Kamervragen over het onderzoek naar de toelating van Asherakatten
25 september 2008 - kamerstuk
Kamerbrief waarin de minister aangeeft dat het strafrechtelijk
onderzoek nog niet is afgerond. Omdat een Asherakat niet eerder is
aangetroffen in Nederland, is onderzoek naar de herkomst
gecompliceerd.
uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum
onderwerp bijlagen
J u ridische Zaken
Geachte Voorzitter,
Hierbij geef ik, mede namens mijn ambtgenoot van Justitie, antwoord op de schriftelijke
vragen van het lid Thieme (Partij voor de Dieren) over het onderzoek naar de toelating van
Asherakatten.
1
Kunt u uiteenzetten waarom het onderzoek naar en de verdere behandeling van de zaak
rondom de drie Asherakatten reeds acht maanden duurt en naar schatting nog enkele
maanden zal kosten?1
2
Bent u bereid u in te spannen om de looptijd in te korten van onderzoeken en rechtszaken
waar levende dieren bij betrokken zijn? Zo ja, op welke wijze en op welke termijn? Zo
neen, kunt u dit toelichten?
Het openbaar Ministerie heeft mijn ambtsgenoot van Justitie bericht dat het strafrechtelijk
onderzoek nog in volle gang is. Aangezien een Asherakat niet eerder in Nederland is
aangetroffen, is het vaststellen van de afkomst van de in beslag genomen dieren
gecompliceerd. Zo heeft het openbaar ministerie door middel van een internationaal
rechtshulpverzoek verzocht om afname van het bloed van de in het buitenland
verblijvende ouderdieren. Nadat de resultaten van het DNA-onderzoek bekend zijn, dient
de afkomst van de dieren te worden vastgesteld. Het openbaar ministerie zal vervolgens
beoordelen of er sprake is van een strafbaar feit, dat dient te worden vervolgd. Bij unieke
zaken als deze is het onvermijdelijk dat het strafrechtelijk onderzoek lang duurt. Mijn
ambtsgenoot van Justitie en ik beschikken niet over aanwijzingen te veronderstellen dat in
zijn algemeenheid strafrechtelijke onderzoeken waarbij levende dieren zijn betrokken
zonder reden dusdanig lang duren dat inspanningen onzerzijds om doorlooptijden te
bekorten aangewezen zouden zijn.
1 http://www.telegraaf.nl/binnenland/1613327/__ChinSan_nog_niet_naar_baasjes__.html?p=18,1
Ministerie van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit
Juridische Zaken
team Inrichtingsbeleid en
Natuurbeheer
Bezuidenhoutseweg 73
Postadres: 20401
2500 EK Den Haag
Telefoon: 070-3784183
Fax: 070-3786127
Telegramadres: Landvis
www.minlnv.nl
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
7 augustus 2008 2070826960 TRCJZ/2008/2548 25 september 2008
Kamervragen over het onderzoek naar
de toelating van Asherakatten
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
25 september 2008 TRCJZ/2008/2548 2
3
Kunt u uiteenzetten op welke wijze wordt voorkomen dat in de toekomst meer gekruiste
dieren worden geëxporteerd naar Nederland en in de opvang belanden?
Nederland hanteert hiervoor geen specifiek beleid. Ik verwijs hiervoor naar de
beantwoording op eerdere kamervragen (brief van 13 februari 2008, Aanhangsel
Handelingen II 2007/08, nr. 1313). Voor zover dieren bescherming genieten onder CITES
kan controle vooraf bij de vergunningaanvraag plaatsvinden of import kan worden
toegestaan.
4
Kunt u uiteenzetten wat er met de drie katten zal gebeuren indien besloten wordt deze
niet naar hun oorspronkelijke bestemming te laten gaan?
Het is afhankelijk van de uitkomst van het strafrechtelijk onderzoek en de te nemen
vervolgingsbeslissing wat er met de katten zal gebeuren. Ik kan daarover op dit moment
nog geen verdere mededelingen doen.
5
Wat beschouwt u als de (ethische) randvoorwaarden voor het fokken of in Nederland
toelaten van nieuwe (katten)rassen, mede gelet op de factoren natuurlijke leefomgeving,
natuurlijk gedrag en mogelijke risico's voor het ecosysteem en de volksgezondheid?
6
Bent u bereid duidelijk beleid te formuleren ten aanzien van het fokken en het in
Nederland toelaten van nieuwe (katten)rassen, waarbij ingegaan wordt op de in de vorige
vraag genoemde voorwaarden? Zo ja, op welke wijze en op welke termijn? Zo neen, kunt u
dit toelichten?
De Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (GwwD) en de Flora- en faunawet vormen
mijn toetsingskader voor de vraag of het fokken of toelaten van nieuwe (katten)rassen is
toegestaan. De bescherming en instandhouding van beschermde soorten in het wild
levende dieren wordt geregeld in de Flora- en faunawet. Op grond van deze wet worden
beperkingen gesteld aan de invoer en het bezitten van deze diersoorten.
Voor zover er geen sprake is van in de Flora- en faunawet beschermde uitheemse
katachtigen, gelden er op grond van de GwwD en het Honden en Kattenbesluit geen
beperkingen met betrekking tot het fokken van deze katten.
Ik zie momenteel geen aanleiding om een ander beleid te formuleren ten aanzien van het
fokken en het in Nederland toelaten van nieuwe (katten)rassen.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit