Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Den Haag Ons kenmerk Uw brief van Uw kenmerk
26 september 2008 BVE/IenI/55829 11 september 2008 2008Z02208/2070829600
Onderwerp
Vragen van de leden De Rooij en Van Dijk
Hierbij zend ik u het antwoord op de vragen van de Kamerleden De Rooij en Van Dijk over het
fusievoornemen van twee mbo-instellingen.
De vragen zijn mij toegezonden met uw hierboven vermelde brief, kenmerk 2008Z02208/2070829600.
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart
blad 2/3
Antwoord op de schriftelijke vragen van de leden De Rooij en Jasper van Dijk (beiden SP) aan de
staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw Van Bijsterveldt-Vliegenthart, over
het fusievoornemen van twee mbo-instellingen (ingezonden 11 september 2008, kenmerk:
2008Z02208/2070829600).
1.
Wat is uw oordeel over de intentieverklaring van twee mbo-instellingen om te fuseren tot
één grote instelling met 21.000 deelnemers, 300 opleidingen en 1800 medewerkers?
Ik kan nu nog geen oordeel vellen over het voornemen van deze twee instellingen om tot een fusie
tussen de twee besturen over te gaan. In de intentieverklaring zijn het voornemen, de doelen,
overwegingen en randvoorwaarden in hoofdlijnen geformuleerd. Op dit moment zijn de betrokken
partijen bezig met een nadere uitwerking van de plannen. Wanneer zij besluiten daadwerkelijk verder
te gaan dan bestuurlijke samenwerking en in formele zin tot een bestuurlijke fusie te willen overgaan,
dienen de instellingen een aanvraag bij de minister van OCW in te dienen. Ik heb de instellingen
hierover geïnformeerd. Vooralsnog wacht ik de concrete plannen af, die zij in overleg met
belanghebbende partijen in en om de instellingen in de komende maanden zullen ontwikkelen.
2.
Hoe verhoudt dit voornemen zich tot uw doelstelling om te komen tot schaalverkleining in het
onderwijs? Kunt u uw antwoord toelichten?
Op dit moment kan ik dat nog niet beoordelen omdat ik de inhoud en achtergrond van het voornemen
onvoldoende ken. Zoals u weet, hecht ik veel waarde aan de menselijke maat binnen
onderwijsinstellingen. Tegelijkertijd vormen andere zaken zoals de toegankelijkheid (een goede
spreiding van voorzieningen, het behoud van bestaande voorzieningen), de keuzemogelijkheden voor
studenten en hun ouders (gedifferentieerd aanbod in de regio), en de doelmatige besteding van
publieke middelen ook belangrijke dimensies in dit vraagstuk. Overigens wil dit niet zeggen dat de
menselijke maat uitsluitend binnen kleine onderwijsinstellingen kan worden gerealiseerd. Er zijn ook
grote instellingen die binnen hun muren voldoende kleinschaligheid weten te organiseren.
In dit geval hebben de betrokken fusiepartners aangegeven dat het in stand kunnen houden van een
breed opleidingenaanbod in de regio een belangrijke reden is voor fusie. Ik wacht de onderbouwing
hiervan af, voordat ik tot een oordeel kom. In het algemeen kan ik zeggen dat er geen gouden
standaard bestaat voor de ideale schaalgrootte.
3.
Deelt u de mening dat dit soort fusies een onaanvaardbare schaalvergroting in de hand werkt, met een
onwenselijke afstand tussen bestuurders en het onderwijspersoneel?
Zoals ik reeds heb aangegeven, kan ik daarover op basis van de intentieverklaring geen oordeel vellen.
blad 3/3
4.
Is op dit plan al een fusietoets toegepast? Zo ja, wat is daarvan de uitkomst? Zo neen, waarom niet?
Nee. De instellingen hebben immers nog geen aanvraag bij de minister ingediend. Pas als zij een
concrete aanvraag indienen, kan die worden beoordeeld.
5.
Bent u bekend of er andere mbo-instellingen zijn met fusieplannen? Kunt u de Kamer
daarvan een overzicht verschaffen?
Er is mij slechts één ander fusieplan binnen de mbo-sector bekend. Het gaat om een voornemen van
twee vakinstellingen (Sint Lucas en de Eindhovense School).
6.
Bent u bereid dit fusieplan tegen te houden en in te zetten op kleinschalig onderwijs waarbij de
menselijke maat voorop staat?
Deze vraag is pas aan de orde als de twee instellingen een formele aanvraag indienen. Die aanvraag zal
ik beoordelen. Daarbij zal ik vanzelfsprekend ook kijken naar de gevolgen voor belanghebbenden in en
om de school en de wijze waarop deze partijen zijn betrokken in de totstandkoming van dit voornemen.
De borging van de verschillende aspecten van de menselijke maat vormt voor mij een belangrijk punt
in de beoordeling van de aanvraag. Het is niet ondenkbaar dat om deze of andere redenen het verzoek
wordt afgewezen.
7.
Wanneer komt u met een plan van aanpak tegen de schaalvergroting in het onderwijs?
Vóór de begrotingsbehandeling zal uw Kamer een gezamenlijke brief van minister Plasterk,
staatssecretaris Dijksma en mij ontvangen over de menselijke maat in de verschillende
onderwijssectoren.