmings-
plannen al dan niet definitief goedgekeurd worden door de rechter?
7. Deze kosten zijn afhankelijk van de duur van beroepsprocedure en de concrete
vorderingen in het werk. De contracten tussen Havenbedrijf Rotterdam N.V. en de
aannemer met betrekking tot de contractering en daarmee gemoeide kosten kennen
een vertrouwelijk karakter.
8. Kunt u uiteen zetten op welke wijze de Rijksoverheid financieel betrokken is bij de
aanleg van de tweede Maasvlakte en welke financiële risico's het Rijk loopt bij de
keuze van het Havenbedrijf Rotterdam om nu al te beginnen met de aanleg van de
tweede Maasvlakte, terwijl de juridische procedures nog niet afgehandeld zijn?
8. Het Rijk is op 2 manieren financieel betrokken bij de aanleg van Maasvlakte 2: a)
als mede-initiator van Project Mainportontwikkeling Rotterdam (PMR), waarvan
Maasvlakte 2 een onderdeel is en b) als aandeelhouder van het Havenbedrijf
Rotterdam NV.
Ad a) Het Rijk draagt conform het Bestuursakkoord en de Uitwerkingsovereenkomst
Landaanwinning een vast bedrag van 726 mln bij aan de realisatie van het project.
Dit bedrag dient ter gedeeltelijke bekostiging van de buitencontour (zeewering) en
openbare infrastructuur die onderdeel uitmaakt van het project. Het bedrag wordt in
twee tranches betaald: 363 miljoen in 2011 en 363 miljoen in 2012. Het risico
voor het Rijk is vanuit deze invalshoek daarmee nihil.
Ad b) Conform de Investeringsovereenkomst met betrekking tot de deelneming in het
Havenbedrijf Rotterdam NV heeft het Rijk in 2006 een belang van 25% van de
cumulatief preferente aandelen. Als aandeelhouder ontvangt het Rijk jaarlijks dividend.
Het Havenbedrijf Rotterdam N.V. heeft ten aanzien van het moment van de start van
de aanleg een afweging gemaakt van de risico's. Zij hebben geoordeeld dat de risico's
beperkt zijn ten opzichte van de kansen die samenhangen met een tijdige start en de
kosten van vertraging. Het Rijk ziet als aandeelhouder geen reden om te twijfelen aan
de zorgvuldigheid van de besluitvorming hieromtrent van het Havenbedrijf Rotterdam
N.V.
---
VenW/DGLM-2008/1100/d64128
9. Bent u bereid uw positie als aandeelhouder van het Havenbedrijf te gebruiken om
de eventuele financiële risico's die het Rijk loopt te beperken door invloed uit te
oefenen op (het tempo van) de werkzaamheden?
9. De door het Havenbedrijf Rotterdam N.V. gemaakte afweging behelst enerzijds
financiële risico's in geval van vertraging en anderzijds financiële risico's door lopende
beroepen. Zoals hierboven aangegeven bestaat vanuit de aandeelhoudersrol geen
reden om te twijfelen aan de zorgvuldigheid van de gemaakte afweging.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
Camiel Eurlings
---
Ministerie van Verkeer en Waterstaat