CDA

Cornelis Visser: De traditie moet blijven: godsdienstonderwijs in het Nederlands op Europese scholen

Tijdens de plenaire zitting van het Europees Parlement over de hervorming van Europese Scholen heeft Cornelis Visser vandaag zijn zorgen uitgesproken over het verdwijnen van het godsdienstonderwijs in het Nederlands. Vorig jaar heeft de Raad van Bestuur van de Europese Scholen besloten, dat er minimaal zeven leerlingen moeten zijn met dezelfde taal om godsdienstonderwijs in de moedertaal te geven.

Voor algemene vakken zoals aardrijkskunde en wiskunde vormt deze regel geen probleem, maar voor godsdienstonderwijs ligt het anders, aldus Visser.

Door de regel zijn er op dit moment Europese scholen waar leerlingen helemaal geen godsdienstonderwijs in het Nederlands meer kunnen krijgen. Visser: ''Ik vind dit zeer verontrustend en onacceptabel, zeker wanneer het het basisonderwijs betreft. Religie, het spreken en leren over normen en waarden, waar wij allen in Europa zo de nadruk op leggen, is zeer belangrijk. Zoals we allemaal weten zijn gevoel en emoties voor kinderen het beste te uiten in de moedertaal.'

Visser vroeg tijdens de zitting om een duidelijke lijn. Iedere leerling, ongeacht of hij of zij nu Engels, Duits of Nederlands als moedertaal heeft, moet dezelfde mogelijkheden en tevens dezelfde kwaliteit onderwijs kunnen ontvangen, aldus de
CDA-Europarlementariƫr.

Naast aandacht voor de leerlingen vroeg Cornelis Visser ook aandacht voor de positie van docenten. Door het minimale aantal van zeven is het ieder jaar ook voor docenten weer onzeker of godsdienst in een volgend lesjaar in de moedertaal gedoceerd kan worden.
---