Studenten als Persoonlijk Assistent voor Leraren
De TU Delft en onderwijsbureau Bètawijs zetten dit jaar voor de derde maal studenten in als studentmentoren in het Voortgezet Onderwijs. Op 25 september vindt de aftrap van dit project voor het schooljaar 2008-2009 plaats. Het project draagt bij aan het verminderen van de tekorten aan bètadeskundigheid in het voortgezet onderwijs. De taken van studentmentoren zijn vergelijkbaar met die van de Persoonlijk Assistent voor Leraren, waarover o.a. binnen de VO-raad en de VSNU gesproken wordt. Tijdens de aftrap zullen studenten, docenten en trainers spreken over hun ervaringen, de meerwaarde van studenten in het Middelbaar Onderwijs en over de mogelijkheden en toekomst van de studentmentoren of Persoonlijk Assistent voor Leraren.
In het Bèta 1-op-1 project worden studenten van de TU Delft ingezet ter ondersteuning tijdens de lessen en bij andere onderwijsgerelateerde taken op middelbare scholen in de regio. Het project dient een paar doelen: scholieren en docenten krijgen door hun contact met studenten een beter beeld van technische studies, de studenten dragen bij aan de bètadeskundigheid op de scholen en studenten komen in aanraking met het docentschap. Via de TU Delft en onderwijsbureau Bètawijs, gaan dit jaar minimaal 40 studenten aan de slag op 22 scholen; de gesprekken met scholen zijn nog gaande. Dit is ongeveer een kwart van het totale aantal studenten dat wordt ingezet in het land.
In het advies van de Nationale Denktank is in eind vorig jaar naar voren gebracht dat de kwaliteit van het Voortgezet Onderwijs verbeterd kan worden door de introductie van de Persoonlijk Assistent voor Leraren (PAL). De VSNU, die aanstaande donderdag een netwerkbijeenkomst organiseert over Academici voor de klas, beschouwt PAL's als een serieuze optie. De functie van een PAL in het voortgezet onderwijs is vergelijkbaar met de functie van student-assistent op de universiteit. Voorbeelden van werkzaamheden zijn het begeleiden van practica of profielwerkstukken, universiteits- of bedrijfsbezoeken regelen, bijles geven of zelfs (delen van) een les verzorgen. Door actief te zijn op een school voor Voortgezet Onderwijs, ondersteunen de bèta-studenten leerlingen uit de bovenbouw intensief bij het maken van hun studiekeuze en proberen zij de belangstelling voor een bèta-carrière te vergroten.
Het idee om studenten te laten werken als PAL sluit aan bij de ontwikkelingen binnen Nederlandse universiteiten om studenten in te zetten op scholen voor Voortgezet Onderwijs in de regio, in het kader van het Bèta 1-op-1 project. De studenten krijgen meerdere trainingen aangeboden waarin aandacht wordt besteed aan persoonlijke en vakgerichte vaardigheden.
Technische Universiteit Delft