Ongehoorzame stagiair voorkwam meer doden bij Westfriese Flora
Aflevering 1 van KRO-programma 'Wij zijn de Geschiedenis' - 24 september 19.25 uur op Nederland 2
HILVERSUM, 20080923 -- Een stagiair van het AMC in Amsterdam heeft voorkomen dat de legionalla-besmetting op de Westfriese Flora in Bovenkarspel in 1999 nog meer slachtoffers het leven kostte. Dat blijkt uit een reconstructie van de gebeurtenissen rond de Westfriese Flora in het nieuwe KRO-programma Wij zijn de Geschiedenis.
De betrokken specialisten van het Westfries Gasthuis in Hoorn en het AMC in Amsterdam braken zich het hoofd over wat de tientallen doodzieke mensen die met verschijnselen van een longontsteking waren opgenomen konden mankeren. De stagiair dacht van het begin af aan aan een legionella-besmetting die de dodelijke veteranenziekte kan veroorzaken. Ook na herhaald aandringen door de stagiair geloofden de betrokken medisch specialisten niet dat er legionella in het spel zou zijn. Tegen de regels in nam de stagiair illegaal testen mee naar het Westfries Gasthuis in Hoorn en testte op eigen houtje 4 patienten. Alle testen wezen op legionella, waarna de verbijsterde specialisten groot alarm konden slaan bij het Ministerie van Volksgezondheid. Een paar uur later werden via de televisie mensen die de Westfriese Flora hadden bezocht en zich grieperig voelden opgeroepen onmiddellijk naar de huisarts te gaan. Uiteindelijk stierven 32 mensen en hielden tientallen bezoekers blijvende gezondheidsklachten. De betrokken medisch specialisten erkennen in de uitzending van Wij zijn de Geschiedenis dat de stagiair hun te slim af was en daardoor mogelijk veel meer slachtoffers heeft voorkomen. In de uitzending doet ook de stagiair voor het eerst exclusief zijn verhaal.
In de eerste aflevering van de nieuwe 11-delige KRO serie Wij zijn de Geschiedenis komen nog een aantal andere gebeurtenissen uit de recente geschiedenis aan bod:
Het meisje van Yde
Beeldend Kunstenaar Pier van Dijk beschuldigt het Drents Museum van het niet nakomen van een gedane belofte rond het project rond `Het Meisje van Yde' in 1993. Op 12 mei 1897 werd door twee veenarbeiders, die in de buurt van het dorp Yde (bij Eelde) een veentje aan het uitbaggeren waren, een lijk gevonden. Het was het lichaam van een zestienjarig meisje, dat in de eerste eeuw na Christus door een rituele moord om het leven kwam. In 1993 is er door de Universiteit van Manchester een reconstructie gemaakt van het hoofd van `Het Meisje van Yde'. Een foto van dit wassen hoofd verscheen in de media en bracht beeldend kunstenaar Pier van Dijk op een idee: hij ging op zoek naar het meisje dat het meest leek op het Meisje van Yde. In samenwerking met het Drents Museum organiseert hij de `Dag van de Veenmeisjes', waar Monique Hos werd uitgekozen tot het meisje dat het meeste leek op `Het Meisje van Yde'. Volgens Pier van Dijk had het Drents Museum zijn project overgenomen onder de voorwaarde dat er ook een tentoonstelling zou worden georganiseerd over het `het meisje van Yde'. De tentoonstelling kwam er nooit. In Wij zijn de Geschiedenis doet Van Dijk een dramatische oproep aan het museum om het kunstproject alsnog af te ronden.
De witkar
Bijna iedereen heeft wel eens gehoord van het Witte Fietsenplan. Minder bekend is dat er door Amsterdam bijna twintig jaar langwitte auto's hebben gereden: de zogenaamde witkarren. Het was een idee van provo Luud Schimmelpennink, lid van de Amsterdamse gemeenteraad. Voor 25 gulden werd je voor het leven lid. Maakte je gebruik van de witkar dan betaalde je een tarief van een dubbeltje per minuut. De auto's stonden geparkeerd aan laadstations, op 5 verschillende plekken in de stad. Echt succesvol is het initiatief met de elektrische auto's nooit geworden, ondanks een aantal grote sponsors. De beperkte actieradius, het geringe aantal stations en de maximum snelheid van 30 kilometer per uur waren daar wellicht debet aan. In 1988 rijden de karakteristieke autootjes voor het laatst door de stad. Wij zijn de Geschiedenis laat Luud Schimmelpennink en Jan Langman (lid van het eerste uur) weer een ritje met een witkar door Amsterdam maken. (foto achter de schermen: Jan Langman wordt geïnterviewd).
The Twinkling Stars
Niet de Dolly Dots, Babe of Luv, maar The Twinkling Stars waren de eerste en unieke meidenband van Nederland. Een piepjong ´damescombo´, opgericht in 1962. De meiden waren toen gemiddeld 13 jaar oud. De tot dan toe door mannen gedomineerde muziekwereld had er niet veel vertrouwen in. Het publiek in eerste instantie evenmin. Vrouwen op het podium? Als zangeres oké, maar zelf muziek makend? Alle schampere reacties, opgetrokken wenkbrauwen en spottende blikken ten spijt speelden de meiden de sterren van de hemel. Een fraai staaltje emancipatie! Al gauw had de band een vaste schare, vooral mannelijke, fans. Daar werd natuurlijk niet mee gerotzooid. Geen sex, drugs and rock'n roll voor de meiden van The Twinkling Stars... dit waren nog keurige tijden!
In de 11-delige serie Wij zijn de Geschiedenis gaat de KRO op zoek naar nog nooit vertelde verhalen bij bekende en minder bekende nieuwsgebeurtenissen uit de recente Nederlandse geschiedenis. Mensen die soms nog nooit gesproken hebben over dat ene moment waarop ze getuige waren van een nieuwsfeit gaan terug naar de plek die hun leven definitief veranderde. Maar ook kleinere getuigenissen die een voetnoot plaatsen bij het verleden krijgen de ruimte in het programma. Altijd is een (nieuws)foto het startpunt. En soms blijkt het ooggetuigenverhaal net iets anders dan de foto van toen ons altijd heeft doen geloven.
Wij zijn de Geschiedenis, woensdag 24 september om 19.25 uur bij de KRO op Nederland 2
Ingezonden persbericht