Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlage bij brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer, kenmerk PO/B&B-53064
Rapport van bevindingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2007 van de
Stichting Vervangingsfonds / BGZ en de Stichting Participatiefonds.
1. Inleiding
Als gevolg van de onderwijswetgeving wordt elk jaar een rapport van bevindingen opgesteld waarin
de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) kenbaar maakt aan de Tweede
Kamer (TK) tot welke opmerkingen de jaarverslagen van de Fondsen Stichting Vervangingsfonds/
Bedrijfsgezondheidszorg (VF) voor het onderwijs en Stichting Participatiefonds (PF) - aanleiding
geven. Aangezien de onderscheiden jaarverslagen altijd gelijktijdig worden toegezonden aan de TK,
heb ik er net als voorgaande keren -voor gekozen één rapport van bevindingen op te stellen waarin
u mijn op- en aanmerkingen aantreft over de beide Fondsen.
2. Totstandkoming rapport van bevindingen
De jaarverslagen zijn eind juni door het Bestuur VF respectievelijk PF vastgesteld en direct doorgeleid
naar het Ministerie van OCW. De beide jaarverslagen treft u hierbij aan. Ik heb tijdens de zomer-
maanden aan het VF en het PF om een nadere toelichting gevraagd bij een aantal punten in de
jaarverslagen. Deze toelichting heb ik inmiddels ontvangen. De resultaten daarvan zijn, voor zover
nodig, in dit rapport van bevindingen verwerkt.
3. Algemeen
De beide jaarverslagen 2007 voldoen wat betreft de vormgeving, structuur en informatievoorziening
aan de verwachting. De verslagen voorzien daarmee, in belangrijke mate, in de informatiebehoefte
die ik heb. De jaarverslagen zijn samengesteld conform de richtlijnen die van kracht zijn. Als gevolg
van deze richtlijnen komt aan het jaarverslag een ruimere betekenis toe dan enkel een admi-
nistratieve verantwoording over de verslagperiode. De bedrijfsvoering en de werkzaamheden van de
Fondsen dienen ook een prominent onderdeel van het verslag te zijn.
De beide jaarverslagen bevatten onder andere de volgende onderdelen:
- kort verslag van het bestuur;
- toekomst van de beide fondsen;
- de jaarrekening met daarbij een accountantsverklaring;
- activiteiten van de fondsen;
- bedrijfsvoering
4. Vervangingsfonds
A. Jaarverslag
Het VF kent 2 belangrijke taken: het bekostigen van de vervangingsuitgaven en daarnaast een taak
op het terrein van bedrijfgezondheidszorg (BGZ).
Het VF betaalt de kosten voor vervangers die scholen moeten inzetten bij ziekte of afwezigheid van
personeel. Om deze kosten te kunnen betalen dragen scholen een premie af aan het VF.
Daarnaast levert het VF een belangrijke bijdrage aan het terugdringen van het ziekteverzuim en de
arbeidsongeschiktheid van onderwijspersoneel. Zij helpt scholen de kwaliteit van hun
arbeidsomstandigheden en personeelsbeleid te verbeteren. Hierdoor is het ziekteverzuim de
afgelopen jaren gedaald. In 2007 is het ziekteverzuim gestabiliseerd en ligt op het landelijke
gemiddelde (indien wordt gecorrigeerd voor factoren zoals sekse, leeftijd en deeltijdfactor). Later
wordt in dit rapport hier verder op ingegaan.
Bijlage bij brief: PO/B&S-Rapport van bevindingen 2007 - - 1 -
- -
B. Financieel beheer
Het resultaat op de exploitatierekening was voor 2007 negatief. Dit is een bewuste keuze geweest.
Het VF heeft met dit negatieve resultaat de reserve teruggebracht binnen de met het VF vastgestelde
bandbreedte. Dit is onder andere bewerkstelligd door een verlaging van het premiepercentage. De
ontvangsten kwamen lager te liggen dan de uitgaven. OCW deelde het besluit om de reserves terug
te brengen naar de vastgestelde bandbreedte.
Het negatieve resultaat is ook veroorzaakt door het, met ingang van 1 augustus 2006, ingevoerde
bevriezingsmodel. Dit model houdt in dat personeel, aangesteld vanaf 1 augustus 2006, niet meer
onder de verplichte verzekering valt van het VF. Besturen hebben wel de mogelijkheid om dit
personeel vrijwillig te verzekeren.
2007 werd gekenmerkt door een verschuiving van de populatie uit de verplichte verzekering naar de
vrijwillige verzekering. Het aantal verplicht verzekerden neemt af door natuurlijk verloop. Deze
daling van het aantal verplicht verzekerden ligt rond de 9% per jaar.
OCW vindt deze ontwikkeling verontrustend. Door deze daling zal namelijk de solidariteit/draagvlak
binnen de deelnemers aan het fonds ook afnemen. Om dit tij te keren heeft het fonds besloten het
bevriezingsmodel te beëindigen. Bij de toekomst van het VF wordt hier verder op ingegaan.
Het VF kent 3 segmenten waarbinnen de vervanging wordt bekostigd:
1. vervanging wegens ziekte
2. vervanging wegens verlof
3. vervanging vanuit de vrijwillige verzekering
In de jaarrekening 2007 wordt deze onderverdeling ook gemaakt in de vervangingsbekostiging.
Bovengenoemde segmenten dienen een afzonderlijke kostendekkende exploitatie te realiseren, met
inachtneming van de afgesproken bandbreedte van de reserves bij de vervanging wegens ziekte.
Deze opzet weerspiegelt de toenemende mate van differentiatie in de vervangingsverzekering van
het fonds.
Een nadere beschouwing van de verschillende segmenten laat de volgende ontwikkelingen zien.
De uitgaven voor vervanging ziekteverzuim zijn in 2007 ten opzichte van 2006 afgenomen met circa
5% ( ca. 15 miljoen) tot 277 miljoen.
De kosten vanuit verschillende verlofsituaties zijn in 2007 verder afgenomen met 21%(ca 8 miljoen)
tot 30 miljoen. Deze afname is op 1 augustus 2006 ingezet in verband met een verandering van het
vergoedingspakket.
Bij de vrijwillige verzekering van het VF is een toename van de uitgaven met ruim ca 17 miljoen te
constateren. Deze stijging is nagenoeg gelijk aan de daling vanuit de vervanging bij ziekteverzuim.
Zoals eerder aangegeven heeft deze toename te maken met een verschuiving van verzekerden vanuit
de verplichte verzekering naar de vrijwillige verzekering.
C. Ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid
Het VF heeft in de laatste jaren een breed palet aan activiteiten opgezet om het ziekteverzuim terug
te dringen. Het VF verzorgt voorlichtingbijeenkomsten en trainingen, begeleidt scholen en
schoolbesturen en adviseert deze bij re-integratie, ontwikkelt en implementeert (nieuwe) producten
en diensten. Hiervoor worden regioadviseurs en de re-integratiedeskundigen ingezet. Door deze
inzet heeft het VF de afgelopen jaren een belangrijke bijdrage geleverd aan de daling van het
ziekteverzuim en de daling van de instroom in de arbeidsongeschiktheidsregelingen.
Wat betreft de hoogte van het ziekteverzuim lijkt deze zich te stabiliseren en ligt in 2007 op het
landelijk gemiddelde (indien wordt gecorrigeerd voor factoren zoals sekse, leeftijd en deeltijdfactor).
Met sociale partners is afgesproken om inspanningen te verrichten om het ziekteverzuim verder te
laten dalen. Het VF heeft hiervoor een project `intensivering aanpak ziekteverzuim' ontwikkeld.
Deze aanpak is gericht op schoolbesturen met een hoog ziekteverzuim. Daarnaast is er een project
ontwikkeld dat met name gericht is op ouderen.
Deze plannen zijn door OCW positief ontvangen.
Bijlage bij brief: PO/B&S-Rapport van bevindingen 2007 - - 2 -
- -
D. Bedrijfsvoering
Een goede bedrijfsvoering levert een belangrijke bijdrage in het functioneren van een organisatie. Zo
ook bij het VF. In het jaarverslag 2007 vindt er voor het eerst over de bedrijfvoering apart
verslaglegging plaats. Aan de orde komen de kwaliteit van de bedrijfsvoering en
informatievoorziening, de doelmatigheid, controles, rechtmatigheid, treasury ontwikkelingen en
processen, personele ontwikkeling en huisvesting.
Door de samenhang tussen enerzijds de ingezette middelen en anderzijds de daarvoor geleverde
prestaties inzichtelijk te maken, is er een beter inzicht gegeven om de doelmatigheid van de
bedrijfsvoering te beoordelen.
Ten aanzien van de kwaliteit heeft de uitvoeringsorganisatie van het VF het ISO-certificaat toegekend
gekregen. Dit certificaat is een kwaliteitskeurmerk over de bedrijfvoering.
OCW staat positief tegenover de aparte aandacht die gegeven wordt in het jaarverslag met de daarbij
gegeven inhoudelijke verslaglegging.
E. Toezicht bevindingen
Jaarlijks vindt een specifieke controle plaats ten aanzien van de rechtmatigheid van de declaraties en
premieafdracht. Over deze rechtmatigheidcontrole zal separaat gerapporteerd worden door het VF
aan OCW. Op dit moment is het dan ook niet mogelijk om een uitspraak te doen over de
rechtmatigheid.
De accountantsdienst van OCW zal een review doen naar de controles door de accountant van het
VF, met name om de vraag te beantwoorden of deze voldoende is om de rechtmatigheid te
waarborgen en of nog aanvullende controles door de accountants van de schoolbesturen nodig zijn.
F. Toekomst
De inzet is om in deze kabinetsperiode te kiezen voor een vervangingsstelsel dat moet leiden tot
minder en eenvoudiger wetgeving. Daarnaast moet het stelsel meer ruimte geven aan de scholen om
zelf oplossingen te vinden bij verzuim. In juni heeft u een brief van mij ontvangen over de toekomst
van de vervangingsbekostiging. Om behoedzaam tot een nieuw vervangingsstelsel te komen is het de
bedoeling om een representatieve groep van 15 á 20% van de schoolbesturen in het primair
onderwijs gedurende twee jaar te laten werken met een andere vorm van bekostiging van de
vervangingsuitgaven bij afwezigheid van personeel. Dit in de vorm van een pilot. Het doel van de
pilot is te bezien of voor de schoolbesturen de verplichte aansluiting bij het VF op een verantwoorde
wijze kan worden gestopt. Met de bijdrage die schoolbesturen anders aan het VF moeten afdragen
kunnen schoolbesturen zelf bepalen of zij zich vrijwillig verzekeren, dan wel de
vervangingsuitgaven zelf betalen.
Bedoeling was om de pilot met ingang van 1 januari 2009 te starten. Om besturen in de gelegenheid
te stellen om een zorgvullige afweging te maken om zich aan te melden voor de pilot is de
ingangsdatum verschoven naar 1 augustus 2009.
Zoals eerder aangegeven is er vanaf 1 augustus 2006, door middel van het bevriezingsmodel, een
uitstroom uit de verplichte verzekering. Het VF verliest hiermee het draagvlak. Om de continuïteit
en draagvlak van het huidige stelsel te kunnen bewerkstelligen, heeft het bestuur van het VF
besloten om het bevriezingsmodel te beëindigen. Dit houdt in dat nieuw aangesteld personeel weer
onder de verplichte verzekering valt.
Dit besluit van het fonds is door OCW met instemming begroet.
Bijlage bij brief: PO/B&S-Rapport van bevindingen 2007 - - 3 -
- -
5. Participatiefonds
A. Jaarverslag
Het Participatiefonds (PF) is verantwoordelijk voor het beheren en terugdringen van de
werkloosheidsuitgaven in het primair onderwijs. Het PF betaalt de uitkeringskosten van werkloos
onderwijspersoneel. Om deze kosten te kunnen betalen dragen scholen een premie af aan het PF.
Daarnaast ondersteunt het PF scholen bij het opzetten van hun personeels- en mobiliteitsbeleid
(arbeidsmarktbeleid) en voert het PF namens de scholen re-integratiebeleid en draagt zorg voor de
uitvoering van de re-integratieverplichting van de scholen.
B. Financieel beheer
2007 is het eerste jaar dat het PF het volume aan werkloosheidsuitgaven alleen voor de sector
Primair Onderwijs (PO) beheerst. Vóor 1 januari 2007 viel het Voortgezet Onderwijs ook onder de
wettelijke verplichting om bij het fonds aangesloten te zijn. Financieel beheer
In navolging op voorgaande jaren kan geconstateerd worden dat de gefinancierde
werkloosheidsuitkeringkosten verder zijn gedaald.
Het verslagjaar 2007 is met een positief resultaat van circa 14 miljoen afgesloten.
In de loop van het jaar werd uit de realisatiecijfers duidelijk dat de premie-inkomsten van het fonds
meer dan voldoende waren om de uitgaven te dekken.
De belangrijkste oorzaak was het achterwege blijven van de verwachte instroom in de
werkloosheidsregelingen van werknemers die op een ID-baan (in- en doorstroombaan) werkzaam
waren in het onderwijs. Dat leidde tot minder uitgaven aan werkloosheidsuitkeringen dan verwacht,
maar ook tot minder re-integratiekosten. Het gevolg hiervan was een premieverlaging in 2007.
De verwachting is dat de daling uitkeringkosten zich in de komende jaren zal voortzetten. Met deze
trend wordt de kerntaak van de beheersing en vermindering van de uitkering bewerkstelligd.
Het spreekt voor zich dat OCW de daling van de werkloosheidsuitgaven als zeer welkom beschouwt.
Het is immers beter om de financiële middelen te besteden aan onderwijs dan aan inactiviteit.
Ç. Re-integratie
Sinds de oprichting draagt het PF de verantwoordelijkheid voor de re-integratie van werklozen. Sinds
medio 2005 is daar de uitvoering van de wettelijke re-integratieplicht van de werkgever bijgekomen.
Ten behoeve van de uitvoering van de re-integratie heeft het PF vijf re-integratiebedrijven
geselecteerd waar belanghebbenden een re-integratietraject kunnen volgen. In 2007 heeft het PF dit
uitgebreid met een eigen, specifiek voor het onderwijs ontwikkelde variant op de individuele re-
integratieovereenkomst. Mede omdat de resultaten achterbleven bij de verwachtingen, is besloten
om het voeren van casemanagement in eigen hand te nemen. In samenwerking met de Vrije
Universiteit Amsterdam wordt de effectiviteit van het re-integratiebeleid onderzocht. De uitkomsten
van dit onderzoek worden in het najaar van 2008 verwacht.
D. Bedrijfsvoering
Zoals bij het VF al aangegeven levert een goede bedrijfsvoering een belangrijke bijdrage in het
functioneren van een organisatie. Ook in het jaarverslag 2007 van het PF vindt er voor het eerst over
de bedrijfvoering apart verslaglegging plaats. Aan de orde komen de kwaliteit van de bedrijfsvoering
en informatievoorziening, de doelmatigheid, controles, rechtmatigheid, treasury, ontwikkelingen en
processen, personele ontwikkeling en huisvesting.
OCW staat positief tegenover de aparte aandacht die gegeven wordt in het jaarverslag aan de
verschillende onderdelen van de bedrijfsvoering.
Bijlage bij brief: PO/B&S-Rapport van bevindingen 2007 - - 4 -
- -
E. Toezicht bevindingen
Jaarlijks vindt een specifieke controle plaats ten aanzien van de rechtmatigheid van de
premieafdracht en de declaraties van de uitkeringsinstanties. De rechtmatigheidcontrole maakt geen
deel uit van dit verslag omdat eerst begin 2008 met de controle over 2007 is gestart. Ten aanzien van
de rechtmatigheid van de uitkeringsdeclaratie is het PF afhankelijk van de financiële verantwoording
van de uitkeringsinstanties zoals het UWV (voor de WW en ZW). Over de rechtmatigheidcontrole
wordt separaat aan OCW gerapporteerd.
Er vinden gesprekken plaats met de uitkeringsinstanties met als doel de rechtmatigheid van de
uitkeringsdeclaratie beter te kunnen volgen en sneller uitspraken te kunnen doen over de
rechtmatigheid.
Bijlage bij brief: PO/B&S-Rapport van bevindingen 2007 - - 5 -
- -
Bijlage bij brief: PO/B&S-Rapport van bevindingen 2007 - - 6 -
- -