Beantwoording vragen van het lid Ormel over een corruptie-onderzoek in
Roemenië
26-09-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Graag bied ik u hierbij, mede namens de minister van Buitenlandse
Zaken, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het
lid Ormel over een corruptie-onderzoek in Roemenië. Deze vragen werden
ingezonden op 11 september 2008 met kenmerk 2008Z02180 / 2070829530.
De staatssecretaris voor Europese Zaken,
Drs F.C.G.M. Timmermans
Antwoorden van de heer Timmermans, staatssecretaris voor Europese
Zaken, op vragen van het lid Ormel (CDA) over een corruptie-onderzoek
in Roemenië.
Vraag 1
Steunt u de klacht van de Roemeense nationale organisatie van rechters
over het tegenhouden door het Roemeense parlement van een onderzoek
naar corruptie van de politici Adrian Nastase en Miron Mitrea?
Antwoord
Deze klacht is mij inderdaad bekend. Ik ben van mening dat de strijd
tegen corruptie op hoog niveau in Roemenië onvoldoende vooruitgang
laat zien. Ik heb hierover mijn grote zorgen geuit in gesprekken met
de Roemeense autoriteiten tijdens mijn bezoek aan Roemenië op 9
september jl.. Daarbij heb ik tegenover al mijn gesprekspartners,
waaronder premier Predoiu en de leider van de sociaal democratische
partij tot welke de heren Nastase en Mitrea behoren, mijn
teleurstelling uitgesproken over de weigering van het Roemeense
parlement om de immuniteit van beiden op te heffen.
Vraag 2
Heeft het Roemeense Nationale Integriteit Agentschap deze zaak in
onderzoek?
Antwoord
Nee, het Roemeense Nationale Integriteit Agentschap is pas recent
opgericht en slechts sinds kort operationeel. Het corruptieonderzoek
tegen Nastase en Mitrea loopt reeds langer en is bovendien in handen
van het Nationale Anti-Corruptie Directoraat, onderdeel van het
Roemeense Openbaar Ministerie.
Vraag 3
Zijn de vier ijkpunten die door de Europese Commissie zijn opgesteld
voor Roemenië wel voldoende duidelijk voor de eigen rol van het
Roemeense parlement?
Antwoord
Ja, de vier ijkpunten zijn voldoende duidelijk waar het de rol van het
Roemeense parlement betreft. Zo heeft het parlement bij de invoering
van nieuwe wetboeken van Strafrecht, Strafprocesrecht en Burgerlijke
Rechtsvordering (ijkpunt 1) een geheel eigen rol en
verantwoordelijkheid. Het parlement is uiteraard ook betrokken geweest
bij de oprichting van het Nationale Integriteit Agentschap (ijkpunt
2). Daarnaast heeft het parlement een rol bij het opheffen van
strafrechtelijke immuniteit van (ex-)leden van het parlement en - waar
van toepassing - (oud-) ministers (ijkpunt 3).
Voor de opinie van de Nederlandse regering over de tenuitvoerlegging
van de ijkpunten door Roemenië verwijs ik u naar de brieven aan de
Tweede Kamer inzake de voortgang van het Cooperatie en Verificatie
Mechanisme ten aanzien van Roemenië en Bulgarije, d.d. 29 juli en 27
augustus jl..
Vraag 4
Wat is uw appreciatie van de handelwijze van het Roemeense parlement?
Antwoord
Ik ben van mening, zoals ook wordt geconstateerd in het
voortgangsrapport van de Europese Commissie van 23 juli jl., dat het
Roemeense parlement een belangrijke belemmerende factor is bij het
hervormen van het Roemeense justitiële stelsel. Ook de Nederlandse
regering heeft hierop gewezen in de Kabinetsappreciatie inzake het CVM
rapport over Roemenië die de Tweede Kamer op 27 augustus jl. is
toegegaan. Door de immuniteit van Adrian Nastase en Miron Mitrea niet
op te heffen heeft het Roemeense parlement de bevindingen van de
Europese Commissie naar mijn mening nog eens bevestigd. Overigens
heeft het parlement onlangs de immuniteit wel opgeheven van twee
andere (oud-) ministers.
Vraag 5
Op welke wijze wordt het tegenwerken van corruptie-onderzoek door het
Roemeense parlement na het voortgangsrapport inzake Roemenië van 23
juli door de Europese Commissie beoordeeld?
Antwoord
Nederland onderschrijft de conclusies van de Europese Commissie zoals
die in dit rapport zijn genoemd. Tijdens mijn recente bezoek aan
Roemenië heb ik in duidelijke bewoordingen de Nederlandse onvrede over
de onvoldoende vooruitgang van justitiële hervormingen en van de
strijd tegen corruptie aan de Roemeense autoriteiten overgebracht.
Nederland zal dit proces op de meest kritische wijze blijven volgen.
Nederland biedt daar waar mogelijk ook de helpende hand door op
bilateraal niveau via bijvoorbeeld het Matra-instrumentarium projecten
op JBZ-terrein uit te voeren. Nederland heeft zijn standpunt in EU
verband ook actief kracht bijgezet, hetgeen geresulteerd heeft in
kritische conclusies van de Raad voor Algemene Zaken en Externe
Betrekkingen van 15 september jl..
1)Hotnews.ro, 9 september 2008
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken