SGP
23 - 09 - 08 | Reanimatie in verzorgingshuizen
De SGP kiest bij reanimatie voor het principe dat dit wel plaatsvindt,
tenzij er medische redenen zijn om het niet te doen. Daarmee wijst de
SGP een beleid dat uitgaat van een leeftijdsgrens van 70 jaar af.
________________________________________
Reanimatie in verzorgingshuizen
23 september 2008
B.J. van der Vlies
Het al of niet reanimeren van mensen in een verpleeg- of
verzorgingstehuis is een zaak van levensernst. Ieder mens heeft de
drang om te (over)leven. Dat geldt ook als we oud geworden zijn.
Reanimeren treed ieder daarom in principe als een goede methode
tegemoet. Ook de SGP-fractie. Het blijft echter een noodprocedure.
Voor de SGP-fractie staat hierbij de medische wenselijkheid centraal.
Indien het medisch mogelijk en verantwoord is, dan moet het gebeuren.
Indien reanimeren zonder grote verwachte schade kan gebeuren, dan is
wel reanimeren voor ons het uitgangspunt. Als reanimeren vrijwel zeker
tot schade zal leiden, dan is dat voor ons reden om vanwege medische
redenen daarvan af te zien.
Consequentie van dit uitgangspunt is dat de SGP-fractie uitgaat van
het principe ja-tenzij. Dus reanimeren staat voorop, tenzij er
contra-indicaties zijn. Bij verpleegtehuizen kan er in principe van
worden uitgegaan dat gezien de lichamelijke condities van de
patiënten reanimeren eerder uitzondering dan regel zal zijn. Maar dan
nog geldt: reanimeren mag zeker niet standaard worden nagelaten. Juist
in een verpleegtehuis mag worden verwacht dat samen met de artsen
inzichtelijk wordt gemaakt hoe mensen willen dat er in een individuele
situatie wordt gehandeld.
De situatie in Amersfoort betrof een verzorgingstehuis. Daar hebben we
in het algemeen te maken met een andere situatie. Velen zijn weliswaar
op leeftijd gekomen, maar lang niet standaard is er sprake van
gebrekkigheid bij de bewoners. In die situaties is een beleid dat
uitgaat van niet-reanimeren naar onze mening dan ook veel te kort door
de bocht. Sterker nog: dan moet er juist sprake zijn van een
ja-tenzijbeleid. Voor ons ligt hier een eerste zeer belangrijk punt:
een verzorgingstehuis vraagt om een andere benadering dan een
verpleegtehuis.
In de tweede plaats zie ik het als ons doel om vandaag heldere
afspraken te maken: bij reanimeren gaat het om de lichamelijke
conditie van de betrokkene. Naar onze mening is er geen objectieve
reden aan te wijzen waarom een leeftijdsgrens van 70 jaar een zinvol
onderscheid zou zijn. Iemand die 80 jaar is en voordien kerngezond, is
in een heel andere situatie dan iemand van 60 die al zwak was. Steeds
moeten we kijken naar de algemene gezondheidstoestand. We maken dan
medisch onderscheid; nooit mag er sprake van zijn dat we niet
reanimeren omdat wij iemands leven niet meer waardevol vinden.
Probleempunt in de hele discussie bij verzorgingstehuizen is dat
mensen daar in het algemeen gewoon met hun eigen huisarts te maken
hebben. Het zou sowieso goed zijn als ieder met zijn huisarts
duidelijk bespreekt wat het beste is in bepaalde situaties. Met deze
constatering, kunnen we tegelijkertijd vaststellen dat een directie
van een verzorgingstehuis buiten zijn boekje gaat: de huisarts is de
eerst verantwoordelijke. Daarom is het goed als er algemene regels
komen die duidelijk maken hoe er moet worden gehandeld.
Het verschaffen van duidelijke informatie is daarbij van het grootste
belang. We moeten eerlijk vaststellen dat reanimatie â op welke
leeftijd ook â een noodprocedure is die in heel veel gevallen helaas
niet meer kan baten. Dat neemt niet weg dat Ook al zijn de
slagingspercentages somber, dan nog mag niet te gemakkelijk
verondersteld worden dat mensen niet gereanimeerd willen worden.
Onze conclusie zal duidelijk zijn: de staatssecretaris is wat de
SGP-fractie betreft te afwachtend. Heldere afspraken zijn nodig en
juist bij een zo belangrijk thema mag de overheid niet werkloos
toezien hoe allerlei beleid worden ontwikkeld.
Reanimatie in verzorgingshuizen