Toespraak minister-president Algemene Vergadering VN
Toespraak | 25-09-2008
Minister-president Balkenende heeft 25 september zijn toespraak
gehouden voor de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in New
York.
De toespraak is in het Engels uitgesproken:
Introductie
Mr President, geachte afgevaardigden,
Bij de aanvang van de Algemene Vergadering afgelopen dinsdag maakte de
Secretaris-Generaal een aantal belangrijke opmerkingen over de
millenniumontwikkelingsdoelen en de financiële crisis. De wereld
bevindt zich momenteel in buitengewone financiële turbulentie en alle
betrokkenen moeten hun verantwoordelijkheid nemen.
Toch mag de huidige crisis ons niet afleiden van de noodzaak de
millenniumontwikkelingsdoelen te bereiken. Want: welke wereld willen
wij nalaten aan onze kinderen en kleinkinderen?
Iedere ouder die één minuut over deze vraag nadenkt, zal antwoorden:
een wereld waarin mijn kinderen veilig zijn en een goed bestaan kunnen
opbouwen, zonder gebrek. Een wereld waarin mijn kinderen zich kunnen
ontplooien zonder dwang en terreur. Een wereld waarin mijn kinderen
vrij zijn en rechtsbescherming hebben.
Alles wat wij doen als Verenigde Naties staat in essentie in het teken
van die diepgevoelde wens van mensen. Er loopt een rechtstreekse lijn
tussen dit VN-gebouw en de woningen van honderden miljoenen gezinnen,
overal ter wereld.
Een man die ons indringend heeft voorgehouden dat wij
medeverantwoordelijk zijn voor de kansen van volgende generaties, is
Franklin D. Roosevelt. Op het zwartste moment van de Tweede
Wereldoorlog, begin 1941, gaf hij ons zijn toekomstvisioen: de komst
van een wereld waarin de mensen vrijheid van meningsuiting en geloof
zullen genieten, en vrij zullen zijn van vrees en gebrek.
Deze vier vrijheden werden na de oorlog ons moreel kompas. Ze werden
opgenomen in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, die
wij bijna zestig jaar geleden als Algemene Vergadering van de
Verenigde Naties proclameerden. Mensenrechten zijn de hoeksteen van
het Nederlandse beleid.
Als wij vandaag om ons heen kijken, zien wij dat de mondiale
werkelijkheid nog ver verwijderd is van ons ideaal. Nog steeds leven
wij in een wereld waarin elk jaar meer dan negen miljoen kinderen
sterven voor hun vijfde verjaardag. Nog steeds zijn miljoenen mensen
elke dag weer doodsbang voor geweld en misbruik van macht.
Hierin mag niemand berusten. De Verenigde Naties vormen een
werkgemeenschap en ons werk is nog lang niet af. Mondiale uitdagingen
vragen mondiale oplossingen. Mondiale oplossingen vragen mondiale
actie. Ieder van ons dient zich af te vragen: Wat draag ik bij aan de
vrijheid van mensen dichtbij en veraf?
Vrij van gebrek
Wat dragen wij bij aan het vrij zijn van gebrek?
Miljoenen mensen hebben de afgelopen tien jaar de stap kunnen zetten
uit de armoede. In Azië, maar ook in een aantal landen in Afrika is
dankzij de inzet van velen aanzienlijke vooruitgang geboekt. Die
vooruitgang mag ons hoop geven bij het verder werken aan de
millenniumontwikkelingsdoelen.
Er is nog zeer veel te doen. In sommige landen is de situatie zelfs
verslechterd, ook op het gebied van gezondheid. Nog steeds sterft elke
drie seconden een kind en elke minuut een moeder.
Alle overheden dienen zich te realiseren dat er zonder goed en integer
bestuur géén basis is voor ontwikkeling. En zij dienen daar naar te
handelen. Hetzelfde geldt voor de huidige financiële crisis waarvoor
snel ingrijpen geboden is. De financiële sector en de regelgevende
instanties moeten de aanbevelingen van het Financiële
Stabiliteitsforum snel implementeren: strikter toezicht, betere
risicobeheersing, grotere transparantie en een strengere
verantwoordingsplicht. Zo kan het vertrouwen in de financiële markten
worden hersteld en kunnen crises in de toekomst worden voorkomen. Het
IMF zou hier een centrale rol in moeten spelen door zijn toezicht op
de financiële sector uit te breiden. Samen moeten we de stabiliteit en
integriteit van het financiële systeem herstellen.
Nationale overheden hebben de taak te zorgen voor voedsel voor hun
bevolking. De internationale gemeenschap geeft rugdekking aan allen
die strijden tegen honger, gebrek en ziekten. Laten we dat zo
efficiënt mogelijk doen. De nood is te hoog voor verspilling van
middelen. Dus: samenwerking boven alles.
Samenwerking óók met bedrijven en met de civil society.
Publiek-privaat partnerschap wèrkt. Ik ontmoet steeds meer ondernemers
die zich committeren aan de millenniumontwikkelingsdoelen en actief
willen mééhelpen. Laten we die uitgestoken handen grijpen.
Mr President, Nederland verwelkomt uw initiatief om voedselzekerheid
een centrale plaats te geven tijdens deze Algemene Vergadering. Hogere
voedselprijzen raken de allerarmsten het hardst. Cruciaal is de
positie van kleine boeren. Wanneer zij hun productie verhogen,
profiteren niet alleen hun eigen familieleden daarvan, maar ook de
mensen in de omgeving. Ons land heeft daarom extra geld uitgetrokken
voor landbouwontwikkeling in ontwikkelingslanden.
Voedsel en water horen bij elkaar. Water is de bron van al het leven.
1,8 miljard mensen hebben geen goede toegang tot schoon drinkwater.
Hun leven, hun gezondheid staat op het spel. Nederland heeft zich
daarom aangesloten bij de landen die zeggen: water is een mensenrecht.
'Vrij zijn van gebrek' betekent ook: vrij zijn van gebrek aan water.
Vrij van angst
Wat dragen wij bij aan die tweede essentiële vrijheid: de vrijheid van
vrees? Nog steeds leven miljoenen mensen temidden van conflicten en
oorlogsgeweld. Hierbij mogen wij ons niet neerleggen.
VN-vredesoperaties hebben de afgelopen zestig jaar een belangrijke
bijdrage geleverd aan de beëindiging van conflicten. Dankzij de VN is
op veel plekken voorkomen dat sluimerende conflicten opnieuw oplaaien.
We moeten onze inzet daarom onverminderd voortzetten. Maar met
vredesoperaties alleen komen we er niet. De oorzaak van een conflict
is vaak een politiek geschil. De oplossing ervan moet ook een
politieke zijn.
In een vrije samenleving is geen plaats voor marteling. Geen plaats
voor de doodstraf.
Een leven zonder angst is wat wij nastreven. Dagelijks zijn er mensen
die angst trotseren om mensenrechten te verdedigen. Als eerbetoon aan
hen heeft Nederland een onderscheiding ingesteld die ieder jaar op
internationale mensenrechtendag zal worden uitgereikt: de
Mensenrechten Tulp.
In onze vrije wereld staat niemand boven en niemand onder de wet.
Nederland is er trots op met Den Haag de juridische hoofdstad van de
wereld binnen zijn grenzen te hebben. Wij zullen met al onze krachten
blijven streven naar een Internationaal Strafhof dat wordt gedragen
door alle lidstaten van de Verenigde Naties.
In een veilige wereld is right stronger than might. Misdaden die de
mensheid schokken moeten te allen tijde worden bestraft. Het
Internationale Strafhof steunt ons daarbij. En wij moeten het
Internationale Strafhof steunen. Allemaal. Onomwonden.
Onvoorwaardelijk.
Ook een bredere acceptatie van de jurisdictie van het Internationaal
Gerechtshof maakt de internationale rechtsorde sterker.
Vrij in meningsuiting en geloof
Mr President, het is nodig dat we ook met elkaar spreken over de
vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van geloof. Het debat
hierover leidt snel tot misverstanden, onbegrip en angst voor inbreuk
op nationale tradities.
Wij allen mogen trots zijn op onze eigen culturen en tradities. Op dat
wat ons van anderen onderscheidt.
De uitdaging voor iedere regering is haar bevolking te bevestigen in
de eigen culturele en religieuze waarden, gewoonten en gebruiken. En
tegelijkertijd bruggen te slaan naar de wereld. Bruggen waarover
mensen, organisaties en religies elkaar kunnen naderen en ontmoeten.
Het vinden van die balans is niet eenvoudig. Maar wel noodzakelijk.
De overheid is er voor iedereen. Voor mannen en voor vrouwen. Voor
mensen van alle achtergronden en religieuze overtuigingen. Voor
monniken, priesters en imams. Maar net zo goed voor de mensen die niet
geloven in een opperwezen.
Religie geeft mensen troost en inspiratie in hun persoonlijk leven.
Een religie is niet een systeem van dogma's dat dwingend aan anderen
kan worden opgelegd. Laat staan een rechtvaardiging om geweld te
gebruiken wanneer men zich gekrenkt voelt.
Ieder is vrij om zijn godsdienst te belijden, om van geloof te
veranderen of om niet te geloven. Wij allen moeten die vrijheid van
godsdienst en levensovertuiging koesteren en beschermen. Evenals de
vrijheid voor mensen en groepen om hun mening te uiten. Beide
vrijheden horen bij elkaar.
Wij allen weten dat er landen in de wereld zijn waar deze twee
vrijheden worden geschonden. Tot die landen zeg ik: respecteer het
recht van ieder mens op vrijheid van godsdienst en op vrijheid van
meningsuiting. Het zijn universele rechten. Het zijn universele
vrijheden.
Tegelijk mogen we iedereen die van deze vrijheden gebruik maakt ook
wijzen op zijn verantwoordelijkheid. De verantwoordelijkheid om altijd
en overal aan anderen het respect te betonen dat men voor zichzelf
opeist.
Afsluiting
Mr. President, voor de vier essentiële vrijheden waar wij voor staan,
hebben wij de Verenigde Naties nodig. En de Verenigde Naties hebben
ons nodig.
Een sterke Verenigde Naties waarin universele waarden centraal staan.
Een VN met een rechtvaardige en evenwichtige Mensenrechtenraad. Een VN
die bindt en overtuigt.
Toen wij samen begonnen met het bouwen aan de Verenigde Naties, was
het aantal landen op de wereld waarin mensen een behoorlijke mate van
vrijheid hebben, ongeveer 15 procent van het totaal. Vandaag kan meer
dan zestig procent van de landen 'vrij' genoemd worden.
In dezelfde periode is het aantal mensen in de wereld dat lijdt aan
ondervoeding met enkele honderden miljoenen afgenomen.
Ook het aantal gewapende conflicten in de wereld loopt terug, hoe
ernstig de situatie in bepaalde regio's ook blijft.
Vooruitgang is mogelijk. Maar zij ontstaat niet vanzelf. Voor
Nederland is dit een aansporing om met volle energie te blijven
meewerken aan 'een wereld waarin de mensen vrijheid van meningsuiting
en geloof zullen genieten, en vrij zullen zijn van vrees en gebrek'.
Met president Roosevelt zeggen wij: "The world order which we seek is
the cooperation of free countries, working together in a friendly,
civilized society".
Ministerie van Algemene Zaken