Delft
Brief van Bas, Esther en Tijmen te Delft
Kamerstuk, 24 september 2008
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DLZ-CB-U-2855606
24 september 2008
In antwoord op uw bovengenoemde brief, kenmerk VWS-08-589, bericht ik
u het volgende.
In de brief van Bas, Esther en Tijmen te Delft vragen de ouders van
Tijmen aandacht voor de gevolgen van de nu door het kabinet
voorgestelde bezuinigingen op de tegemoetkoming van (buitengewone)
ziektekosten en de AWBZ (waaronder het persoonsgebonden budget).
Overeenkomstig uw verzoek geef ik u hierbij mijn reactie op die brief.
Bezuinigingen in de AWBZ
In mijn brief van 13 juni 2008 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2007-2008,
30 597, nr. 15) over de toekomst van de AWBZ heb ik de AWBZ-brede
maatregelen aangekondigd om de houdbaarheid van de langdurige zorg
voor de meest kwestbaren te waarboren. Van de daarin genoemde
maatregelen heeft alleen de invoering van de eigen bijdrage vanaf 1
januari 2010 voor alle AWBZ-functies gevolgen voor chronisch zieke
kinderen. Immers, de beperking van de aanspraak van de nieuwe functie
begeleiding treft alleen de mensen die geen ernstige beperkingen
hebben. Chronisch zieke kinderen behoren tot de `zware'gevallen die
het zonder de AWBZ-begeleiding niet zelfstandig zouden redden.
Vaststelling hoogte pgb
Volgens de ouders van Tijmen zijn de huidige toetsingscriteria voor
toekenning van pgb's onvoldoende toegesneden op specifieke
omstandigheden als die van hen. De hoogte van het aan Tijmen
toegekende persoonsgebonden budget (pgb) is verre van toereikend om de
voor hem benodigde specialistische thuiszorg in te kopen.
Voor het vaststellen van de hoogte van een pgb zijn niet de kosten van
de in te kopen specialistische thuiszorg leidend, maar de indicatie
van het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ).
Om in aanmerking te komen voor AWBZ-zorg is er een indicatie van het
CIZ nodig, waarbij wordt vastgesteld of er zorg nodig is en zo ja, wat
voor soort zorg en hoeveel zorg. Het CIZ is een onafhankelijke
organistie die de zorgbehoefte van de verzekerde onafhankelijk,
objectief en integraal vaststelt. Voor het vaststellen van de
zorgbehoefte maakt het CIZ geen onderscheid of de verzekerde kiest
voor zorg in natura dan wel voor een pgb.
Indien de verzekerde kiest voor een pgb, berekent het zorgkantoor op
basis van de indicatie van het CIZ de hoogte van het pgb. In de
Regeling subsidies AWBZ is voor het toekennen van een pgb het volgende
geregeld:
1. Het zorgkantoor moet tot EUR 300 bruto per dag onverkort
uitvoering geven aan het indicatiebesluit.
2. Als onverkorte toepassing van het indicatiebesluit leidt tot een
bruto pgb van meer dan EUR 300,-- per dag, dan beperkt het
zorgkantoor het pgb tot de kosten van verblijf, met een minimum
van EUR 300,-- per dag.
Dit betekent dat indien de indicatie van de verzekerde zou leiden tot
een pgb boven de grens van EUR 300,-- per dag, dan beoordeelt het
zorgkantoor of het verblijf in een instelling een meer doelmatige
oplossing zou zijn. Het zorgkantoor kan bij die beoordeling de
specifieke omstandigheden van de verzekerde meewegen en besluiten een
hoger pgb dan EUR 300,-- per dag vast te stellen. Als het zorgkantoor
daartoe overgaat, meldt het zorgkantoor dit onmiddellijk aan het
College voor zorgverzekeringen (CVZ).
Aftrek buitengewone uitgaven
Mensen met een chronische ziekte of een handicap ondervinden niet
alleen voortdurend de gevolgen van hun ziekte of handicap maar hebben
vaak ook te maken met hoge extra kosten. De overheid kan het ongemak,
de last en de pijn die chronisch zieken en gehandicapten ervaren niet
wegnemen. Wel kan de overheid er voor zorgen dat mensen met een
beperking financiële compensatie krijgen, om zo normaal mogelijk mee
te kunnen doen aan het leven van alledag.
Het kabinet heeft besloten de buitengewone uitgavenregeling in zijn
huidige vorm af te schaffen. De financiële tegemoetkoming aan mensen
met een chronische ziekte of een handicap wordt in een nieuwe wet
geregeld.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport