Eerste Kamer schorst behandeling versterking slachtoffer strafproces
woensdag 24 september 2008
De Eerste Kamer heeft bij de plenaire behandeling van het wetsvoorstel
over de positie van het slachtoffer in het strafproces (EK 31.143) op
23 september 2008 van minister Hirsch Ballin van Justitie een brief
gevraagd over de redelijke uitleg van de bepaling in de wet dat ouders
van jeugdige daders verplicht zijn bij een strafproces ter
rechtszitting te verschijnen. Deze bepaling is in de wet opgenomen via
een amendement van de Tweede Kamer, dat dateert van 18 december 2007
(TK 30.143, nr. 26
Voor vragen over dit pdf-document kunt u contact opnemen met de
redactie van deze website: telefoon 070-3129200; e-mail
cip@eerstekamer.nl. U kunt ook via het reageerformulier een bericht
sturen aan de Redactie.
). Kort voor de behandeling had de Raad voor de Rechtspraak gewezen op
de mogelijk ernstige gevolgen voor de rechtspraak als gevolg van deze
bepaling, die rechters geen ruimte meer zou laten voor een eigen
afweging.
De behandeling van het wetsvoorstel dat tot doel heeft de positie van
het slachtoffer in het strafproces te versterken wordt in afwachting
van het antwoord van de minister geschorst.
Alle woordvoerders in de Eerste Kamer waren het er over eens dat de
aanwezigheid van ouders van een minderjarige dader die een misdrijf
heeft begaan in de rechtszaal zeer gewenst kan zijn. Maar of dit in
alle gevallen zonder meer afgedwongen moet worden door de politie
weigerachtige ouders van hun bed te laten lichten zou te beoordeling
van de rechter moeten blijven.
Minister Hirsch Ballin zei in een reactie op opmerkingen van o.a.
mevrouw Van Bijsterveld (CDA), mevrouw Westerveld (PvdA) en mevrouw
Quik-Schuijt (SP) dat een 'redelijke uitleg' van de wetstekst rechters
inderdaad enige vrijheid van handelen laat. Hij zou dit in een gesprek
met de Raad voor de Rechtspraak naar voren brengen en vervolgens de
uitkomst van het beraad per brief aan het parlement meedelen.
Mevrouw Quik-Schuijt van de SP-fractie meende dat zo'n redelijke
uitleg op basis van de voorgestelde wetstekst niet mogelijk is en
kondigde aan tegen de wet te zullen stemmen als de formulering van het
bewuste artikel niet wordt veranderd.
De woordvoerders van CDA en PvdA en ook senator Holdijk die sprak
namens SGP en ChristenUnie stelden voor om de behandeling van het
wetsvoorstel te schorsen in afwachting van de aangekondigde brief van
de minister van Justitie. Mevrouw Broekers-Knol van de VVD sloot zich
hierbij aan, al was uitstel voor de VVD niet per se nodig.
Het wetsvoorstel creëert ook mogelijkheden voor familieleden om de
belangen van een slachtoffer te behartigen als zij dit zelf niet meer
kunnen.
Mevrouw Broekers had in haar bijdrage aan het debat aandacht gevraagd
voor de positie van het comateuze slachtoffer. Mevrouw Westerveld
(PvdA) sloot zich hierbij aan. Minister Hirsch Ballin zei in antwoord
op vragen dat familieleden van comateuze slachtoffers in alle gevallen
in hun rechten kunnen treden, ook al staat dit niet met zoveel woorden
in het wetsvoorstel. Minister Hirsch Ballin verwees naar bepalingen in
het Burgerlijk Wetboek die dit mogelijk maken.
Aan de informatie op deze site kunnen geen rechten worden ontleend.
Eerste Kamer der Staten Generaal