Dittrich: Gelijkheid van BaMa is nog fictie op Europees niveau

25/09/2008 17:03

Open Universiteit

Het BaMa-stelsel is voortvarend ingevoerd maar de Europese ministers van onderwijs hebben nog niet voldoende maatregelen genomen om de nagestreefde basale gelijkheid van bachelors en masters in Europa te bereiken. Dat beseffen ze echter niet waardoor de aandacht voor de kwaliteit van het onderwijs sterk verslapt, met alle risico's van dien. Dat stelde Karl Dittrich, voorzitter van de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie, vanmiddag in zijn rede tijdens de 24ste dies natalis van de Open Universiteit Nederland. 'De ministers gaan in de komende vervolgconferentie over Bologna een onverantwoorde grote sprong voorwaarts maken, terwijl een zorgvuldige inhoudelijke analyse van de verworvenheden van Bologna noodzakelijk is!'

Europese hoger onderwijsruimte

Volgens Dittrich is, ondanks alle mooie beloften en voornemens van de onderwijsministers, het Europees hoger onderwijs nog steeds een patchwork van alleen qua formaat op elkaar lijkende nationale stelsels. Door de nationale autonomie bij de definiëring en beoordeling van kwaliteit worden individuele hogescholen en universiteiten gedwongen om zelf de kwaliteit van elders behaalde diploma's te beoordelen. Daarnaast bestaat er ook nog een nationale bescherming van bepaalde beroepskwalificaties, bijvoorbeeld: met een Nederlandse master psychologie kom je in België nauwelijks aan het werk. 'Als de integratie al niet tot stand kan komen tussen twee aangrenzende regio's met elk een kwalitatief goed hoger onderwijs, met bovendien ook nog één gezamenlijke accreditatieorganisatie, de NVAO, hoe moet dat dan in de rest van Europa? De ministers mogen hun ogen niet sluiten voor deze problematiek!'

Staatscommissie voor toekomst Nederlands onderwijs

In zijn rede 'Over diversiteit en doorlopende leerlijnen: naar een cultuuromslag in het hoger onderwijs' beschrijft Dittrich een aantal zaken die hem opvallen bij het functioneren van het bachelor-masterstelsel dat in Nederland voortvarend is ingevoerd. Dittrich draagt ook een aantal oplossingen aan voor de opgaven die het Nederlands hoger onderwijs te wachten staat. 'Het allerbelangrijkste is dat de lat hoog genoeg wordt gelegd in het wo en hbo.' Daarnaast moet het hoger onderwijs internationaler en flexibeler worden, moet het leven-lang-leren daadwerkelijk vorm krijgen en het Bologna-akkoord volledig uitgevoerd worden. Tot slot pleitte Dittrich voor de instelling van een 'staatscommissie' voor de toekomst van het Nederlandse onderwijs, naar analogie van de invloedrijke commissie o.l.v. Lord Dearing eind jaren '90 in het Verenigd Koninkrijk.





http://www.ou.nl/dies