meeroken door kinderen
Resultaten onderzoek RIVM naar meeroken door kinderen
Kamerstuk, 24 september 2008
De voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
VGP/ADT 2873452
24 september 2008
In het Algemeen Overleg 'Preventiebeleid voor de volksgezondheid' op 5
december 2007
is met de vaste Kamercommissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
onder meer gesproken over roken in het bijzijn van kinderen en de
schadelijke effecten daarvan op kinderen. Het Kamerlid mevrouw
Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie) heeft aangegeven van mij
te willen vernemen wat ik ga doen om kinderen te beschermen tegen de
schadelijke effecten van meeroken. Het Kamerlid mevrouw Schippers
(VVD) heeft mij daarop gevraagd of ik ook wil ingrijpen in het
privé-domein van mensen. Ik heb de Kamer gezegd dat ik terughoudend
wil zijn in het nemen van maatregelen in het privé-domein. Wel heb ik
toegezegd een literatuuronderzoek te zullen uitvoeren naar de
schadelijke effecten van meeroken op de gezondheid van kinderen. Dit
onderzoek is uitgevoerd door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid
en Milieu (RIVM). Mede namens mijn collega, minister Rouvoet van Jeugd
en Gezin, bied ik u hierbij het onderzoeksrapport aan.
Resultaten onderzoek 'blootstelling aan omgevingstabaksrook van kinderen in
de auto'
Het onderzoek van het RIVM is gebaseerd op eerdere studies naar de
effecten van omgevingstabaksrook op de gezondheid van zowel volwassen
en kinderen. Het RIVM heeft specifieke aandacht besteed aan meeroken
in de auto.
Kinderen zijn gevoeliger voor omgevingstabaksrook dan volwassenen.
Enerzijds lopen zij meer risico op gezResultaten onderzoek
'blootstelling aan omgevingstabaksrook van kinderen in de auto'
ondheidsklachten doordat hun lichaam nog in ontwikkeling is,
anderzijds gebruiken kinderen meer lucht voor hun ademhaling, zodat
zij meer omgevingstabaksrook binnen krijgen. Hoe groter de
blootstelling aan omgevingstabaksrook, hoe schadelijker voor de
gezondheid. Uit het onderzoek van het RIVM blijkt dat roken in een
auto voor inzittenden leidt tot zeer hoge blootstelling aan
omgevingstabaksrook. De gevonden waarden door het roken van één
sigaret in de auto, overstijgen waarden die worden gevonden in
horecagelegenheden. De duur van de bloostelling in de auto is echter
beperkt.
Dat meeroken schadelijk is voor kinderen en volwassenen is natuurlijk
al langer bekend.
Dat de mate van blootstelling aan omgevingstabaksrook in de auto zo
hoog kan oplopen is minder algemeen bekend. Uit onderzoek van Stivoro
(2007) blijkt dat van de Nederlanders
van 15 jaar of ouder, 14% minimaal één keer per week in de auto wordt
blootgesteld aan tabaksrook. Er zijn geen gegevens hoeveel kinderen in
Nederland in de auto worden blootgesteld aan omgevingstabaksrook. Van
Amerikaanse kinderen zijn deze gegevens wel beschikbaar, maar moeilijk
te vertalen naar de Nederlandse situatie omdat Amerikaanse kinderen in
tegenstelling tot Nederlandse kinderen vaak vele uren in de auto
doorbrengen.
Recente ontwikkelingen in Nederland
Het huidige kabinetsbeleid is er op gericht om mensen zo goed mogelijk
te beschermen tegen de schadelijk effecten van meeroken. Scholen,
ziekenhuizen en andere openbare voorzieningen zijn al sinds 1990
rookvrij. Vanaf 2004 is daar de rookvrije werkplek bijgekomen.
Bovendien zijn de sectoren horeca, sport en kunst/cultuur sinds 1 juli
2008 rookvrij. Sommige onderzoekers verwachten dat door deze
maatregelen het roken zich steeds meer zal verplaatsen naar het
privé-domein. Uit recent Schots onderzoek blijkt echter dat in
Schotland dit niet is gebeurd. Er zijn zelfs aanwijzingen dat het
roken thuis en in de auto in het bijzijn van kinderen daar iets
afneemt.
In Nederland worden ouders via voorlichting en waar mogelijk
ondersteuning zoveel mogelijk gestimuleerd om niet te roken waar hun
kinderen bij zijn. Vanaf 1997 loopt de campagne 'Niet roken waar de
kleine bij is'. Deze campagne wordt gevoerd via de
jeugdgezondheidszorg en consultatiebureaus en zal in 2009 worden
gecontinueerd. Daarnaast zijn er de afgelopen jaren andere campagnes
geweest op het gebied van meeroken; bijvoorbeeld de campagne rond de
invoering van de rookvrije werkplek (2003/2004) en de recente campagne
'Roken doe je buiten' (2007). De campagnes hebben tot doel mensen te
wijzen op de gevaren van meeroken en rokers te stimuleren om in ieder
geval buiten, in de open lucht, te roken.
Niet-roken is in Nederland steeds meer de sociale norm. Dit zal zich
naar verwachting de komende jaren nog verder ontwikkelen. Het
percentage rokers in Nederland was in 2000 nog 33% van de bevolking,
in 2007 is dit gedaald naar 28%. Met de huidige maatregelen en
campagnes wordt verwacht dat dit percentage de komende jaren verder
zal dalen. Het aantal meerokende kinderen thuis tussen de 0 en 4 jaar
was in 1998 nog 46%, waar 30% van de ouders waren voorgelicht. In 2007
is 53% van de ouders voorgelicht en is het aantal meerokende kinderen
thuis gedaald naar 18%. Doordat steeds minder mensen roken, worden
kinderen minder blootgesteld aan de schadelijke effecten van
omgevingstabaksrook.
Wij willen mensen blijven aanspreken op hun eigen verantwoordelijkheid
en hen blijven stimuleren om niet te roken waar kinderen (en
volwassenen) bij zijn. Daarbij zetten we in op voorlichting en
communicatie. Ingrijpen in het privé-domein van mensen, zoals het
verbieden van roken in de auto in de aanwezigheid van kinderen, vinden
wij minder passend en - gezien ook bovenstaande ontwikkeling - niet
proportioneel. Wij hebben er alle vertrouwen in dat de huidige
campagnes en voorlichtingsactiviteiten zullen bijdragen aan het
versterken van niet-roken als sociale norm. Deze ontwikkelingen zullen
ook leiden tot betere bescherming tegen omgevingstabaksrook in het
privé-domein.
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport