D66
Van Middelkoop moet afstand nemen van uitspraken
24 september 2008
D66-fractievoorzitter Alexander Pechtold wil dat minister Van
Middelkoop (Defensie, ChristenUnie) voor het einde van de dag afstand
neemt van zijn uitspraken in het weekblad Vrij Nederland over het
homohuwelijk, het gezag in het leger en zijn `verspreking' in aanloop
naar het besluit over de verlenging van de Uruzganmissie. Mocht hij
daartoe niet bereid zijn, dan wil D66 de minister zo snel mogelijk ter
verantwoording naar de Kamer roepen.
`Homohuwelijk ontbinding familierecht'
Van Middelkoop (Defensie, CU) stelt in het interview dat het
homohuwelijk "de ontbinding van het familierecht" is. Pechtold: "Het
huwelijk van twee homo's of lesbiennes in verband brengen met
ontbinding is kwetsend en onsmakelijk. Als twee volwassenen van elkaar
houden is het niet aan de staat om daar een oordeel over te hebben.
Bovendien kan een minister niet zeggen dat een deel van het recht
`ontbonden' is."
`Moeite met gezag'
Van Middelkoop geeft in hetzelfde interview ook aan moeite te hebben
met gezag en daarom blij te zijn dat hij jarenlang achter elkaar
uitstel kreeg voor zijn militaire dienstplicht, tot hij niet meer
hoefde. "Het woord gezag zit niet echt in mijn vocabulaire", stelt Van
Middelkoop. D66 vraagt de minister ook die uitspraak terug te nemen,
omdat gezag zeker in de krijgsmacht - waarvoor Van Middelkoop
verantwoordelijk is - van cruciaal belang is.
`Verspreking Uruzgan-missie'
In het artikel gaat Van Middelkoop ook in op zijn verspreking vorig
jaar over de Uruzgan-missie. In juni 2007 zei hij de 'politieke
intentie' te hebben om de missie te verlengen, terwijl de regering
officieel nog geen standpunt had ingenomen. Het kwam hem op stevige
kritiek te staan, niet alleen in de Tweede Kamer, maar ook vanuit het
kabinet. Van Middelkoop zegt nu het jammer te vinden dat Balkenende de
kwestie op zijn persconferentie niet als een verspreking afdeed.
Pechtold wil dat de minister afstand neemt van die woorden, omdat de
manier waarop Van Middelkoop destijds zijn mond voorbij praatte niet
slechts een verspreking was. Door vooruit te lopen op een
regeringsstandpunt deed hij geen recht deed aan de besluitvorming in
een democratisch proces.
---